vrijdag 30 september 2011

Gezond en gezegend

Spreuken 23:8
“Wat hij je voorzet, braak je uit, je vriendelijke woorden zijn aan hem verspild.”

Bij een gierigaard aan tafel gaan is geen zegen maar een vloek. De gierigaard is een symbool van de duivel. Hij gunt je niets, integendeel, hij verwoest je leven. Hij is een rover en een moordenaar. De enige die leven geeft is Jezus. Hij nodigt je aan zijn tafel en je mag er overvloedig van nemen en eten. Daar geniet Hij van. Hij vindt het heerlijk als we vrijmoedigheid hebben om te nemen. Daarvoor heeft Hij het klaargemaakt. De spijzen van een gierigaard – die bestaan uit wetten en geboden – braak je uit. Iemand die door Gods genade in de vrijheid is gezet verdraagt dat niet meer. Jezus is onze spijs geworden. We eten en drinken van Hem en worden er gezond en gezegend door.

donderdag 29 september 2011

Hij is door en door berekenend

Spreuken 23:7
“Hij is door en door berekenend. Zegt hij: ‘Tast toe,’ dan meent hij er niets van.”

We hebben het over de gierigaard, de hebzuchtige, degene die denkt: ‘Ik moet verzamelen, anders kom ik tekort.’ Iemand die een ander niets gunt, omdat hij het liever zelf houdt. Jezus zei tegen zo iemand: ‘Verkoop alles wat je bezit en deel het uit aan de armen.’ Op zo’n moment komen de ware motieven naar boven. De man ging verdrietig heen, want hij bezat vele goederen. We weten niet hoe het afliep met hem, maar we kunnen ons eigen hart onderzoeken. Als we iets geven, doen we het dan blijmoedig en zonder bijgedachten? Hebben we al geleerd dat Jezus te vertrouwen is als Hij zegt: ‘De Vader zal voor je zorgen, zoek eerst zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid.’ Dat betekent, leer eerst dat Gods koninkrijk en Zijn gerechtigheid gemaakt en bedoeld zijn voor jou. Je zult niets tekort komen, wanneer je je geloof op Hem gevestigd houdt.

woensdag 28 september 2011

Ga niet aan tafel

Spreuken 23:6
“Ga niet aan tafel bij een gierigaard, laat je niet verleiden door zijn lekkernijen.”

Sommige dingen gaan niet samen. Gierigheid en gulheid bijvoorbeeld zijn niet te combineren. Wanneer een gierigaard je uitnodigt aan tafel, doet hij dat alleen omdat hij iets van je wil hebben. Hij wil je niets geven, maar je iets afnemen. Wees op je hoede. Aan de vruchten ken je de boom. Een gierigaard heeft een gierige aard, het gierige zit diep van binnen. De motivatie is meestal angst. Het kan angst voor tekorten zijn, of angst om van anderen afhankelijk te worden, maar toch angst. Bij God kunnen gierigaards veranderen. De liefde van God en Zijn gulheid doet elke angst verdwijnen. De enige reden om bij een gierigaard aan tafel te gaan is liefde. De liefde van Jezus kan door ons heen het hart van de ander raken. Daarom was Jezus ook zo vaak aan tafel te vinden bij mensen die Hem niets te bieden hadden. Ook dat is de vrucht van genade.

dinsdag 27 september 2011

Zodra je op rijkdom afvliegt

Spreuken 23:5
“Zodra je op rijkdom afvliegt, is die al verdwenen. Hij krijgt vleugels, plotseling, en vliegt als een arend weg.”

Mijn buurman leerde me hoe ik als kind een vogel moest vangen. ‘Leg makzout op zijn staart’, zei hij ‘en dan kun je hem gewoon pakken.’ Het bleek even onwaar als die pot goud aan het einde van de regenboog. Soms jagen we iets na wat helemaal niet bestaat, of onbereikbaar is. Rijkdom najagen is ook zoiets. Sommigen hebber er werkelijk alles voor over om rijk te worden, maar rijkdom zit binnenin je. Wie Jezus kent als Heer is rijk, want dan weet je dat je leeft onder Gods zegen. Die zegen is zoveel groter dan rijkdom, dat God zegt: ‘En al het andere krijg je bovendien.’ Wie onder Gods goedkeuring leeft – uit genade leeft – hoeft alleen te geloven dat Zijn liefhebbende Vader zal voorzien naar de rijkdom van Zijn genade, overvloedig dus.

maandag 26 september 2011

Tob jezelf niet af om rijk te worden

Spreuken 23:4
“Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij.”

De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. Vroeger dacht ik dat ik dat geestelijk moest opvatten, maar de zegen des Heren is niet een soort algemene tevredenheid, een soort van nou ja, wees maar blij dat het ooit eens goed zal komen, nee de zegen des Heren is een bron voor nu. Die zegen is vandaag voor jou en het goede nieuws is, dat die zegen onafhankelijk is van aardse systemen en economieën. Die zegen valt je ten deel uit Gods hand, omdat Christus in jou de wet heeft vervuld. Christus is jouw garantie voor zegen. Je kunt ontspannen naar je werk gaan, want je bent er niet van afhankelijk. God zal je zegenen op al je wegen, omdat je leeft als rechtvaardige. Christus heeft je gerechtvaardigd, Hij is je bron. Is er dan helemaal niets wat die zegen kan tegenhouden? Jawel, ongeloof. Wanneer je niet gelooft dat God je zegent omdat je in Christus volmaakt bent, dan zul je zelf voor je rijkdom moeten gaan ploeteren. Dat lijkt me geen goed plan.

zondag 25 september 2011

Laat je niet verleiden

Spreuken 23:3
“Laat je niet verleiden door zijn lekkernijen, want je wordt erdoor misleid.”

De begeerte der ogen is een van de drie manieren die de duivel heeft om een mens te misleiden. De reclamemensen weten dit ook en daarom vallen er elke week zoveel gekleurde folders op de mat. Wanneer we iets zien dat er aantrekkelijk uitziet, denken we meteen dat we het nodig hebben, of zouden kunnen gebruiken. Bij God zijn de ogen de spiegel van de ziel. Wat er in je binnenste leeft bepaalt hoe je kijkt en waarnaar je kijkt. Het bepaalt ook of je reageert op wat je ziet. Soms kun je beter je oog afwenden om niet in verleiding te komen. Wanneer je je oog op Jezus gericht houdt, bijvoorbeeld door over Hem na te denken en te genieten van zijn aanwezigheid in je leven, of door aanbiddingsmuziek te beluisteren of een goede preek, geniet je niet alleen van zijn liefde, maar houd je ook de verleiding buiten de deur.

zaterdag 24 september 2011

Bedwing je gulzigheid (niet)

Spreuken 23:2
“Bedwing je gulzigheid, ook al houd je van een goede maaltijd.”

Bij een aardse machthebber moet je aan tafel niet al te gulzig zijn, voor je het weet heb je een slechte naam. Ook Jezus merkte dat toen Hij op aarde was. Niet dat Hij gulzig was, maar Hij werd toch een vraatzuchtig mens en een wijndrinker genoemd, terwijl Johannes de Doper, die de matigheid zelve was, werd beschuldigd een boze geest te bezitten. In de ogen van sommige mensen kun je het nooit goed doen, maar gelukkig zijn we aan Gods tafel veilig. Hij moedigt ons aan overvloedig te nemen van al het goede dat Hij ons schenkt. De spijzen op zijn tafel zijn vergeving, verzoening, bevrijding, liefde, hoop, verlossing, gezondheid, kracht, geduld, wijsheid. Kortom als we van Hem eten worden we als Hij vol van genade en waarheid. God noemt dat overvloedig leven. Het is ons van Godswege van harte gegund.

vrijdag 23 september 2011

Bij een machtig man aan tafel

Spreuken 23: 1
“Als je bij een machtig man aan tafel zit, vergeet dan niet wie je voor je hebt.”

De volgende verzen geven aan waarom je dat niet mag vergeten. Die machtige man kan jou namelijk maken en breken. Hij zal je beoordelen aan zijn tafel, dus pas op. David mocht als jongeman bij koning Saul vertoeven, maar af en toe was hij zijn leven niet zeker. Wat een schril contrast met de tafel van onze Koning en Heer. Wij mogen niet alleen mee-eten, maar zijn ook onder de bescherming en onder de gunst van de Koning. Door de gerechtigheid van Jezus zijn we voor altijd gerechtvaardigd en komen we nooit onder Gods oordeel of hoeven we ooit zijn toorn te vrezen. Toch is het goed om steeds te beseffen wie je voor je hebt. Onze liefhebbende Vader is voor ons zo dichtbij gekomen, dat we soms vergeten dat Hij de Almachtige is, voor wie hemel en aarde moeten buigen. Vergeet onder de genade ook de aanbidding niet.

donderdag 22 september 2011

Zie je iemand die bekwaam is

Spreuken 22:29
“Zie je iemand die bekwaam is? Hij komt in dienst van de koning, onaanzienlijken zal hij niet dienen.”

Wie bekwaam is mag de koning dienen, hij zal niet een onaanzienlijke dienen. Ons is vaak verteld dat we onwaardig en onbekwaam zijn in Gods ogen en dat is ook zo. Maar in Christus zijn we bekwaam geworden, we hebben Zijn bekwaamheid ontvangen en zijn meteen in dienst gekomen bij de Koning. Echter niet als bediende of als slaaf, maar als zoon en erfgenaam van de troon. We mogen nu onszelf beschouwen als mensen die vroeger nietswaardig waren, maar nu kostbaar en hooggeschat. We zijn bewoners geworden van Gods huis en de Koning is onze Vader. We zijn opgetrokken naar Gods niveau dank zij het offer en het bloed van Jezus. Je mag elke dag tegen jezelf zeggen: ‘Ik ben zeer bekwaam en in dienst van de Koning. Al het zijne is het mijne en ik mag voor altijd in zijn huis verblijven.’

woensdag 21 september 2011

Verplaats geen oude grenzen

Spreuken 22:28
“Verplaats geen oude grenzen, je voorouders hebben ze vastgesteld.”

Grenzen kun je niet zomaar verleggen, want dan kom je op het terrein van een ander en die laat dat zeker merken. Ook geestelijk zijn er grenzen, die zijn door God bepaald om ons veilig te laten wonen. Zo zijn christenen overgezet in het koninkrijk van Gods geliefde zoon. Daarbuiten is het gebied van zonde en dood, waaruit we verlost zijn. Wie net als de verloren zoon zijn veilige gebied verlaat, komt uiteindelijk bij de varkens terecht. Je kunt Gods grenzen niet oprekken. Je kunt niet de duisternis binnenlopen en denken dat het daar ook wel licht zal zijn. We hebben een vrije wil en God is genadig, maar toch is de beste plek dicht bij Gods troon te blijven. Daar ontvangen we hulp en genade en worden we gezegend in veiligheid.

dinsdag 20 september 2011

Als je die niet kunt voldoen

Spreuken 22:27
“… als je die niet kunt voldoen, halen ze je bed onder je vandaan.”

Als mensen borg staan voor de schuld van een ander kan het slecht aflopen. Dat risico bereken je van tevoren en dan neem je je besluit het wel of niet te doen. Jezus wist dat niemand zijn schuld zou kunnen betalen en wilde toch borg staan. Hij gaf zijn leven terwijl Hij van tevoren wist dat het zijn dood zou betekenen. Wat mensen zelfs voor een vriend niet zouden doen – je leven geven voor de schuld van een ander – deed Jezus voor vijanden. Toen wij nog haters en spotters waren, gaf Hij zijn leven. Hij stierf uit liefde voor de wereld, om ieder te verlossen en te verzoenen met God. Er was slechts een voorwaarde, dat mensen zouden geloven in wat Hij heeft gedaan. Dat ze zouden geloven dat de schuld is vereffend en dat de zonde is weggedaan. Omdat Jezus borg is, hoeven wij geen oordeel meer te vrezen. Alles is betaald en we zijn door God als zijn geliefde kinderen aangenomen. Geloof je dat, dan is het zo. Dank zij onze liefdevolle, genadige Borg.

maandag 19 september 2011

Geef niet zomaar een handslag

Spreuken 22:26
“Geef niet zomaar een handslag, sta niet zomaar borg voor een schuld...”

