donderdag 30 april 2009

Ik ben een en al vrede, maar als ik spreek, dan zijn zij uit op strijd.

Psalm 120:7
"Wee mij, dat ik in Mesek moet vertoeven, dat ik moet wonen bij de tenten van Kedar. Te lang reeds woon ik bij wie de vrede haten; ik ben een en al vrede, maar als ik spreek, dan zijn zij uit op strijd."

Twee partijen staan tegenover elkaar. Iemand die zegt: ‘Ik ben een en al vrede’ en de anderen die op strijd uit zijn. Ja, die degene met vrede willen bestrijden. Licht tegenover duisternis, haat tegenover liefde. Wat moet het voor de Here Jezus moeilijk zijn geweest, om temidden van vijanden toch de vrede voor ogen te houden. Hij, de vredevorst, koning van de vrede, kwam Zijn vrede brengen op aarde, maar Hij werd niet met open armen ontvangen. De duisternis kon het licht niet verdragen. Hij kwam tot de zijnen, maar ze hebben Hem niet aangenomen. De Here Jezus heeft Zijn missie volbracht. ‘Vrede geef Ik u, mijn vrede laat Ik u’, zei Hij voor Hij terugging naar de hemel. Nu zijn de gelovigen die Hem volgen de mensen van vrede. Zijn Geest van vrede is in hen. Ook voor ons is het soms moeilijk in die vrede te blijven, maar laten we de Meester volgen tot het einde. Die in ons is, is meer dan die in de wereld is.

woensdag 29 april 2009

Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar uw verordeningen te allen tijde.

Psalm 119:20
"Ik zoek U met mijn ganse hart, laat mij niet van uw geboden afdwalen. Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. Geprezen zijt Gij, HERE; leer mij uw inzettingen. Met mijn lippen verkondig ik alle verordeningen van uw mond. In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. Uw bevelen zal ik overdenken en op uw paden zal ik letten. In uw inzettingen zal ik mij verlustigen, uw woord zal ik niet vergeten. Doe wel aan uw knecht, dan zal ik leven en uw woord onderhouden. Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen uit uw wet. Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij. Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar uw verordeningen te allen tijde."

David was een man naar Gods hart. David was een vriend van God. Hier zien we het hart van David. Hij verlangt ernaar om voor God oprecht en zuiver te leven. David overdenkt Gods woord, al Zijn bevelen en bergt ze in zijn hart. Daar horen ze ook. Vanuit je hart zijn de oorsprongen van het leven. Wat in je hart zit, bepaalt wie je bent en wat je doet. Ook bij de Here Jezus zien we dat verlangen. Het is Zijn spijze Gods wil te doen. Mijn ziel wordt verteerd van verlangen. Dat is een hele uitspraak, maar bij de Here Jezus en ook bij David was dat zo. Voor elke christen hoort dit ook zo te zijn. Een puur verlangen om Gods woorden te overdenken en te doen, zou ons allen bezig moeten houden. Dan hebben we hetzelfde hart en dezelfde Geest als David en Jezus.

dinsdag 28 april 2009

Het is beter bij de HERE te schuilen dan op mensen te vertrouwen;

Psalm 118:8
"Looft de HERE, want Hij is goed, ja, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat Israel nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat het huis van Aaron nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Laat wie de HERE vrezen, nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Uit de benauwdheid heb ik tot de HERE geroepen, de HERE heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld. De HERE is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? De HERE is met mij, onder mijn helpers, daarom zal ik op mijn haters neerzien. Het is beter bij de HERE te schuilen dan op mensen te vertrouwen; het is beter bij de HERE te schuilen dan op edelen te vertrouwen."

Mensen spelen een belangrijke rol in ons bestaan. Soms zijn ze er om je te helpen, maar een andere keer om je kwaad te doen. Je kunt er niet van op aan. Het hart van de mens is arglistig, wie zal het kennen? Ook de Here Jezus heeft dat ondervonden. Toen het Hem bang te moede was en de mensen Hem bedreigden, zocht Hij ook steun bij Zijn discipelen. Maar ze konden Hem niet helpen en dat was in dit geval maar goed ook. Jezus moest helemaal alleen de beker van Gods toorn over de zonde leegdrinken. Uit de benauwdheid heeft Hij geroepen en Hij werd in de ruimte gesteld. Dit was zijn zekerheid: De HERE is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? Ja, Hij kon nu zelfs op Zijn haters neerzien met ontferming en voor ze bidden. Wat een kracht wanneer je oog weer op God is gericht. Het is veel beter bij de HERE te schuilen dan bij mensen.

maandag 27 april 2009

Looft de HERE, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natien;

Psalm 117:1
"Looft de HERE, alle gij volken, prijst Hem, alle gij natien; want zijn goedertierenheid is machtig over ons, en des HEREN trouw is tot in eeuwigheid. Halleluja."

Een oproep aan alle landen en alle volken om de HERE te prijzen. Nu is dat niet vanzelfsprekend, maar er komt een tijd dat elke knie zal buigen en elke tong belijden dat Jezus Heer is. Wanneer Jezus Zijn duizendjarig vrederijk op aarde heeft gevestigd, zullen alle volken Hem hulde bewijzen, zoals de koningin van Scheba dat bij Salomo deed. De reden van aanbidding is de goedertierenheid en trouw van de Heer. Laten we niet wachten tot die tijd aanbreekt, maar nu al de Heer prijzen, want Hij is het waard dat al wat adem heeft Hem prijst.

zondag 26 april 2009

Keer weder, mijn ziel, tot uw rust, omdat de HERE u heeft welgedaan.

Psalm 116:7
"Ik heb de HERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen. Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang tot Hem roepen. Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het dodenrijk hadden mij aangegrepen, ik ondervond benauwdheid en smart. Maar ik riep de naam des HEREN aan: Ach HERE, red mijn leven. Genadig is de HERE en rechtvaardig, onze God is een ontfermer. De HERE bewaart de eenvoudigen; ik was verzwakt, maar Hij heeft mij verlost. Keer weder, mijn ziel, tot uw rust, omdat de HERE u heeft welgedaan."

Dit is weer zo’n prachtige profetische psalm. Ik raad aan hem helemaal te lezen en bedenk dan dat deze psalm openbaring geeft over hoe Jezus omging met het lijden in Gethsemané. Daar waar de dood zo sterk op Hem af kwam, dat Hij zelfs zijn discipelen vroeg met Hem te waken, daar zocht Hij in zijn diepe nood zijn Vader. ‘Als het mogelijk is, laat dan deze drinkbeker aan mij voorbijgaan.’ Maar terwijl Hij bad eindigde Hij met: ‘Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede.’ Hij werd opnieuw bepaald bij de heerlijkheid na het lijden. Hij zou opstaan en miljoenen mensen tot leven wekken. Zijn focus was niet langer op het naderende onheil, maar op het naderende heil. Wat een totaal andere visie. Keer weder, mijn ziel, tot uw rust, omdat de HERE u heeft welgedaan. In de nood moeten we ons vastklampen aan Gods beloftes. Zijn oplossing is er eerder dan onze nood. Ken je dit intieme tot rust brengen van je ziel?

zaterdag 25 april 2009

Maar wij, wij zullen de HERE prijzen van nu aan tot in eeuwigheid. Halleluja

Psalm 115:18
"Gezegend zijt gij door de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. De hemel is de hemel van de HERE, maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven. Niet de doden zullen de HERE loven, niemand van wie in de stilte zijn neergedaald, maar wij, wij zullen de HERE prijzen van nu aan tot in eeuwigheid. Halleluja"

God is een God van levenden, sprak de Here Jezus en Hij bedoelde daarmee, dat allen die al gestorven zijn, leven bij God. Niet de doden zullen de Here loven, maar de levenden. In geestelijke zin zijn de levenden degenen die door Christus levend zijn gemaakt. Wie in Hem gelooft heeft eeuwig leven, zo iemand is overgegaan van de dood in het leven. Wij, zegt de psalmist, wij zullen de Here prijzen van nu aan tot in eeuwigheid, want wij zijn door de HERE gezegend. Alle zegen die God te geven heeft, hebben we ontvangen in Christus, door het geloof. Ja wie zou dan die HEER niet prijzen?

vrijdag 24 april 2009

Die de rots veranderde in een waterplas, de keisteen in een waterbron.

Psalm 114:8
"Gij aarde, beef voor het aangezicht des Heren, voor het aangezicht van de God Jakobs,
die de rots veranderde in een waterplas, de keisteen in een waterbron."

Met een sterke arm heeft God zijn volk bevrijd uit de slavernij van Egypte. Onderweg in de woestijn veranderde de rots in een waterplas, de keisteen in een waterbron. Prachtige beeldspraak, hoewel het letterlijk zo gebeurd is. En de rots die met hen meeging was Christus, schreef Paulus daarover. Mozes sloeg op de rots en de rots gaf water. De Here Jezus is de bron van levend water. Ook Hij is geslagen, terwijl Hij zijn gelaat maakte als een keisteen. Zie de overeenkomst, zie de symboliek. Soms lijken de moeilijkheden van een mens op een keiharde rots, geen doorkomen aan. Maar onthoud dan dat elke rots kan veranderen in een waterbron. Dat is al eerder gebeurd. Meermalen zelfs.

donderdag 23 april 2009

Verheven boven alle volken is de HERE, boven de hemelen is zijn heerlijkheid.

Psalm 113:4
"Halleluja. Looft, gij knechten des HEREN, looft de naam des HEREN. De naam des HEREN zij geprezen van nu aan tot in eeuwigheid. Vanwaar de zon opgaat tot waar zij ondergaat, zij de naam des HEREN geloofd. Verheven boven alle volken is de HERE, boven de hemelen is zijn heerlijkheid."

Boven alle volken, boven alle machthebbers, boven alle bestuurders, boven alle koningen, boven alle regeerders is de HERE. Het is goed te beseffen dat wij allen zijn voortgekomen uit deze God. Hij heeft ons geschapen. Hij heeft ons verlost. Hij was en is en blijft boven allen. We worden opgeroepen Zijn naam te loven. Overal op aarde, of het nu dag of nacht is, alles en iedereen behoort Hem te prijzen. Zijn heerlijkheid, Zijn luister, Zijn wezen, Zijn karakter, alles aan Hem is vol schittering en glans. En die heerlijkheid wil Hij met ons mensen delen. Wanneer Hij verschijnt, zullen wij met Hem verschijnen in heerlijkheid. Wat een geweldig vooruitzicht. Verheug je erin, schrijft Paulus, ook al heb je een zware tijd hier op aarde, er komt een einde aan het lijden. De glorie en heerlijkheid en liefde van God zijn je deel voor eeuwig.

woensdag 22 april 2009

Voor de oprechten gaat het Licht in de duisternis op, genadig en barmhartig en rechtvaardig.

Psalm 112:4
"Halleluja. Welzalig de man, die de HERE vreest, die van harte lust heeft in zijn geboden. Zijn nakroost zal machtig zijn op aarde, het geslacht der oprechten zal gezegend worden; overvloed en rijkdom zijn in zijn huis, zijn gerechtigheid houdt voor immer stand. Voor de oprechten gaat het Licht in de duisternis op, genadig en barmhartig en rechtvaardig."

De oprechten, wie zijn dat? Volgens de tekst wandelen ze in de duisternis. De oprechten zijn degenen die toegeven dat ze in de duisternis wandelen. Ze hebben hulp nodig van het Licht, anders blijven ze in de duisternis. Gelukkig is die hulp er ook: genadig, barmhartig en rechtvaardig. Dat zijn de eigenschappen van de HERE. God belooft zegen voor de oprechten, voor hen en voor hun nageslacht. Mooie en ware woorden over de genade van God en de onmacht van de mens. Door het offer van Jezus zijn de gelovigen overgezet van de duisternis in het Licht. Daarom mogen we overvloed en rijkdom verwachten voor ons en voor ons geslacht.

dinsdag 21 april 2009

Majesteit en luister is zijn doen, en zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.

Psalm 111:3
"Halleluja. Ik zal de HERE van ganser harte loven, in de kring der oprechten en in de vergadering. Groot zijn de werken des HEREN, na te speuren door allen die er behagen in hebben. Majesteit en luister is zijn doen, en zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand."

Majesteit en luister zijn twee woorden die het ontzag voor God uitdrukken. Niets en niemand is met Hem te vergelijken. Ook het offer van Christus toonde die majesteit en luister. Dwars door alles heen zag de moordenaar aan het kruis het en de hoofdman van de soldaten en de vrouw van Pilatus. Alles wat God doet is voor eeuwig, zegt de Bijbel. En zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand. Dat is geweldig, want die goddelijke gerechtigheid is ons geschonken uit genade door geloof. Majesteit en luister zijn rondom Gods troon, de plaats waar ook Zijn gerechtigheid wordt bejubeld. Daar mogen we zijn, daar waar Hij is. Dat is onze plaats voor eeuwig.

maandag 20 april 2009

De HERE strekt van Sion uw machtige scepter uit: heers te midden van uw vijanden.

Psalm 110:2
"Van David. Een psalm. Aldus luidt het woord des HEREN tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. De HERE strekt van Sion uw machtige scepter uit: heers te midden van uw vijanden."

Deze regels worden in het nieuwe testament aangehaald door Jezus als Hij in gesprek is met de Farizeeën. ‘Over wie heeft David het hier?’, vraagt Hij. Het gaat over de Zoon van David, die hier HERE wordt genoemd. Het gaat over Jezus zelf. Hij is de HERE en tegelijk ‘Davids Zoon’. God had David beloofd dat er altijd een zoon van hem op de troon zou zitten in eeuwigheid. Dit eeuwige koningschap is het koningschap van de Here Jezus. Hij is uit het geslacht van David, maar Hij is ook de Zoon van God. Het aardse koningschap van David eindigt met het eeuwige koningschap van de Here Jezus. De aarde en de hemel zullen onder een bestuur komen. Paulus schrijft erover als hij zegt dat God bezig is alles onder een Hoofd samen te vatten. Als uiteindelijk hemel en aarde weer onder Gods gezag staan, dan zal er geen vijand meer over zijn. Satan is verslagen en ontwapend en dat zal doorwerken tot er onder het gezag van Koning Jezus weer totale vrede en rust zal zijn in de hemel en op aarde. Gods koningschap zal zo voor eeuwig hersteld en gevestigd worden.

zondag 19 april 2009

Zij laden kwaad op mij in plaats van goed, en haat tot loon voor mijn liefde.

Psalm 109:5
"Voor de koorleider. Van David. Een psalm. O God, die ik loof, zwijg niet, want een goddeloze en bedrieglijke mond hebben zij tegen mij opengedaan; zij spreken tegen mij met een leugentong, met woorden van haat omringen zij mij en zij bestrijden mij zonder oorzaak; tot loon voor mijn liefde weerstaan zij mij, maar ik ben een en al gebed; zij laden kwaad op mij in plaats van goed, en haat tot loon voor mijn liefde."

Een grotere tegenstelling kun je nergens anders vinden dan aan het kruis van Golgotha. De haat van de wereld tegenover de liefde van God. Kwaad tegenover goed. Dood tegenover leven. Duisternis tegenover licht. Goddeloze bedrieglijke monden zijn tegen Hem opengedaan. Valse beschuldigingen en valse bespotting waren Zijn deel. Voor ons werd Hij tot zonde gemaakt, opdat wij Zijn gerechtigheid zouden ontvangen uit genade. Laten we opnieuw onze monden opendoen, nu niet om te beschuldigen en te spotten, maar om te eren en te aanbidden. Recht tegenover onrecht. Liefde tegenover haat. Waarheid tegenover leugen. Laten we Hem voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die Zijn naam belijden.

zaterdag 18 april 2009

Want hoger dan de hemel is uw goedertierenheid, tot aan de wolken reikt uw trouw.

Psalm 108:4
"Een lied. Een psalm van David. Mijn hart is gerust, o God, ik wil zingen, psalmzingen, ja van harte. Waak op, harp en citer, ik wil het morgenrood wekken. Ik zal U loven, o HERE, onder de volken, U psalmzingen onder de natien, want hoger dan de hemel is uw goedertierenheid, tot aan de wolken reikt uw trouw."

Wat zijn dat toch kostelijke momenten, wanneer je overweldigd wordt door vreugde, omdat je Gods grootheid ziet. We kennen van David ook psalmen waarin hij het uitroept naar God van ellende, maar hier is hij heel anders. Hoger dan de hemel is uw goedertierenheid. Zo hoog en dan nog meer, nog hoger en nog verder. Wat voor woorden kun je bedenken wanneer God je overweldigt? Tot aan de wolken reikt uw trouw, lijkt dan al weer wat dichterbij, maar het gaat niet om de afstand die wordt uitgedrukt, het gaat om David die onder de indruk is van Gods goedheid. Er zijn geen juiste woorden om God voldoende recht te doen. Daarom vind ik het wel mooi wat David hier zegt. Goedertierenheid en trouw zijn prachtige eigenschappen van God. David nam zijn harp en begon te spelen en te zingen. Hij jubelde het uit over de grootheid van God. Ken je dat gevoel ook uit je eigen leven?

vrijdag 17 april 2009

Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij redde hen uit hun angsten;

Psalm 107:6
"Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Dat de verlosten des HEREN zo spreken, die Hij uit de macht van de tegenstander heeft verlost en uit de landen heeft verzameld, van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee. Er waren er, die dwaalden in de woestijn, op een eenzame weg, een stad ter woning vonden zij niet; hongerig waren zij, ja dorstig, hun ziel versmachtte in hen. Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij redde hen uit hun angsten;"

God is een Verlosser, vol goedertierenheid, Hij is liefde, Hij is goed. Vele, vele miljoenen hebben dit al tijdens hun leven ontdekt. Door de eeuwen heen is God niet veranderd. Toen de Here Jezus op aarde was, liet Hij het hart van God zien. ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien,’ sprak Hij. Door de zonde zijn de mensen in de benauwdheid gekomen. Iedereen dwaalde of dwaalt op zijn eigen weg, als schapen zonder herder. Maar God de Ontfermer is gekomen, heilbrengend voor alle mensen. Door zelf de benauwdheid in te gaan, heeft Jezus de bevrijding gebracht uit de slavernij van zonde en dood. Voor wie deze verlossing kent, is het vanzelfsprekend om God te loven. Maar opdat we het niet vergeten, roept deze psalm op aan alle verlosten des Heren om zo te spreken en te blijven spreken. Aan Zijn goedheid komt geen einde, laat dat ook gelden voor de aanbidding. Heb je vandaag God al bedankt voor Zijn goedheid?

donderdag 16 april 2009

Geloofd zij de HERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot eeuwigheid

Psalm 106:48
"Vele malen redde Hij hen, maar zij waren weerspannig in hun voornemen, zodat zij wegzonken in hun ongerechtigheid. Maar, als Hij hun benauwdheid zag, wanneer Hij hun gejammer hoorde, dan gedacht Hij te hunnen gunste aan zijn verbond, en had deernis naar zijn grote goedertierenheid. Dan deed Hij hen barmhartigheid vinden bij allen die hen als gevangenen hadden weggevoerd. Verlos ons, HERE, onze God, verzamel ons weder uit de volken, opdat wij uw heilige naam loven, ons beroemen in uw lof. Geloofd zij de HERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot eeuwigheid, en al het volk zegge: Amen. Halleluja!"

Deze psalm noemt alle ongerechtigheid van Gods volk bij de naam. Maar de eindconclusie is steeds dat God met genade en barmhartigheid reageerde op het gejammer van zijn kinderen. Hoewel ze terecht waren gestraft, dat was de vloek van het oude verbond, bewees God telkens weer Zijn goedheid. Wij, gelovigen van het Nieuwe Verbond, zijn geen haar beter. Ook wij verdienen Gods oordeel, maar het grote verschil met het oude verbond is, dat Jezus de vloek heeft gedragen. Hij nam de schuld en de straf op zich, zodat wij niet worden weggevaagd door Gods toorn. God kan en zal ons altijd genadig zijn, omdat Jezus het oordeel heeft weggenomen. Dat geeft ons geen vrijbrief om door te gaan met zonde en ongerechtigheid, maar de dreiging van een oordeel is er niet meer. Daarom kunnen we volmondig instemmen met de laatste regels uit deze psalm: Geloofd zij de HERE, de God Israels, van eeuwigheid en tot eeuwigheid, en al het volk zegge: Amen. Halleluja!

woensdag 15 april 2009

Hij voerde hen uit met zilver en goud, en er was in hun stammen niemand die struikelde.

Ps 105:37
"Hij voerde hen uit met zilver en goud, en er was in hun stammen niemand die struikelde. Egypte verheugde zich, toen zij uittrokken, want vrees voor hen was op hen gevallen. Hij breidde een wolk uit tot bedekking, en vuur om de nacht te verlichten. Zij vroegen, en Hij deed kwakkelen komen, met brood uit de hemel verzadigde Hij hen. Hij opende de rots, en wateren vloeiden, zij stroomden door de dorre streken als een rivier; want Hij gedacht aan zijn heilig woord, aan Abraham, zijn knecht."

De uittocht uit Egypte staat symbolisch voor de verlossing uit de macht van de zonde. Mozes leidde het volk door de Rode Zee naar de vrijheid en Jezus deed hetzelfde door het dodenrijk te openen en er als overwinnaar doorheen te trekken. De dood overwonnen door het leven. En zoals Israël het zilver en goud meenam uit Egypte, zo hebben de gelovigen van het Nieuwe Verbond het goud en zilver van de hemel als schat meegekregen. 'Er was in hun stammen niemand die struikelde', staat er. Dat betekent dat God hen sterk maakte, daar waar Egypte hun kracht had gebroken. Ondanks de zweepslagen, ondanks de mishandeling, waren ze zo sterk onder Gods leiding, dat niemand struikelde, niemand was ziek en er was geen gebrek. Wat een prachtig beeld van de zegen die we in Christus hebben ontvangen. Hij is onze Geneesheer, Hij is onze kracht, Hij is onze Zegen. Laten we toch de Heer voortdurend prijzen om Zijn geweldige genade voor Zijn volk.

dinsdag 14 april 2009

Ik zal mij in de HERE verheugen.

Psalm 104:34
"De heerlijkheid des HEREN zij tot in eeuwigheid, de HERE verheuge Zich over zijn werken. Ziet Hij de aarde aan, dan beeft zij, raakt Hij de bergen aan, dan roken zij. Ik zal de HERE zingen, zolang ik leef, ik zal mijn God psalmzingen, zolang ik ben; moge mijn overdenking Hem behagen. Ik zal mij in de HERE verheugen. De zondaren zullen van de aarde vergaan, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof de HERE, mijn ziel. Halleluja."

De schepping wordt in deze psalm geroemd, maar vooral de Schepper. Hij is hoog verheven boven al het geschapene. Hij heeft de grenzen gesteld en de tijden bepaald. Hemel en aarde prijzen Hem. Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen, schrijft Paulus. Hij was voor alles en alles vindt zijn bestaan in Hem. Ook de mens is geschapen voor Gods eer en glorie. Daarom is het goed als een mens ontdekt dat God zijn begin en einde is. Deze machtige Schepper is ook degene uit wie we opnieuw geboren zijn. God verheugt zich over zijn werken en wij mogen ons verheugen in Hem.

maandag 13 april 2009

De HERE doet gerechtigheid en recht aan alle verdrukten.

Psalm 103:6
"Van David. Loof de HERE, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam; loof de HERE, mijn ziel, en vergeet niet een van zijn weldaden; die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest, die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, die uw ziel verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend. De HERE doet gerechtigheid en recht aan alle verdrukten."

Wat zijn dit veelzeggende regels. Het hele evangelie is erin te vinden. Het hart van God spreekt eruit. David roept op om God te prijzen voor zijn weldaden. Het is nogal wat, alles wordt vergeven, alles wordt genezen, er is verlossing van de dood, er zijn kronen van barmhartigheid en goedertierenheid. Tot verzadiging toe wordt de ziel verzadigd, er is verjonging, verfrissing, vernieuwing. En als klap op de vuurpijl is dit alles binnen Gods gerechtigheid en recht. De psalm gaat nog veel verder, maar alleen deze regels al zijn genoeg om over na te denken. Het kan tot niets anders leiden dan tot aanbidding van de HERE.

zondag 12 april 2009

Maar Gij, o HERE, troont voor eeuwig, uw naam blijft van geslacht tot geslacht.

Psalm 102:12
"Mijn vijanden smaden mij de ganse dag, wie tegen mij razen, gebruiken mijn naam als vloek; want ik eet as als brood en vermeng mijn drank met tranen vanwege uw toorn en uw verbolgenheid, omdat Gij mij hebt opgenomen en neergeworpen. Mijn dagen zijn als een langgerekte schaduw, en ik verdor als gras.
Maar Gij, o HERE, troont voor eeuwig, uw naam blijft van geslacht tot geslacht. Gij zult opstaan, U over Sion erbarmen, want het is tijd haar genadig te zijn, want de bepaalde tijd is gekomen;"

Deze psalm laat Christus zien in Gethsémané. Hij is ten dode toe beangst en bedroefd. Dan is er een engel om Hem bij te staan. De Heer zegt: ’Mijn vijanden smaden Mij de ganse dag. Mijn dagen zijn als een langgerekte schaduw.’ Maar de engel zet het werk van Christus op Golgotha af tegen de eeuwigheid: ‘Maar Gij, o HERE, troont voor eeuwig. Gij zult opstaan.’ Wat is God toch goed dat Hij ons deze intimiteit niet heeft willen onthouden. Jezus in de diepste ellende wordt getroost en bemoedigd vanuit de hemel. De Vader ontfermt zich over Zijn kinderen. Wij hoeven de beker niet te drinken die Christus voor ons dronk. Maar ook voor ons is God een bemoedigende, vertroostende Vader.

zaterdag 11 april 2009

Een verkeerd hart wijke verre van mij, de boze wil ik niet kennen.

Psalm 101:4
"Van David. Een psalm. Van goedertierenheid en recht wil ik zingen, U, o HERE, wil ik psalmzingen. Ik wil acht geven op een onberispelijke wandel. Wanneer zult Gij tot mij komen? Ik wandel in oprechtheid mijns harten in mijn huis; ik stel geen schandelijke dingen voor mijn ogen; ik haat het doen der afvalligen, het kleeft mij niet aan. Een verkeerd hart wijke verre van mij, de boze wil ik niet kennen."

