Spreuken 17:26
“Het is verwerpelijk om een onschuldige een boete op te leggen, een edel mens zweepslagen geven is in strijd met het recht.”
zaterdag 30 april 2011
Het is verwerpelijk om een onschuldige een boete op te leggen
vrijdag 29 april 2011
Een dwaze zoon
Spreuken 17:25
“Een dwaze zoon is een groot verdriet voor zijn vader, bitterheid voor haar die hem heeft gebaard.”
donderdag 28 april 2011
Een verstandig mens heeft wijsheid op het oog
Spreuken 17:24
“Een verstandig mens heeft wijsheid op het oog, een dwaas staart weg in wazige verten.”
woensdag 27 april 2011
Een goddeloze haalt een buidel geld te voorschijn
Spreuken 17:23
“Een goddeloze haalt een buidel geld te voorschijn, hij koopt om en kromt de paden van het recht.”
dinsdag 26 april 2011
Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid
Spreuken 17:22
“Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid, een sombere geest verzwakt het lichaam.”
maandag 25 april 2011
Wie een dwaas verwekt
Spreuken 17:21
“Wie een dwaas verwekt, zal verdriet ervaren, er is geen vreugde voor de vader van een dwaas.”
zondag 24 april 2011
Wie onbetrouwbaar is, vindt geen geluk
Spreuken 17:20
“Wie onbetrouwbaar is, vindt geen geluk, wie een valse tong heeft, stort zichzelf in het verderf.”
zaterdag 23 april 2011
Wie van ruzie houdt
Spreuken 17:19
“Wie van ruzie houdt, doet een ander graag geweld aan, wie een grote mond opzet, zoekt zijn eigen ondergang.”
vrijdag 22 april 2011
Wie al te makkelijk een handslag geeft
Spreuken 17:18
“Wie al te makkelijk een handslag geeft, wie zomaar borg staat voor een ander, ontbreekt het aan verstand.”
donderdag 21 april 2011
Een vriend is je altijd toegedaan
Spreuken 17:17
"Een vriend is je altijd toegedaan, je broer is geboren om te helpen in tijden van nood.”
woensdag 20 april 2011
Welk nut heeft geld in de hand van een dwaas?
Spreuken 17:16
“Welk nut heeft geld in de hand van een dwaas? Dom als hij is, kan hij toch geen wijsheid kopen.”
dinsdag 19 april 2011
Wie een goddeloze vrijspreekt
Spreuken 17:15
“Wie een goddeloze vrijspreekt en wie een rechtvaardige beschuldigt, beiden zijn de HEER een gruwel.”
maandag 18 april 2011
Wie een ruzie begint, ontketent een stortvloed
Spreuken 17:14
“Wie een ruzie begint, ontketent een stortvloed; staak de strijd voordat hij losbarst.”
zondag 17 april 2011
Als je telkens goed met kwaad vergeldt
Spreuken 17:13
“Als je telkens goed met kwaad vergeldt, verdwijnt het kwaad nooit uit je huis.”
zaterdag 16 april 2011
Beter dat je een berin ontmoet
Spreuken 17:12
“Beter dat je een berin ontmoet die beroofd is van haar jongen dan een dwaas met al zijn dwaasheid.”
vrijdag 15 april 2011
Een kwaadaardig mens
Spreuken 17:11
“Een kwaadaardig mens is alleen op ruzie uit, er wordt een onheilsbode op hem afgestuurd.”
donderdag 14 april 2011
Een verwijt kan je raken
Spreuken 17:10
“Een verstandig mens wordt meer geraakt door een verwijt dan een dwaas door honderd slagen.”
woensdag 13 april 2011
Vriendschap dekt fouten toe
Spreuken 17:9
“Wie vriendschap zoekt, dekt fouten toe, wie ze telkens oprakelt, verliest zijn vrienden.”
dinsdag 12 april 2011
Wie steekpenningen uitdeelt
Spreuken 17:8
“Wie steekpenningen uitdeelt, denkt edelstenen uit te delen, zo hoopt hij overal succes te hebben.”
maandag 11 april 2011
Verheven woorden passen niet bij een dwaas
Spreuken 17:7
“Verheven woorden passen niet bij een dwaas, leugens des te minder bij een edel mens.”
zondag 10 april 2011
De zegen van nageslacht
Spreuken 17:6
“Kleinkinderen zijn voor grootouders de kroon op hun leven, kinderen zijn trots op hun voorouders.”
zaterdag 9 april 2011
Wie een verschoppeling bespot
Spreuken 17:5
“Wie een verschoppeling bespot, beledigt zijn schepper, wie zich over iemands ongeluk verheugt, blijft niet ongestraft.”
vrijdag 8 april 2011
Kwaadaardige woorden, verderfelijke taal
Spreuken 17:4
“Een boosdoener is gespitst op kwaadaardige woorden, een bedrieger luistert graag naar verderfelijke taal.”
donderdag 7 april 2011
De HEER toetst het hart
Spreuken 17:3
“De smeltkroes toetst het zilver, de oven toetst het goud, de HEER toetst het hart.”
woensdag 6 april 2011
Geen slaaf maar zoon
Spreuken 17:2
“Een verstandige slaaf verdrijft een onwaardige zoon, hij deelt samen met de broers in de erfenis.”
dinsdag 5 april 2011
Vrede of voedsel
Spreuken 17:1
“Beter een stuk droog brood en vrede dan een huis vol met voedsel en ruzie.”
maandag 4 april 2011
Ons lot is bepaald
Spreuken 16:33
“Men werpt het lot in een mantel, de HEER bepaalt hoe het valt.”
‘De Heer heeft vroeger op vele wijzen gesproken’, schrijft Paulus aan de Hebreeën, ‘maar tot ons spreekt Hij nu in de Zoon.’
zondag 3 april 2011
Beter een geduldig mens dan een vechtjas
Spreuken 16:32
“Beter een geduldig mens dan een vechtjas, beter zelfbeheersing dan een stad veroveren.”
zaterdag 2 april 2011
De ouderdom is een prachtige kroon
Spreuken 16:31
“De ouderdom is een prachtige kroon, je vindt hem op de weg van de rechtvaardigheid.”
vrijdag 1 april 2011
Ogen en mond open
Spreuken 16:30
“Wie heimelijk zijn oog dichtknijpt, heeft kwaad in de zin, wie zijn lippen samenperst, heeft het kwaad al gedaan.”