maandag 4 januari 2010

Kennis en bezonnenheid

Spreuken 1:4
“Ze vormen het ongeoefende verstand en geven de jeugd kennis en bezonnenheid.”

Veel mensen hebben moeite met het feit dat God ons alles heeft gegeven, terwijl ze nog niet alles zien werken. Veel mensen denken dat bijv. iemand met de gave van genezing meteen alle zieken kan genezen. Dat is niet zo. God heeft in de schepping gelegd dat voor alles een tijd is. Zaaien en oogsten gaan niet tegelijk. De vele genadegaven van God heb je wel gekregen, maar je kunt er nog niet ten volle van genieten, omdat je er nog onervaren in bent. De wijsheden van God vormen ons ongeoefende verstand. Je kan dit ook noemen de vernieuwing van je denken. Het onbezonnene gaat eraf en er komt wijsheid en bezonnenheid voor in de plaats, zodat je je parels niet aan de zwijnen geeft. De leerschool van de wijsheid is begonnen.