Als iemand borg wil staan voor de schuld van een ander, neemt hij een risico zijn vermogen te moeten aanspreken voor dat bedrag. Iemand die borg staat zegt eigenlijk: ‘Jouw schuld is mijn schuld.’ Natuurlijk hoopt hij dat er van zijn borg staan geen gebruik zal worden gemaakt en dat zijn rijkdom niet verminderen zal. Hoe bijzonder was het dan, dat Jezus niet alleen borg stond voor de schuld van de wereld, maar die ook volledig betaalde. Hij gaf zelfs zijn leven om ons uit de schulden te halen. De raad die Hij zelf geeft – geef niet zomaar handslag – sloeg Hij daarmee niet in de wind. Hij heeft er heel goed over nagedacht toen Hij zei: ‘Zie, hier ben Ik, om uw wil o God te doen.’ Zou deze borg ons nu aan ons lot overlaten? Zou Hij die ons liefhad tot in de dood, nu niet meer naar ons omkijken? Onbestaanbaar. Hij staat nog steeds borg voor ons leven en neemt alle kosten voor zijn rekening.

zondag 18 september 2011

Volg geen heethoofd

Spreuken 22:25
“…opdat je niet dezelfde weg gaat als hij en voor jezelf een valstrik zet.”

Het gaat nog steeds over de heethoofden en de driftkoppen uit het stukje van gisteren. Jezus verhief zijn stem niet op de straat, Hij was en bleef in de rust. Toen Petrus eens teveel vanuit zijn emotie reageerde, stuurde Jezus hem weg. Jezus herkende satan in die drift en dat is waar het om gaat. Laat je niet door de boze in de luren leggen, want het is een valstrik. Mensen zijn nooit onze tegenstanders leert de Bijbel, het zijn de boze geesten die mensen opzetten om ons uit de rust te halen. Jezus leeft in jou en daar is het de boze om te doen. Als hij jou bij Jezus vandaan kan trekken, als hij jou op je emoties kan richten of op je problemen, heeft hij zijn zin. Vanuit de genade leren we op Jezus gericht te zijn en van Hem de hulp te verwachten die nodig is. Soms kost het even tijd om weer in de rust te komen, maar hoe sneller we het pad van de heethoofden verlaten, des te sneller zijn we terug in de rust. Het is belangrijk met wie je omgaat, want je vrede en vreugde staan op het spel.

zaterdag 17 september 2011

Ga niet om met een heethoofd

Spreuken 22:24
“Ga niet om met een heethoofd, houd je niet op met een driftkop, …”

Bij sommige mensen voel je je op je gemak, bij anderen heel ongemakkelijk. Soms zou je liever in de grond zakken en onzichtbaar worden, dan gezien worden met iemand die zijn drift niet kan beheersen. Woede uitbarstingen zijn een teken van onvermogen. Mensen die snel driftig worden, hebben een heel kort lontje en maken vaak veel stampij. Wegwezen is dan het devies en wegblijven als het bij dezelfde mensen vaker voorkomt. Voor je het weet word je zelf ook heethoofdig of word je betrokken bij situaties die niets meer met liefde en genade te maken hebben. Behoed jezelf en blijf in de rust, dat is beter voor je hart.

vrijdag 16 september 2011

Want de HEER verdedigt hun rechten

Spreuken 22:23
“Want de HEER verdedigt hun rechten, wie hen bedreigen, jaagt hij de dood in.”

Ik moest drie keer kijken naar deze vertaling en vind hem nog steeds onbegrijpelijk. Er wordt hier gesuggereerd dat God mensen de dood in jaagt. Het goede nieuws is: God redt van de dood en Hij zoekt wegen om iedereen te redden. Maar als mensen het evangelie weigeren aan te nemen, als Gods liefde wordt afgewezen, ja dan blijft er niets anders over dan de consequentie dat je verloren gaat. Je sterft, of eigenlijk ben je al gestorven, maar omdat je het leven niet hebt gegrepen, blijf je in de dood en in de duisternis. Dat is wat dit vers leert. Mensen die harteloos zijn, leven in de duisternis en als dit niet verandert, zul je eindigen in de eeuwige dood. Maar God is een ontfermer en een redder. Hij ontfermt zich over arme verschoppelingen en Hij ontfermt zich over harteloze mensen, want Hij wil niet dat er iemand verloren gaat.

donderdag 15 september 2011

Beroof een arme niet

Spreuken 22:22
“Beroof een arme niet, hij is al arm genoeg. Vertrap een verschoppeling niet als hij terechtstaat in de poort.”

Armoede is geen zegen maar een vloek. Een verschoppeling is iemand die we liever een schop geven dan een tegoedbon. Maar God wordt liever zelf arm om de arme rijk te maken. Hij laat zich liever zelf uitkleden om de verschoppeling te kleden. Gods hart gaat uit naar mensen die om wat voor reden ook aan lager wal zijn geraakt. Gods hart breekt als Hij ziet dat zelfs de armen nog worden beroofd en dat de verschoppelingen worden vertrapt. Dit is niet wat God voor ogen staat met de aarde. Dit is niet het overvloedige leven dat Hij geven wil aan wie gelooft. God zoekt wegen om te redden wat verloren dreigt te gaan en heel vaak gebruikt Hij daarvoor mensen zoals jij en ik.

woensdag 14 september 2011

De waarheid leren

Spreuken 22:21
“Het is om je de waarheid te leren, waarachtige woorden, om een betrouwbaar antwoord te geven aan wie je heeft gestuurd.”

Het denken van de mens is verontreinigd door de zonde. Nu Jezus ons heeft verlost uit de slavernij van de zonde, moet ons denken worden vernieuwd. Dat valt niet mee in een wereld die nog in zonde leeft. De denkpatronen van de wereld berusten op macht en heerschappij vanuit menselijk vermogen, terwijl Gods waarheid berust op liefde en kracht die God verleent. De enige bron die we kunnen vertrouwen als het om waarheid gaat, is Jezus. Hij spreekt waarheid, doet waarheid en brengt waarheid. Alles wat Hij zegt over de Vader, over de mens, over de toekomst is waar. Wie naar Hem luistert wordt wijs en vernieuwd in zijn denken. Je wordt zelf iemand die de wereld vanuit Gods perspectief bekijkt en in alles rekening houdt met Zijn gedachten. Dat is een zegen voor jezelf, maar ook voor degenen die je ontmoet.

dinsdag 13 september 2011

Dertig spreuken

Spreuken 22:20
“Heb ik niet dertig spreuken voor je opgeschreven, vol kennis en goede raad?”

Wat zou je opschrijven voor je kinderen als je maar dertig spreuken of raadgevingen mocht geven? Zou je ze waarschuwen tegen gevaren en ze vertellen wat ze vooral niet moeten doen? Zou je ze tips geven om gezond te eten en op tijd rust te nemen? Zou je ze wijzen op het belang van een goede naam? En wat zou je ze meegeven als je maar tien spreuken mocht noteren, of vijf? Wat zijn de belangrijkste boodschappen die je aan de volgende generatie wil vertellen? De keuze van Salomo kunnen we lezen en het komt er vooral op neer te vertrouwen op God en goed te leven met je naasten. Dat kan alleen vanuit rust. Jezus zegt: ‘Kom maar bij mij, ik geef je rust.’ De innerlijke rust van het weten geliefd en verzekerd te zijn bij Vader, is het beste wat je als mens kan ontvangen. En kan doorgeven natuurlijk.

maandag 12 september 2011

Opdat je op de HEER vertrouwt

Spreuken 22:19
“Jou laat ik ze horen, nu, opdat je op de HEER vertrouwt.”

Koning Salomo geeft zijn wijsheid door aan zijn zoon, opdat hij op de Heer vertrouwt. Dat laatste moet de zoon zelf doen, maar Salomo neemt zijn verantwoordelijkheid als vader heel serieus door Gods wijsheden door te geven. Het is een mooi voorbeeld van de levend-water-functie. Een bron met stilstaand water laat het water bederven. Maar als de bron voortdurend wordt aangevuld omdat er uit geput wordt, zal hij levend en gezond blijven. De wijsheden van God vormen een fontein die uit ons binnenste naar buiten stroomt. Deze stroom naar buiten zorgt ervoor dat het binnen fris en gezond blijft. Zo wordt de zegenende ziel ook zelf gezegend. Let ook op het tijdstip van doorgeven. Salomo zegt: ‘Nu’, zodat die wijsheden aanwezig zijn op het moment dat de zoon ze nodig heeft. Laat je kinderen al jong ervaren wat wandelen met God voor jou betekent.

zondag 11 september 2011

Het is goed Gods woorden vast te houden

Spreuken 22:18
“Het is goed ze vast te houden, zodat je ze altijd op je lippen hebt.”

De woorden van Jezus zijn een rijk bezit. Het zijn schatten van wijsheid en inzicht, rechtstreeks geopenbaard vanuit Gods hart. Paulus schrijft: ‘Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen.’ Ik ben enorm gezegend omdat ik elke dag een Bijbelverhaal moest voorbereiden en vertellen voor de klas. Die woorden en verhalen zijn een deel van mijn gedachteleven geworden. Ze schieten gewoon te binnen, wanneer ik ze nodig heb. Dat doet de Heilige Geest, Hij brengt je te binnen wat Jezus heeft gezegd en gedaan, zodat je zelf weet wat je kiezen moet in bepaalde omstandigheden. Maar ook, zodat je weet wat je zeggen kan of moet in bepaalde omstandigheden. Paulus schrijft: ‘Laat je hart vastheid vinden in genade.’ Dat is eigenlijk hetzelfde. Je moet die genade eerst weten voor je erop kan vertrouwen. Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen.

zaterdag 10 september 2011

Schenk mijn kennis een aandachtig oor

Spreuken 22:17
“Schenk mijn kennis een aandachtig oor, luister naar de woorden van de wijzen.”

Er is al heel wat kennis overgedragen van generatie op generatie. Er zijn al heel wat inzichten veranderd door de eeuwen heen, maar Gods woorden blijven onwrikbaar dezelfde. Het is goed aandacht te geven aan de lessen van vorige generaties, maar het is nog beter je te laten opvoeden en leiden door de woorden van God zelf. Hij is je liefhebbende Vader, die weet wat je nodig hebt. In Jezus hebben we alle schatten aan kennis en wijsheid. ‘Hoort naar Hem’, zei God de Vader tegen de discipelen. Het is ook voor ons het allerbeste om de woorden van Jezus te overdenken en toe te passen. Hij openbaart het leven en wie Hem liefheeft, bewaart Zijn woord.

vrijdag 9 september 2011

Wie een arme onderdrukt

Spreuken 22:16
“Wie een arme onderdrukt, maakt hem enkel rijk, wie een rijke geld geeft, zorgt ervoor dat hij gebrek lijdt.”

Een moeilijk te doorgronden tekst deze keer. Zo op het eerste gezicht erg onlogisch. Maar wie de moeite neemt erover na te denken, krijgt inzicht in Gods verborgen werken. God weerstaat namelijk de hoogmoedige, maar de nederige schenkt Hij genade. God neemt het op voor de verdrukten en zegent hen met innerlijke rijkdom. Een arme die wordt onderdrukt heeft alleen nog God om op te vertrouwen en dat maakt Hem rijk. Maar de rijke die ook nog meer krijgt heeft God niet nodig en verarmt. Moeten we dan de armen maar onderdrukken, zodat ze rijk worden? Wat een onzinnige vraag. We moeten de arme niet onderdrukken en de rijke niet bevoordelen. Gebeurt het echter toch, dan zal God de kant kiezen van de arme en hem rijk maken.

donderdag 8 september 2011

Een kind is geneigd tot dwaasheid

Spreuken 22:15
“Een kind is geneigd tot dwaasheid, de stok wijst het terecht en weerhoudt het ervan.”

Een stok kan gebruikt worden om te slaan, maar ook om tegen te houden. Een herder die zijn kudde slaat, zal voor de dieren onbetrouwbaar zijn, ze zullen hem niet graag volgen. Maar een herder die met zijn stok de weg verspert en de kudde een andere kant op dwingt, omdat hij ze wil beschermen, doet dat uit liefde. De herder bepaalt hoe de stok wordt gebruikt. Wij hebben een goede herder, die zijn eigen leven inzet voor de schapen. Hij bewijst daarmee dat hij ze liefheeft. Ouders moeten hun kinderen leren dat ze geliefd zijn, zelfs als ze gecorrigeerd worden. Verkeerd gedrag mag nooit leiden tot maatregelen die het kind uit de omgeving van liefde halen. Opvoeden is niet makkelijk, maar met de Goede Herder als voorbeeld en als helper, gaat het zeker lukken.

woensdag 7 september 2011

Een diepe put

Spreuken 22:14
“De mond van een lichtzinnige vrouw is als een diepe put, wie door de HEER is vervloekt, valt daarin.”