David is een type van Christus. De gezalfde die de reus verslaat. David was niet onberispelijk van wandel, geen mens kan dat trouwens, dus maak je niet ongerust. Maar Jezus wandelde wel onberispelijk. ‘Wie overtuigt mij van zonde?’ vroeg Hij. Daarom zijn deze woorden van David profetisch van toepassing op de Here Jezus. ‘Ik wil acht geven op een onberispelijke wandel’, laat Zijn liefde voor God zien. God haat de zonde en alles wat door de zonde teweeg wordt gebracht. Ziekte, dood en verderf, de aarde is er vol mee geworden. Maar door de onberispelijke wandel van Jezus, is er verlossing. Als de Here Jezus zegt: ‘Een verkeerd hart wijke verre van mij, de boze wil ik niet kennen’, dan is dat de houding van de Heilige Geest. Die Geest is nu ook in ons hart uitgestort. Daarom worden ook wij opgeroepen het kwade te haten en het goede lief te hebben.

vrijdag 10 april 2009

Dient de HERE met vreugde, komt voor zijn aangezicht met gejubel.

Psalm 100:2
"Een psalm bij het lofoffer. Juicht de HERE, gij ganse aarde,
dient de HERE met vreugde, komt voor zijn aangezicht met gejubel."

Het is opvallend hoe vaak mensen God naderen zonder vreugde. Vaak zijn het zorgen, die onze vreugde belemmeren. Maar de psalmist roept ons op God te naderen met gejubel. Paulus schrijft in een van zijn brieven dat we ons altijd moeten verblijden in de Heer. We hebben die aansporingen nodig, want we zijn gewend veel te veel waarde te hechten aan de omstandigheden, waarin we leven. Die veroorzaken zorgen en druk, maar wanneer we God zien, Zijn grootheid en trouw, dan herinneren we ons de woorden van Jezus, die sprak: ‘Wie kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen?’ Dan beseffen we weer dat God, onze Vader, weet wat we nodig hebben. Dan kunnen we ons weer verblijden, omdat Hij beloofd heeft, in de beproeving bij ons te zijn en voor de uitkomst te zorgen. Ja, Hij zal voor ons zorgen. Hij zal niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt. Laten we vandaag God met vreugde naderen en Zijn liefde bejubelen.

donderdag 9 april 2009

Dat zij uw grote en geduchte naam loven; Heilig is Hij.

Psalm 99:3
"De HERE is Koning. Dat de volken beven. Hij troont op de cherubs, de aarde siddere. De HERE is groot in Sion, Hij is verheven boven alle volken. Dat zij uw grote en geduchte naam loven; Heilig is Hij."

De naam van God drukt Zijn wezen uit. Daarom zijn er vele namen nodig om God te beschrijven. Een van die namen is Heilig. Met die naam spreken de engelen Hem toe. ‘Heilig, heilig, heilig is de Here.’ ‘Wees heilig, want Ik ben heilig’, houdt God ons voor. ‘Uw naam worde geheiligd’, bad de Here Jezus in het gebed dat we het Onze Vader noemen. Uit alles spreekt eerbied en ontzag. De Here is groot in Sion. Aan God komt alle eer, lof en aanbidding toe. Elke tong moet Zijn naam belijden. Zijn naam nemen we vaak op onze lippen als we Hem zoeken om hulp, maar noem vandaag de naam van de Here eens om Hem te eren. Prijs Zijn naam, want heilig is Hij.

woensdag 8 april 2009

Alle einden der aarde hebben aanschouwd het heil van onze God.

Psalm 98:3
"Zingt de HERE een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan, zijn rechterhand en zijn heilige arm gaf Hem zege; de HERE heeft zijn heil bekendgemaakt, zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der volken; Hij heeft gedacht aan zijn goedertierenheid en aan zijn trouw jegens het huis Israels; alle einden der aarde hebben aanschouwd het heil van onze God."

Ieder mens zal het heil van onze God aanschouwen. Dat heil is Christus. Eeuwenlang was dat heil verborgen in de woorden van de profeten, maar God heeft gedaan wat Hij beloofde. Hij heeft verlossing en verzoening gebracht. Mens en dier verlost Hij. De hele schepping was in nood, maar God heeft vanuit Zijn eindeloze trouw en liefde alles hersteld wat was geroofd. De aanklager zal zwijgen, de aarde en de hemel zullen zich herstellen en de mens zal juichen tot Gods eer. Alle einden der aarde zullen meedoen in dit triomflied over de gerechtigheid van God. Alle tegenstanders zullen zwijgen en uiteindelijk ook buigen voor de majesteit van God. Wat is er een onnoemlijk lijden geweest op aarde, maar wat zal het gewicht aan heerlijkheid dit alles ver te boven gaan!

dinsdag 7 april 2009

De hemelen verkondigen zijn gerechtigheid, en alle volken zien zijn heerlijkheid.

Psalm 97:6
"De HERE is Koning. Dat de aarde juiche, dat vele kustlanden zich verheugen. Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid en recht zijn de grondslag van zijn troon. Vuur gaat voor zijn aangezicht uit, het zet zijn tegenstanders rondom in vlam. Zijn bliksemen verlichten de wereld, de aarde ziet het en beeft. De bergen versmelten als was voor het aanschijn des HEREN, voor het aanschijn van de Here der ganse aarde. De hemelen verkondigen zijn gerechtigheid, en alle volken zien zijn heerlijkheid."

