vrijdag 4 mei 2012

Tanden als zwaarden

Spreuken 30:14
“Er zijn mensen met tanden als zwaarden en kaken als messen, die de armen op aarde verscheuren, de verschoppelingen onder de mensen verslinden.”

Tanden als zwaarden en kaken als messen verwijzen naar de woorden die mensen kunnen spreken om een ander te treffen. De kracht van het gesproken woord wordt in de Bijbel op verschillende plaatsen getoond, zowel ten goede als ten kwade. Jacobus vergelijkt de tong met het roer van een schip. Dat kleine onderdeel geeft richting aan het grote schip. Je kunt erdoor op de klippen lopen, maar ook de juiste koers houden. Woorden bezitten kracht, vooral Gods woorden. Als we die spreken, komt Gods kracht vrij. Met woorden kunnen we vervloeken en zegenen. Hoe meer we afgestemd zijn op Gods liefde en genade, des te vaker zullen we zegenen met onze woorden. Is de bron goed, dan is het water zoet.