zondag 14 oktober 2018

Geen bittere kruiden meer

Exodus 12:8
‘Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere kruiden.’

Het Pascha, het bevrijdingsfeest, moest gevierd worden op een voorgeschreven manier. Het bloed van het lam moest aan de deurposten worden gesmeerd. Het vlees van het lam moest worden gebraden op het vuur en worden gegeten en er moest ongezuurd brood worden gebakken, benevens bittere kruiden. Al deze onderdelen wijzen naar Jezus. Hij is Gods Lam dat werd geofferd, Hij gaf Zijn bloed. Het ongezuurde brood verwijst naar de zondeloze natuur van Jezus en de bittere kruiden naar de ongerechtigheden en smarten die Hij op zich nam. Toen Jezus met Zijn discipelen dit feest vierde, stelde Hij een nieuw verbond in. Hij gaf brood en wijn als tekenen van Zijn lichaam en bloed. Maar heel opvallend zijn de bittere kruiden verdwenen. Die moeten niet langer worden herinnerd. Alle schuld, alle ellende door de zonde, alle bitterheid is weggedaan. Alleen Jezus droeg de bitterheid van onze zonden. Alles wat we verkeerd hebben gedaan en ook alles wat ons is aangedaan, dat mag uit onze herinnering worden gebannen. De pijn ervan heeft Jezus op zich genomen. Wij zijn door Zijn striemen genezen. Ga niet langer dragen wat Hij al voor je droeg, maar geniet van Zijn ongezuurde leven, dat jou is gegeven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten