zaterdag 4 september 2010

Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig

Spreuken 10:5
“Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig, slaapt hij in de oogsttijd, dan maakt hij zijn ouders te schande.”

In de oogsttijd moet je niet slapen maar oogsten. Doe je dat niet, dan komt er honger, want je voorraden raken uitgeput. Aangezien de ouders vroeger werden onderhouden door hun zonen, werden zij daardoor eveneens te schande gemaakt. De opvoeding had kennelijk gefaald. Wij leven geestelijk ook in de oogsttijd. Wij mogen nu plukken van de overvloed aan genade die door Jezus voor iedere gelovige is vrijgezet. Het is een eer voor onze hemelse Vader als we die oogst ook benutten. De eerste vruchten – de beste vruchten – zijn voor de Landman. Alle lof, eer en glorie is voor Hem. Hij geniet als wij genieten. Wij hebben de wasdom niet gegeven, maar Hij. Wij hoeven slechts te oogsten wat God heeft bereid. Net als Adam en Eva in de hof. Het is alles zeer goed.