zaterdag 17 augustus 2013

Wie besneden is hoort erbij

Exodus 12:44
‘Iedere slaaf, die door iemand voor geld is gekocht, mag er eerst van eten, wanneer gij hem besneden hebt.’

De besnijdenis was het teken van het verbond, dat God sloot met Abraham. Wie erbij wilde horen, moest besneden zijn. De besnijdenis verwijst naar het kruis. Het teken van het nieuwe verbond in het lichaam en het bloed van Jezus. Daar werd het mes gezet in het oude Adamgeslacht. Wij waren allemaal slaven van de zonde en zijn door het bloed van Jezus vrijgekocht. Na de besnijdenis mag je meeëten met de paasmaaltijd. Het Pascha werd gevierd met het slachten van een lam. Vreemden en bijwoners mochten niet meeëten, alleen wie besneden was. Buiten Christus om, is er geen zegen voor een mens. Je bent buitengesloten, omdat je pas meetelt door het kruis. Zonder bloedstorting geen vergeving. Onder het nieuwe verbond gedenken we de dood van Christus bij het avondmaal. Alle zegen is beschikbaar – niet voor wie zich goed gedragen heeft, maar voor wie ‘besneden’ is. Dat wil zeggen, voor wie gelooft, dat zijn leven is verzoend door het offer van Jezus. Ons Paaslam is geslacht, wij mogen feestvieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten