woensdag 13 juli 2016

Gewapend tegen afwijzing

1Thessalonicenzen 5:8
‘.. maar laten wij, die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas van geloof en liefde en met de helm van de hoop der zaligheid;’

We hebben een wapenrusting gekregen, niet om te veroveren, maar om te verdedigen. Brandende pijlen worden op ons afgeschoten, dat zijn beschuldigende en veroordelende gedachten. Je hebt het niet goed gedaan, of je hebt te weinig gedaan. Dat soort gedachten gaan altijd over je gedrag, je hebt gefaald, je verdient Gods oordeel. Of, geen wonder dat dit je overkomt, want kijk, je verdient ook veroordeling en straf. Dat soort brandende pijlen kunnen we doven door het schild van geloof en liefde. Niet onze liefde, maar Gods liefde. Hij heeft ons Zijn liefde verklaard en die bewezen door Zijn Zoon te geven voor de schuld en de zonden van de wereld. We zijn met God verzoend en leven nu voor eeuwig onder Gods genade. In Christus zijn we heilig en veilig. En in plaats van veroordeling en straf, verwachten we zegen en voorziening. Door in Gods genade te blijven staan, kunnen we elke aanval van de vijand pareren. We lachen erom, want Jezus is onze veiligheid, onze gerechtigheid en ons leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten