maandag 18 juli 2016

Je hoeft niet bang te zijn

1Samuël 18:15
‘Toen Saul zag, dat hij zeer voorspoedig was, werd hij bang voor hem;’

Saul zag dat David voorspoedig was en werd bang voor hem. Zoals een mens denkt, zo is hij, leert het boek Spreuken. Wij zeggen: zo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. Het ging David niet om de positie van Saul, hij was niet uit op een staatsgreep. Maar Saul dacht van wel en gaf David extra zware opdrachten in de strijd tegen de Filistijnen. Steeds kwam David als overwinnaar terug en zijn populariteit groeide. Wat Saul ook bedacht, het kwam op zijn eigen hoofd neer. En Saul werd bang. In de geestelijke wereld zijn demonen, ze proberen mensen te gebruiken voor hun strijd tegen God. Voor Jezus zijn ze bang, ze kennen hun Meerdere. Regelmatig lees je dat demonen smeken niet gepijnigd te worden, ze zijn als de dood voor hun veroordeling. Angst beheerst het rijk van satan. Je ziet Saul afdrijven richting boze geesten. Hij zoekt zijn heil bij een waarzegster in plaats van bij God. David was voorspoedig op al zijn wegen, omdat God met hem was. David vertrouwde op God en was niet bang. Het verschil tussen Saul en David is het verschil tussen nacht en dag, het rijk van de boze en het rijk van God. Ben je zelf wel eens angstig, keer je dan tot God. Zijn liefde zal je angst en bezorgdheid wegnemen en je weg voorspoedig maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten