woensdag 30 juni 2010

Mirre, aloë en kaneel

Spreuken 7:17 
“Ik heb het besprenkeld met mirre, met aloë en kaneel.”

Deze drie ingrediënten worden ook genoemd voor de bereiding van vreugdeolie voor de koning der gerechtigheid in Psalm 45. De duivel wil zich graag gelijkstellen aan God, hij wil aanbeden worden. Maar wat een verschil tussen de Koning der ere en de wereldbeheerser van de duisternis. De Here Jezus komt met waarheid en geeft zichzelf als offerlam, terwijl de duivel zijn slachtoffers wil slachten onder het mom van komende roem en rijkdom. Hoeveel mensen hebben er al een einde aan hun leven gemaakt wegens de strikken van de zonde en de leegte van het genot? En hoeveel mensen zijn er door de liefde van God uit verlost en genieten nu van het echte leven dat eeuwig is? Laat je niet verleiden door mirre, aloë en kaneel, maar kijk voor wie het bestemd is. Kijk wie erdoor vereerd wordt en als dat niet Jezus is, laat het dan als namaak links liggen.

dinsdag 29 juni 2010

Ik heb mijn bed al opgemaakt met kostbaar linnen

Spreuken 7:16 
“Ik heb mijn bed al opgemaakt met kostbaar linnen, met bontgekleurde dekens uit Egypte.”

O, het ziet er allemaal piekfijn uit. Het kwaad weet zich goed te presenteren. Kostbaar linnen, kostbare dekens, kosten noch moeiten zijn gespaard. Hoe vaak worden slechte keuzes niet goedgepraat door wat de leugens gaan opleveren? Hoe vaak breken mensen hun woord voor wat meer kostbaarheden? De voorbeelden zijn legio. We noemen het een dief zijn van je eigen portemonnee als je de kansen laat liggen, ook al moet je daarvoor je gegeven woord breken. De sportmensen, de goden van deze tijd, gaan ons erin voor. Wil je miljonair worden, neem het dan niet zo nauw met de eerlijkheid. Dat is gerechtvaardigd door wat het oplevert. En als je dan je miljoenen binnen hebt, geef je hier en daar wat aan een goed doel, natuurlijk niet vergeten even de krant te bellen, en iedereen staat weer achter je. Het is allemaal zo doorzichtig wat de wereld ons voorschotelt. Wie is er nu wijs, wie is er nu dwaas?

maandag 28 juni 2010

Ik ging op zoek naar jou, nu heb ik je gevonden

Spreuken 7:15 
“Daarom ben ik de deur uit gegaan, ik ging op zoek naar jou, nu heb ik je gevonden.”

De vrome smoes is verteld, nu nog wat vleierij toevoegen en de jongen kan al niet meer terug, hij is betoverd. De snode plannen van de vrouw worden geraffineerd uitgevoerd. Het is als een spin die haar prooi inpakt in haar draden en daarna leegzuigt. Waar zijn de andere jongens intussen gebleven? Zijn ze doorgelopen, hebben ze nog geroepen: ‘Ga nou mee, joh?’ De prooi is geïsoleerd, hij wil ook niet dat anderen erbij zijn. Hij wil geen pottenkijkers bij het kwaad wat hij gaat doen. Ook zijn geweten werkt niet meer, hij is een gewillige prooi geworden. Nieuwsgierig naar wat ze hem nog meer gaat vertellen, wacht hij in domheid af. Volkomen passief geworden, verzet hij zich niet meer, maar geeft hij zich over aan de nacht.

zondag 27 juni 2010

Ik moest een vredeoffer brengen

Spreuken 7:14 
“Ze zegt: ‘Ik moest een vredeoffer brengen, vandaag heb ik mijn geloften ingelost.”

De kus is gegeven en nu komt de verklaring: de vroomheid druipt van deze leugen af. Herinner je nog dat elke vrome geest ook en altijd een onreine geest is? Veel vrome geesten zijn de kerk binnengedrongen. Zodra het een beetje gelovig klinkt, nemen de meeste mensen genoegen met een verklaring. Soms zijn ze zelfs onder de indruk van de toewijding van deze mensen. Het is een van de sterkste listen van de boze om mensen met vroomheid om de tuin te leiden. Bidden maakt altijd veel indruk en zeggen dat je zo trouw naar de kerk gaat. Ik kijk liever naar het leven van de mensen, naar hun gezinnen, naar hun kinderen, naar hun huis. Daar kun je zien hoe iemand is, niet in de kerk.

zaterdag 26 juni 2010

Ze grijpt de jongen vast en kust hem

Spreuken 7:13 
“Ze grijpt de jongen vast en kust hem, schaamteloos kijkt ze hem aan.”

Een kus is een uiting van liefde, maar ook de duivel bedient zich ervan. Door wie word je gekust, dat is de vraag en waarom? Is er een reden voor die kus? Met de mond uiten we woorden, maar wat gebeurt er intussen in het hart? Die twee moeten overeenstemmen. Maar haar handen grijpen terwijl haar mond kust. Het is net als bij Judas, hij verraadde Zijn meester, verkocht Hem aan de dood toen hij Hem kuste. Schaamteloos is haar blik, schaamte werkt allang niet meer bij haar. Haar gedachten zijn overweldigd door de duisternis en haar geweten heeft zich aangepast aan het kwaad. De jongen zou zich nog kunnen losrukken, net als Jozef in het huis van Potifar, maar dan moet hij wel snel zijn en beseffen dat hij op het punt staat een grote dwaasheid te begaan.  

vrijdag 25 juni 2010

Ongedurig en losbandig, als iemand die in huis geen rust vindt

Spreuken 7:11-12 
“Ongedurig en losbandig, als iemand die in huis geen rust vindt, loopt ze nu eens in de straten, dan weer op de pleinen, op elke straathoek staat ze op de loer.”

Geen rust en geen vrede kent deze vrouw. Ze is opgejaagd, zelf een prooi van de duivel en wordt er nu op uit gestuurd om anderen te vangen met haar sluwheid. Ze loert als een jagende leeuw in de straten en op de pleinen, buiten waar het volk zich ophoudt. Het is nacht en in de huizen heerst vrede en rust, maar bij haar is alles onrust en losbandig. Haar grenzen heeft ze aan de kant geschoven, van trouw aan haar man wil ze niet meer weten. Misschien denkt ze werkelijk dat een nieuwe relatie haar rust kan brengen, want de leugen is heerser geworden over haar leven. Je komt zo tegen, mensen die het recht krom noemen, die de duisternis licht noemen en onrecht recht. Het zijn misleide mensen die weer anderen meetrekken in misleiding. Wat is het toch goed en veilig om in het licht te blijven wandelen.

donderdag 24 juni 2010

En kijk, daar komt die vrouw op hem af

Spreuken 7:10 
“En kijk, daar komt die vrouw op hem af, gekleed als een hoer, een listig karakter.”

Het is zo subtiel wat hier beschreven wordt. Eerst wordt het schemerig, dan donker en dan, kijk, hoeps, ineens een vrouw, die vrouw. Ze gaat recht op haar doel af, want ze weet nu dat het geen oplettend type is. Ze is verkleed als hoer – weet je nog wel – de vlugge bevrediging – maar het is geen hoer die uit is op je geld, het is een overspelige vrouw, die uit is op je leven. Haar karakter is duivels. Ze heeft dezelfde bedoeling: roven, stelen, vernietigen en ze maakt gebruik van list en bedrog. Maar het is al zo donker, dat de jongeman zich helemaal laat inpalmen. 

woensdag 23 juni 2010

Het was in de schemering

Spreuken 7:9 
“Het was in de schemering, de avond viel, de nacht brak aan, duisternis verspreidde zich.”

Let op de opklimming in sterkte bij de beschrijving van de omstandigheden: schemering – het licht wordt minder en daarmee het zicht; de avond valt – voorteken van de komende nacht; de nacht breekt aan – het licht ontbreekt nu totaal, slechts weerspiegeling van het licht hier en daar; de duisternis verspreidde zich – breidt zich steeds verder uit. Het is een perfecte beschrijving van wat er gebeurt met een mens die zich niet meer tot God richt, die niet meer in het licht blijft. Langzaam maar zeker valt de duisternis in, totdat je erdoor gegrepen wordt. Er zijn zoveel voorstadia van zonde, waarin je gewoon terug kan keren naar het licht. Het is niet waar dat je ineens in de duisternis wandelt. Je bent al zoveel rode lichten gepasseerd, maar verblind door begeerte let je niet meer op God. Zo maak je het wel heel erg makkelijk voor de boze.

dinsdag 22 juni 2010

Hij liep door de straat, kwam bij de hoek

Spreuken 7:8 
“Hij liep door de straat, kwam bij de hoek waar zo’n vrouw woont, hij was vlak bij haar huis.”

De spanning loopt op. Zou die jongen op tijd in de gaten hebben waar hij heen loopt? Zou hij nog omdraaien en teruggaan? Hij is als een argeloos vliegje dat recht op de spin afloopt. Of als een onnozel lam dat zo in de klauwen van de leeuw drentelt. Doet dan niemand iets? Waarom grijpt God niet in? Dat heeft Hij gedaan, Hij heeft ons zijn woord gegeven. Zijn Geest is in ons en met ons om ons te leiden in alle waarheid, Gods woord is de waarheid. Niemand heeft een excuus, iedereen kan het weten. God is een wonderbare raadsman, aan Hem ligt het niet dat we dwalen. Hij staat al met open armen te wachten tot we snikkend terug komen.

maandag 21 juni 2010

Ik zag daar onervaren jongens

Spreuken 7:7 
“Ik zag daar onervaren jongens; een van hen, ontdekte ik, was zonder verstand.”

God moet wel vaak dit gevoel hebben als Hij naar ons kijkt. En toch laat Hij ons begaan. Wel omringt Hij ons met zijn liefde en wijsheid, maar we mogen tenslotte toch zelf kiezen welke weg we gaan. Maar helemaal hulpeloos zijn we niet, want God heeft ons zijn woord en zijn Geest geschonken. Ze zijn altijd bij ons en helpen ons de juiste koers te houden. Maar een dwaas zegt: ‘Er is geen God.’ Zo iemand loopt zijn ondergang tegemoet, net als deze onnozele jongen.

zondag 20 juni 2010

Ik stond eens bij het raam

Spreuken 7:6
“Ik stond eens bij het raam van mijn huis, en keek uit het venster naar buiten.”

Er valt veel te zien als je naar buiten kijkt, goede en verkeerde dingen. Je ogen zijn de vensters van je hart, waar zij naar kijken, bepaalt waar je hart zich mee vult. De Bijbel waarschuwt ons, dat we onze ogen in toom moeten houden. De meeste verleidingen beginnen met de begeerte van de ogen. Mooie reclame doet veel verkopen. We kennen het toch allemaal, dat we ineens ontdekken dat we iets nodig hebben, omdat het in een folder staat. Daarvoor wisten we nog van niets. Ik heb geleerd die folders aan een test te onderwerpen. Als ik voordat de folder kwam al iets nodig had, dan kan de folder me helpen kiezen, maar als de folder me op een idee brengt, dan gaat hij meteen de prullenbak in en richt ik mijn gedachten op iets anders. Zo houd ik mijn ogen in bedwang en volg ik niet klakkeloos iedere opwelling.

zaterdag 19 juni 2010

Ze behoeden je voor lichtzinnige vrouwen

Spreuken 7:5 
“Ze behoeden je voor lichtzinnige vrouwen, voor afgedwaalde vrouwen met hun vleierij.”

Vroeger was er een liedje dat ging zo: ‘Ach, was ik maar, bij moeder thuisgebleven..’ En de rest zal ik je besparen, maar het gaat over blauwe ogen, waar hij beter niet naar had kunnen kijken, enz. Een levenslied over een man die spijt heeft van zijn daden, maar het is te laat. En als het niet zo treurig was, zou je er om kunnen lachen. Als hadden komt, is hebben te laat. Welke fouten had jij liever niet gemaakt? Zou je geluisterd hebben, als God je van tevoren had gewaarschuwd? Dat is vaak zo jammer, dat Gods woord pas gelezen wordt nadat de fouten zijn gemaakt. Maar het woord is juist gegeven om fouten te voorkomen. Het is een licht op je pad, zodat je niet struikelt of valt.

vrijdag 18 juni 2010

Je zus en je vriendin

Spreuken 17:4 
“Zeg tegen Wijsheid: ‘Je bent mijn zuster’, noem Inzicht je vriendin.

Wijsheid en Inzicht zullen je vergezellen. Ze verheffen je boven je vijanden. Ze geven je een voorsprong in elke situatie. Gods wijsheid en inzicht staan altijd tot je beschikking. Ze zijn zo vertrouwd met je dat ze je metgezellen zijn geworden. Je kunt ze zus noemen en vriendin. Dat geeft weer dat je alles met elkaar deelt en dat je naar elkaar luistert. Zo vertrouwd als een goede zus of vriendin, zo willen wijsheid en inzicht je hartsgeheimen delen met je. Ze geven je raad en beschermen je tegen kortzichtigheid. Wijsheid reikt verder dan dit moment, het denkt na over de gevolgen van je keuze. Inzicht maakt je wijs, omdat je leert van vorige keren en van anderen, maar vooral van God zelf. Hij is je wijsheid en je inzicht.

donderdag 17 juni 2010

Draag mijn woorden als een ring aan je vinger

Spreuken 7:3 
“Draag mijn woorden als een ring aan je vinger, schrijf ze in je hart.”

God heeft ons zijn woord gegeven. Hij houdt zich ook altijd aan zijn woord, want Hij is de waarheid, Hij kan niet liegen. De Bijbel zegt ergens: ‘God is geen mens, dat Hij liegen zou.’ Daarom kunnen we Gods woord met trots dragen als een kostbare ring. Waarschijnlijk een zegelring, om te bevestigen en af te sluiten. De waarheid zal nooit veranderen. Daarom kun je er gerust je hart mee vullen, zodat het goede in je leven tevoorschijn komt. Je hart is de bron van alles. Wat je daar zaait komt op. Vul je hart met Gods kostbare beloftes. Laat je hart zijn vastheid vinden in Gods genade. Wat de wereld om je heen ook beweert, Gods woord houdt eeuwig stand. De hemel en de aarde zullen vergaan, maar Gods woord blijft tot in eeuwigheid. Je kunt erop vertrouwen. Je kunt je leven richting en bestemming geven door het woord. Het leidt en beschermt je. Heb je al wat van Gods woord genomen vandaag?

woensdag 16 juni 2010

Koester mijn lessen als het licht in je ogen

Spreuken 7:2b
“Koester mijn lessen als het licht in je ogen”

Er zijn dingen die je absoluut niet verliezen wil. Eén ervan is het licht in je ogen. We koesteren dat licht en verzorgen onze ogen om het niet te verliezen. Zo zouden we ook met Gods woord moeten omgaan. Het woord is een zaad dat moet worden gezaaid voor het gaat vruchtdragen. Als je de zegen van Gods woord in je leven wilt, zaai dan dat woord. Laat het wortelen in je hart en laat niets de oogst bederven. Koester het zaad. Alles is door het woord geworden. En nog steeds werkt God op deze manier. Luisteren en doen is zaaien en oogsten. Dat mensen dat toch niet begrijpen!

dinsdag 15 juni 2010

Mijn zoon, denk altijd aan mijn uitspraken

Spreuken 7:1-2a
“Mijn zoon, denk altijd aan mijn uitspraken, vergeet mijn woorden niet, denk altijd aan wat ik je leer, dan zul je blijven leven.”

Denken en doen is bij God hetzelfde. Wat je denkt dat doe je. Wanneer je Gods woorden overdenkt is het de bedoeling dat je ze ook toepast in je leven. De Here Jezus zei: ‘Wie mij liefheeft, bewaart mijn woorden.’ Aan de vruchten ken je de boom. Er komen geen goede vruchten aan een kwade boom en geen kwade aan een goede boom. Gods woorden brengen je direct naar Gods hart. Hij spreekt en het is er. Gods woorden hebben scheppingskracht. Wie Gods woorden ter harte neemt zal Gods kracht in zijn leven zien werken.

maandag 14 juni 2010

Hij accepteert geen zwijggeld

Spreuken 6:35 
“Hij accepteert geen zwijggeld, blijft onverbiddelijk, ook als je de afkoopsom verhoogt.”

Hoofdstuk 6 van Spreuken is een grote waarschuwing tegen de verleiding van overspel. De gevolgen worden breed uitgemeten en je moet wel je verstand kwijt zijn, als je er geen acht op slaat. God wil ons zo graag behoeden voor alle kwaad. Dat is normaal voor een vader ten opzichte van zijn kinderen. Maar elke vader zal zijn kinderen de vrijheid moeten geven. Ieder zal zijn eigen weg moeten kiezen. Onze hemelse Vader blijft met zijn wijsheid altijd bij ons. Hij is met ons en in ons. We hoeven Hem maar aan te roepen en Hij is er. We hebben door onze wedergeboorte een hemelse bron van zegen in ons binnenste. Die gaat open als we ons erop richten en sluit als we ons op de wereld richten. Als het kwaad eenmaal is geschied, kunnen de mensen kwaad op je blijven en je blijven achtervolgen met smaad en hoon. God doet dat niet. Bij Hem is je schuld afgekocht en betaald. Tegenover Hem sta je vrij, wat je ook hebt gedaan. 

zondag 13 juni 2010

De bedrogen echtgenoot

Spreuken 6:34 
“Want door jaloezie ontsteekt een man in woede, als hij wraak kan nemen, doet hij dat meedogenloos.”

De bedrogen echtgenoot is tot alles in staat. Ook daarvan zijn vele voorbeelden. Wat begon met een onschuldig lijkende flirt, eindigt vaak met moord en doodslag. Vele levens zijn erdoor verwoest, gezinnen stukgeslagen. En toch hoor je steeds openlijker beweren dat trouw dwaasheid is en dat de mens niet is geschapen voor monogame relaties. We zetten alle deuren open voor het kwaad in onze samenleving en door je gedachten ermee te voeden, gaat het je denken aantasten. Zo opent de boze steeds nieuwe harten voor verleiding. Bedrogen echtgenoten, David liet Uria uit voorzorg vermoorden, dat leek hem wel slim, maar het kostte zijn zoon het leven en veroorzaakte veel verdriet. Ook later bij Achitofel zag je dat het verraad tegen David hierin zijn wortel vond. De boze gebruikt verleiding om je te vernietigen, trap er niet in, kijk ergens anders naar. Kijk naar Gods liefde en trouw en voed je hart en je gedachten daarmee, dan blijf je in het goede spoor.

zaterdag 12 juni 2010

Smaad en schande

Spreuken 6:33 
“Hij zal door smaad worden getroffen en zijn schande zal niet worden uitgewist.”

Hier zie je de gevolgen van ingaan op overspelige verleiding. Smaad en schande is het gevolg. Je kunt het verleden niet overdoen, maar je kunt de last ervan wel afleggen. De natuurlijke gevolgen zijn weer anders dan de geestelijke. De laatste wegen vaak zwaarder. Veel mensen gaan gebukt onder gevoelens van schuld en schaamte. Het kan zelfs overslaan op je kinderen, want je bent voor hen een voorbeeld. De zonde drukt zwaar op onze samenleving en wordt dagelijks door de media gevoed en verheerlijkt. Maar er is een uitweg. De Here Jezus heeft niet alleen onze zonden op zich genomen, maar ook onze schande. Schuld en schaamte heeft Hij gedragen. De schande van de naaktheid heeft Hij naar het kruis gebracht. De spot en de hoon nam Hij op zich om ons ervan te verlossen. Hoe groot je misstap ook is geweest, Jezus heeft alle gevolgen van je overgenomen. Door je naar Hem te keren en je leven aan Hem toe te vertrouwen, door te geloven in Zijn volmaakte offer, verklaart God je rechtvaardig en rein. En als mensen je veroordelen om wat je hebt gedaan, God zal dat niet doen. Hij wil dat je gaat leven en opstaat uit de dood. 

vrijdag 11 juni 2010

Pleeg je overspel, dan heb je geen verstand

Spreuken 6:32 
“Maar pleeg je overspel, dan heb je geen verstand, wie zoiets doet richt zichzelf te gronde.”

Een brood stelen omdat je honger hebt is nog te begrijpen, maar wie overspel pleegt is zijn verstand kwijt. Dommer kun je niet worden. Je richt jezelf te gronde op die manier. We kennen allemaal de voorbeelden en de waarheid hiervan. En toch wordt het in elke tv-serie en soap voorgesteld als heel normaal. Overspel en onreinheid zijn de kenmerken van de boze. Alle demonen zijn onreine geesten. Soms zien ze er heel vroom en godsdienstig uit. Ik heb meermaals mensen horen beweren dat ze door God geleid werden naar een andere man of vrouw. Het is lariekoek en een klinkklare leugen. Het zijn geesten die je hebben betoverd om het pad van liefde en trouw te verlaten. En ik heb altijd de ravage gezien, het spoor van vernieling dat werd achtergelaten. Hoe dom kun je zijn, om de raadgevingen van God in de wind te slaan. Om in eigen kracht een weg naar de dood in te slaan, terwijl God je leiden en ondersteunen wil op de weg naar het leven. Natuurlijk zijn niet alle huwelijken goed, maar overspel is de slechtste oplossing die je kan kiezen. Je steekt een vuur aan wat als het eenmaal brandt haast niet is te blussen. En we weten allemaal wat er overblijft als het vuur voorbij is.

donderdag 10 juni 2010

Een brood stelen omdat je honger hebt

Spreuken 6:30-31 
“Een dief die steelt omdat hij honger heeft, steelt uit noodzaak. Men veracht hem niet, al moet hij het gestolene ook zevenvoudig terugbetalen als hij wordt betrapt, al kost het hem ook alles wat hij heeft.”

Voor sommige zonden en overtredingen kun je begrip opbrengen. Een dief die een brood steelt omdat hij honger heeft, kan rekenen op sympathie. Enkele jaren geleden werd dit zelfs door een geestelijke als raad gegeven aan zwervers, maar dat is natuurlijk de zaak omdraaien. Er staat niet: ‘Ga maar stelen als je honger hebt.’ Je zou je de vraag kunnen stellen waarom iemand geen geld heeft om een brood te kopen. Dat is al vreemd, want wie werkt zal eten, wie niet werken wil, zal niet eten. Had de dief geen zin om te werken? Wij zijn snel geneigd te oordelen over situaties, zonder de achterliggende oorzaak te kennen. Daarom zegt de Bijbel: veracht hem niet. In het nieuwe testament schrijft Paulus dat we elkaar terecht moeten wijzen in een geest van zachtmoedigheid, ziende op onszelf. Want zijn we zelf zoveel beter dan de ander? Misschien maken wij weer andere fouten, maar uiteindelijk is het voor iedereen de genade van God die ons staande houdt.

woensdag 9 juni 2010

Het kwaad blijft niet ongestraft

Spreuken 6:29 
“Zo vergaat het een man die de vrouw van een ander omhelst, wie zich met haar inlaat blijft niet ongestraft.”

Hiermee eindigt de waarschuwing voor de overspelige vrouw. ‘Wie zich met haar inlaat, blijft niet ongestraft.’ Dat betekent niet dat God je straft, want die straf heeft Hij op de Here Jezus gelegd, maar het betekent dat je de gevolgen van je dwaasheid wel zult moeten ondergaan. Wie zijn huwelijk in gevaar brengt, zal dat gewoon merken. Daar helpt bidden niet voor. Hier gaat het om de wet van zaaien en oogsten. Het is een wet. Het kwaad straft zichzelf. Natuurlijk wil God je voor elke dwaasheid behoeden, daarom heb je ook een Bijbel. Daarom heb je ook een gemeente die om je heen staat. God doet er alles aan om het gevaar geen kans te geven, maar uiteindelijk zijn wij het zelf, die de keuze maken. En als je dan toch bezweken bent voor de verleiding, als je dan toch een puinhoop van je leven hebt gemaakt, dan is God je trouwe bondgenoot om je te helpen je leven weer te herstellen en op de rails te krijgen. Hij veroordeelt je niet.

dinsdag 8 juni 2010

Gloeiende kolen en verbrande voeten

Spreuken 6:28
“Als hij over gloeiende kolen loopt, brandt hij dan zijn voeten niet?”

Natuurlijk brand je je voeten wel als je over vurige kolen loopt. Dat hebben al vele mensen tot hun schande ondervonden. Magiërs en tovenaars willen je nog wel eens uitdagen om het toch te proberen. En je kan dit misschien enkele seconden volhouden, maar daarna brand je onvermijdelijk je voeten. Sommige mensen zeggen: ‘Waarom heeft God onze voeten niet zo gemaakt, dat ze niet kunnen verbranden?’ Eigenlijk zeggen ze dan: ‘Waarom kunnen we niet zondigen zonder gevolgen?’ Het antwoord is: ‘Omdat God vertrouwd wil worden. Omdat Hij uit liefde gevolgd wil worden. Omdat Hij wil dat je er bewust voor kiest Hem te geloven en te volgen.’ God biedt een relatie aan gebaseerd op liefde en vertrouwen. Het is de enige manier om gelukkig en gezegend te leven.

maandag 7 juni 2010

Een mantel in brand

Spreuken 6:27 
“Als een man vuur in een plooi van zijn mantel steekt, vat zijn mantel dan geen vlam?”

Je kunt wel denken dat je je kwade bedoelingen kan verbergen, maar plotseling komt je bedrog aan het licht. We hebben het gezegde over de leugen, die wordt ingehaald door de waarheid. Ik heb vroeger als kind meegemaakt dat iemands jas in brand vloog omdat hij een brandende sigaret in zijn zak wilde verbergen voor een leraar. Zijn sigaret kon hij verbergen, maar zijn rokende jas niet. Hij was er gloeiend bij. Flirten met het kwaad veroorzaakt altijd ellende, niet doen dus. Waarom zou je flirten met een dief, een rover, of een moordenaar? Misschien zie je het niet meteen, maar achter elke verleiding zitten demonische machten die uit zijn op je leven. Het gaat hen altijd om jouw relatie met God, die willen ze vernietigen zodat je krachteloos wordt.

zondag 6 juni 2010

De jacht op je kostbare leven

Spreuken 6:26 
“Een hoer kost je niet meer dan een brood, maar de vrouw van een ander jaagt op je kostbare leven.”

Als een man een hoer bezoekt, is het hem niet om een relatie met haar te doen. Het gaat slechts om een snelle bevrediging die niet veel kost, de Bijbel zegt ‘slechts een brood’, een paar euro. Wel een duur broodje maar toch, daarna is het over. Bij een overspelige relatie liggen de zaken heel anders. Daar kom je met een brood niet vanaf, dat kost je je leven. Ezau verkocht zijn eerstgeboorterecht voor een bord soep aan Jakob. Dat was later niet meer terug te draaien. Een moment van onbedachtzaamheid kan levenslange gevolgen hebben. De duivel weet dat, God weet dat ook, maar wij zijn de domoren die dat niet schijnen te beseffen. Wanneer je gevoelens de baas worden over je beslissingen, ben je in gevaar. Voed daarom je gedachten met Gods woord. Richt je ogen op Zijn onderwijzing. Hij belooft leven en overvloed.

zaterdag 5 juni 2010

Laat haar ogen je niet strikken

Spreuken 6:25 
“Zet nooit je zinnen op haar schoonheid, laat haar ogen je niet strikken.”

Wij zien aan wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan. Een getrouwde vrouw die naar een man lonkt om hem te verleiden, is een levensbedreigend gevaar. Mannen kunnen verblind worden door uiterlijke schoonheid, een mooi lichaam of mooie ogen. Ze kunnen daardoor vergeten dat ze hun hele huwelijk en gezin op het spel zetten. Je kunt niet flirten met de duivel, het is gevaarlijker dan Russische roulette. De enig juiste reactie op verleiding is je omdraaien en weglopen. Besteed er geen aandacht aan en dat bedoel ik letterlijk, denk er niet over, voed je gedachten er niet mee. Keer je naar God en ga in tongen bidden, of een lied zingen over Gods trouw. Bedenk de dingen die boven zijn en reinig je gedachten erdoor. Blijf net zo lang God prijzen tot die vrouw niet meer in je gedachten is. Dan heb je de brandende pijlen van de boze gedoofd en je leven gered van een grote dwaasheid. Wees op je hoede. Als je ogen slecht zijn, zal heel je lichaam duisternis zijn.

vrijdag 4 juni 2010

Hun onderricht beschermt je

Spreuken 6:24 
“Hun onderricht beschermt je tegen lichtzinnige vrouwen, tegen de gladde woorden van een afgedwaalde vrouw.”

De eerdere waarschuwing was tegen hoererij, maar nu gaat het om overspel. Lichtzinnige vrouwen zijn getrouwd, maar blijven ook lonken naar overspelige relaties. Mannen zijn makkelijker te verleiden dan vrouwen. Mannen staan sneller in brand om het zo maar eens te zeggen. Wanneer een vrouw er echt op uit is een man te verleiden, dan lukt dat meestal wel, behalve als die man een bescherming heeft. Gods raadgevingen vormen die bescherming. Ook hier begint de verleiding met gladde woorden, verleidelijke praatjes, of tegenwoordig wellicht sms-jes. Gods onderwijzing beschermt je ertegen. Alle woorden hebben kracht, ze maken je levend of dood. Gods woorden maken je levend, sluit je oren en je ogen en je hart voor de listige praatjes van de boze. Hoe mooi die woorden ook verpakt zijn in een prachtig lichaam, ze zullen je volkomen vernietigen. Je leven en je geluk staan op het spel, wanneer je denkt dat een getrouwde vrouw wel betrouwbaar zal zijn.

donderdag 3 juni 2010

De weg naar het leven

Spreuken 6:23 
“Want de lessen van je vader en je moeder zijn een lamp, een licht dat je vermaant en de weg wijst naar het leven.”

‘Wij allen dwaalden als schapen, ieder op zijn eigen weg’, schrijft de profeet Jesaja. Daarmee geeft hij aan hoe slecht we geleid willen worden. We willen zelfs niet samenwerken, ieder een eigen weg. Dan komt de Goede Herder, Jezus. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven, alles wat we nodig hebben. ‘Volg Mij’, zegt Hij, ‘Ik ben het Licht.' Een mens kan zo’n goed en gezegend leven hebben, wanneer hij Jezus volgt, Zijn raad ter harte neemt en op Zijn woord vertrouwt. Vermanen betekent hier en overal bemoedigen. Alles wat Jezus van je vraagt is Hem te vertrouwen en te geloven wat Hij zegt. Door Zijn raad op te volgen, kom je uit bij het rijke, volle leven, wat God voor ieder bedoeld heeft. God wil dat we leven hebben en overvloed, een gezegend leven. Wie ga je volgen vandaag, waardoor laat je je leiden, wat motiveert je? Er is maar een weg die naar het leven leidt, de rest gaat naar de dood.

woensdag 2 juni 2010

Moge het je leiden, over je waken, je raden

Spreuken 6:22 
“Moge het je leiden op de wegen die je gaat, moge het over je waken als je slaapt, moge het je raden als je wakker wordt.”

De onderwijzing van God is een persoon. Alle wijsheid van God en alles wat er te leren valt, komt tot ons in de persoon van Jezus. Omdat Hij naar de hemel is gegaan, hebben wij Zijn Geest ontvangen. De Geest der waarheid, leidt ons in alle waarheid en gebruikt daarbij Gods woord, de Bijbel. Dat woord brengt ons naar het hart van God: Jezus. Hij is de afdruk van Gods wezen. Overdag is het woord er om je te leiden, het is een licht op je pad. In de nacht waakt het woord over je en in de morgen staat het je ten dienste. Overal en altijd is Gods Geest van wijsheid tot je beschikking. Je hoeft je aandacht er maar op te vestigen en je bent in verbinding. Toch staat er drie keer ‘moge’ in de tekst. God zou het graag willen, maar wil jij het ook? Of die stroom van Goddelijke genade in jou gaat werken, hangt niet van God af, maar van jou. Het staat je ter beschikking, maar alleen door geloof gaat het werken. De daders van het woord ervaren Gods wijsheid en kracht.

dinsdag 1 juni 2010

Bind hun onderricht voor altijd op je hart

Spreuken 6:21 
“Bind hun onderricht voor altijd op je hart, wind het om je hals.”

Van wet ga je dood, maar van genade ga je leven. Bij het opvoeden moeten we geen geboden en verboden aanleren, maar liefde en verantwoordelijkheid. Als Gods liefde en genade, zijn vergeving en ontferming je hart gaan vullen, dan zullen er andere woorden uit je mond komen. Niet langer veroordeling, maar bewogenheid, geen wet, maar genade. Voor altijd Gods onderwijs daarover – dat is het leven van Jezus – in je hart. Alle woorden uit je mond gaan door je hals. De lucht die je in- en uitademt gaat erdoor. Vanuit je hart, door je hals en mond naar buiten. Gods bedoeling is, dat we op die manier de duivel geen kans geven. Je hemelse Vader en Moeder leren je hoe je levend wordt en leven geeft. Gods woord en Geest geven je wijsheid en inzicht in hoe je moet reageren op alles wat op je pad komt. Bind dat onderricht op je hart, dan blijf je vrij van bitterheid en veroordeling.