Als de Here Jezus terugkomt op aarde, zal het niet voor iedereen een blijde gebeurtenis zijn. Vuur gaat voor zijn aangezicht uit naar zijn tegenstanders. De genadetijd is voorbij en het oordeel over de aarde wordt voltrokken. De dag des Heren zal voor de ongelovigen komen als een dief in de nacht. Het zal voor de wereld een oordeelsdag zijn. Maar voor de zijnen komt Hij niet als een dief. Wij verwachten Hem en we zullen delen in Zijn heerlijkheid. De hemelen verkondigen gerechtigheid. Niet de aarde, maar de hemel is de bron van gerechtigheid. Gods gerechtigheid wordt geopenbaard in Zijn oordeel. Op Golgotha is voor onze gerechtigheid betaald, maar de wereld die Hem afwijst zal zelf de prijs moeten betalen voor de zonde. De heerlijkheid van de Heer zal zijn tegenstanders verteren en zijn kinderen verlichten. Laten we zolang het nog kan de genade van God voor zondaren verkondigen. Het is nu nog genadetijd.

maandag 6 april 2009

Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in zijn trouw.

Psalm 96:13
"Buigt u neder voor de HERE in heilige feestdos, beef voor zijn aangezicht, gij ganse aarde. Zegt onder de volken: De HERE is Koning, vast staat nu de wereld, zodat zij niet wankelt; Hij zal de volken richten in rechtmatigheid. De hemel verheuge zich, de aarde juiche, de zee bruise en haar volheid, het veld en al wat daarop is, verblijde zich; dan zullen alle bomen des wouds jubelen voor de HERE, want Hij komt, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in zijn trouw."

Een prachtig vergezicht tekent zich af in deze psalm. De Here is terug op aarde en heeft zijn rijk gevestigd. Het gevolg is dat hemel en aarde uitbreken in gejubel. Alles herstelt zich van de gevolgen van de zonde. De vervuiling zal verdwijnen, het water van de zee en het land worden weer schoon, evenals de lucht. Geen wonder dat de Here Jezus de Vredevorst wordt genoemd. Hij zal vrede brengen in de hemel en op de aarde. Er zal weer rechtvaardig worden bestuurd. Niet langer egoïsme en eigenbelang, maar er zal liefde heersen op aarde. Wat een geweldige zegen zal dat zijn voor mens en dier, voor aarde en hemel. Ja, het gejubel zal volkomen terecht zijn. Dit is onze toekomst.

zondag 5 april 2009

Komt, laat ons jubelen voor de HERE, juichen ter ere van de rots onzes heils.

Psalm 95:1
"Komt, laat ons jubelen voor de HERE, juichen ter ere van de rots onzes heils. Laat ons met lofzang voor zijn aangezicht komen, ter ere van Hem juichen bij snarenspel. Want de HERE is een groot God, een groot Koning, boven alle goden, in wiens hand de diepten der aarde zijn, en wiens de toppen der bergen zijn; wiens de zee is, daar Hij ze heeft gemaakt, ook het droge, dat zijn handen hebben geformeerd."

God is de Schepper van hemel en aarde. Hij sprak en het was er. Hij gebood en het stond er. Dat is al reden genoeg om God te prijzen en te roemen. De hele schepping kent God, maar het grootste deel van de mensen keert zich liever tot een menselijk bedenksel dan tot de Schepper zelf. Darwin en zijn gedachten worden meer geëerd dan de Schepper van hemel en aarde. Maar het vers voor vandaag juicht om heel iets anders. We juichen ter ere van de rots van ons heil. Dat gaat over eeuwige dingen. Onze Rots is Christus. Ons heil, onze redding, komt van Hem. Hij heeft ons geschapen en verlost. Vervolgens hebben we eeuwig leven ontvangen en Gods eigen Geest, zodat we kunnen begrijpen wat Hij ons allemaal geschonken heeft. Deze Geest heeft de wereld niet. Daarom eren ze het schepsel boven de Schepper. Maar wij geheel anders. De God van ons heil, de God van de uitreddingen, de God die ons liefheeft, die eren een aanbidden wij. Kom laten we jubelen voor de Here.

zaterdag 4 april 2009

Want de HERE zal zijn volk niet verstoten, en zijn erfdeel niet verlaten;

Psalm 94:14
"Zou Hij, die het oor plantte, niet horen? die het oog vormde, niet zien? Zou Hij, die de volken onderwijst, niet straffen, Hij, die de mens kennis leert? De HERE kent de gedachten der mensen: ijdelheid zijn zij. Welzalig de man die Gij kastijdt, HERE, die Gij onderwijst uit uw wet, om hem rust te verlenen van de dagen des onheils, terwijl voor de goddeloze de kuil gegraven wordt. Want de HERE zal zijn volk niet verstoten, en zijn erfdeel niet verlaten; want de rechtspraak zal weer rechtvaardig worden, alle oprechten van hart zullen zich daarbij aansluiten."

Het volk Israël heeft met God een verbond gesloten op de Sinaï. Daar ontving het Gods Wet en daar spraken zij de woorden: ‘Alles wat de Here ons zegt, zullen we doen.’ Maar door de Wet kan niemand rechtvaardig worden voor God. De Wet toont dat juist aan, de mens is ten dode gedoemd zonder de genade van God. Toch zal God zijn volk niet verstoten. Er komt ook voor Israël vrede en rust, wanneer Jezus terugkomt en Zijn rijk op aarde grondvest. De rechtspraak zal rechtvaardig worden. Daar zit een diepere betekenis in. Gods rechtspraak is gebaseerd op het offer van Christus. Daardoor kan Hij de zondaar rechtvaardig verklaren zonder zelf onrechtvaardig te zijn. De genade die nu al voor alle gelovigen in Christus geldt, zal ook aan het volk Israël worden geopenbaard. Want ook nu nog geldt dat God Zijn volk niet zal verlaten en niet zal verstoten.

vrijdag 3 april 2009

Uw troon staat vast van oudsher, van eeuwigheid zijt Gij.

Psalm 93:2
"De HERE is Koning. Met majesteit heeft Hij Zich bekleed; de HERE heeft Zich bekleed, Hij heeft Zich met kracht omgord. Vast staat nu de wereld, zij wankelt niet. Uw troon staat vast van oudsher, van eeuwigheid zijt Gij."

De HERE is Koning. Wat een krachtige uitspraak. Als ik dit lees, denk ik aan het komende Vrederijk op aarde. Bij de wederkomst van Christus zal dit rijk de aarde vervullen. Zoals in de droom van Daniël het steentje dat van de berg losraakte alle koninkrijken wegvaagde, zo zullen alle menselijke koninkrijken verdwijnen. Het rijk van God wordt gevestigd en Jezus zal als Koning heersen met recht en met gerechtigheid. De aarde zal niet langer gebukt gaan onder de wetteloosheid, maar vast staan. De schepping zal zich herstellen en het juk van de zonde zal totaal worden afgebroken. De leeuw en het lam grazen weer samen en het jonge kind speelt met een adder. Vrede en rust alom. Wat zijn profetische woorden toch mooi. Zonder de profeten zouden we van de toekomst niets weten. Van Godswege hebben mensen gesproken en ook de psalmen zijn Gods geopenbaarde waarheid. Wat een prachtige toekomst hebben we voor ons.

donderdag 2 april 2009

Om te verkondigen, dat de HERE waarachtig is, mijn rots, in wie geen onrecht is.

Ps 92:15
"De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, opschieten als een ceder van de Libanon; geplant in het huis des HEREN groeien zij in de voorhoven van onze God; zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn; om te verkondigen, dat de HERE waarachtig is, mijn rots, in wie geen onrecht is."

Een mooi beeld gebruikt David hier om de rechtvaardige te beschrijven. De Rechtvaardige is altijd Christus. Geplant in het huis des Heren. De boom blijft altijd groen en fris en is altijd vruchtbaar. Al deze beelden komen met elkaar overeen: de boom uit psalm 1 en de bomen uit Jeremia 17. De bomen aan de oever van Gods rivier, altijd groen, altijd heilbrengend, altijd vruchtdragend. Leven en overvloed. En het mooie is dat al deze prachtige eigenschappen de lof van God bezingen. Het is om te verkondigen dat Hij waarachtig is, geen onheil wordt in Hem gevonden. Weet u nog, dat wij dezelfde positie hebben gekregen door ons geloof in Christus? Dat ook wij rechtvaardig zijn, geplant in des Heren huis en dat ook wij in onze ouderdom zullen vrucht dragen? En dat we altijd fris en groen zullen blijven? Laten we er ernst mee maken om te leven zoals de rechtvaardige uit deze psalm.

woensdag 1 april 2009

Ik zal in de benauwdheid bij hem zijn, Ik zal hem uitredden en tot ere brengen.

Psalm 91:15
"Omdat hij Mij zeer bemint, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem beschutten, omdat hij mijn naam kent. Roept hij Mij aan, Ik zal hem antwoorden; Ik zal in de benauwdheid bij hem zijn, Ik zal hem uitredden en tot ere brengen. Met lengte van dagen zal Ik hem verzadigen, en Ik zal hem mijn heil doen zien."

Dit zijn als het ware Gods gedachten over de Here Jezus. ‘Omdat Hij mij zeer bemint, zal Ik Hem bevrijden.’ De liefde van de Zoon voor de Vader is kenmerkend voor de Here Jezus. Uit liefde voor Hem en uit liefde voor Zijn schepping, kwam Hij naar de aarde om te doen wat Hij moest doen. ‘Ik zal Hem uitredden en tot ere brengen’, belooft God. Maar hoe zwaar was het voor de Heer om te merken dat Zijn Vader Hem in het oordeel moest verlaten. Maar God hield woord, Hij heeft Hem uitgered en glorieus verhoogd. Hij is nu tot ere gebracht. Jezus Christus, de Zoon van God, heeft de naam boven alle naam ontvangen. De hoogste eer en het grootste gezag is Hem gegeven. ‘Ik zal Hem mijn heil doen zien’, zegt God. Wij christenen, die Zijn naam belijden, maken deel uit van dat heil. Wat een eer om een deel te zijn van het heil van Christus. Hier leed Hij voor, om mensen weer terug bij Zijn Vader te brengen. De liefde van God voor Jezus is dezelfde als voor ons. Ook voor ons gelden de woorden van deze psalm. Ook voor ons geldt dat God in de benauwdheid bij ons zal zijn, Hij zal ons uitredden en tot ere brengen. Pure liefde en pure genade is dat, onverdiende gunst, halleluja.