Verleiding en misleiding zijn het gereedschap van de duivel. Met mooie praatjes probeert hij mensen in de greep te krijgen om ze daarna kapot te maken en te vernietigen. Hij is de eerste loverboy en hij heeft al heel wat levens verziekt. Kun je je voorstellen dat God mensen aan hem overgeeft omdat ze vervloekt zijn? Nee, de tekst leert juist het tegendeel. Wie zich vervloekt voelt, gaat vaak zijn heil zoeken bij het verkeerde en valt in een put. God heeft juist de vloek van ons afgenomen, zodat we ons altijd geliefd weten. We hebben geen lichtzinnigheid nodig om ons goed te voelen. God is liefde en Hij heeft zijn liefde bewezen door voor ons te sterven en ons te verlossen van vloek en oordeel. We zijn geliefde kinderen van de Vader en niets kan ons van zijn liefde scheiden. Je geliefd weten bij God – en dat ben je ook - is een geweldige bescherming tegen negatieve gevoelens.

dinsdag 6 september 2011

Buiten loopt een leeuw

Spreuken 22:13
“Een luiaard zegt: ‘Buiten loopt een leeuw, die zal me verscheuren.’”

Ach ja, die leeuw. David zei: ‘Als ik een leeuw zag, liep ik erop af, pakte hem bij zijn baard en sloeg hem dood.’ De duivel doet zich voor als een brullende leeuw. Hij is het niet, zoals sommigen denken, maar hij doet alsof. Veel mensen zijn bang en worden daardoor passief of lui. Maar Jezus versloeg de leeuw. Net als David ging Hij erop af. Jezus keek de dood in de ogen en overwon. De angst voor de dood houdt veel mensen gevangen, maar Jezus heeft ons uit die angst verlost. De dood heeft zijn kracht verloren, omdat er leven is geopenbaard. Leven dat door de dood niet was vast te houden. Er is geen reden meer om angst te hebben voor de leeuw. Ga erop af en zeg: ‘Leeuw, je bent verslagen, mij boezem je geen angst meer in.’ Kom maar naar buiten, stap uit je angst, je bent vrij.

maandag 5 september 2011

De HEER behoedt de waarheid

Spreuken 22:12
“De HEER behoedt de waarheid, hij logenstraft de woorden van bedriegers.”

‘Wat is waarheid’, vroeg Pilatus toen Jezus vertelde dat Hij van de waarheid kwam getuigen. In het gebed voor zijn kruisiging zei Jezus: ‘Vader, heilig hen in uw waarheid, uw woord is de waarheid.’ Niet wat de mensen waar vinden, of de wetenschap, maar wat God als waarheid bekend maakt is de waarheid. Jezus is de waarheid. Hij is het levendgeworden woord van God. Hij kwam getuigen van de waarheid, was zelf de waarheid en deed alleen de waarheid. De Heer behoedt de waarheid betekent dat de goede boodschap van Gods liefde die door Jezus werd verkondigd en uitgevoerd door God wordt bewaakt. Hij laat niet toe dat de boze deze waarheid krachteloos zal maken. Gods woord, zijn beloftes, het evangelie van genade blijft onveranderd krachtig. Het is Gods kracht tot behoud voor ieder die het gelooft. Wil je dat je leven wordt gezegend, houd dan vast aan Gods waarheid.

zondag 4 september 2011

Een zuiver hart

Spreuken 22:11
“Wie een zuiver hart heeft en beminnelijk spreekt, heeft de koning als vriend.”

De Bijbel leert dat een mensenhart arglistig is en dat niemand het kan kennen. Toch is er een mens met een zuiver hart die altijd beminnelijk spreekt. Hij spreekt vol liefde over de Koning, het is zijn vriend, maar ook zijn Vader. Deze beminnelijk sprekende mens wil graag dat iedereen de Koning leert kennen en ook een vriend wordt. Natuurlijk hebben we het over Jezus, de enige mens die geen slaaf was van de zonde. De enige mens die vol liefde was en vol vrede. Hij was de uitdrukking van Gods hart. Wie Hem zag, leerde de Koning kennen als Vader. Hij heeft ook een oplossing gegeven voor ons arglistige hart. Wij mogen voortaan gebruik maken van Zijn hart. Een rechtstreekse verbinding hebben met de zuivere bron van liefde en genade. En als we toch weer eens ons eigen hart volgen is er geen verwijt, maar de aansporing om vastheid te vinden in Zijn genade.

zaterdag 3 september 2011

Jaag een spotter weg

Spreuken 22:10
“Jaag een spotter weg, en de ruzie is voorbij, twistgesprekken en beledigingen houden op.”

Je hoeft geen spot te verduren en beledigingen te accepteren uit naam van de vrede, of op hoop van zegen. Nee, radicaal mee afrekenen. De twist stopt en de rust keert weer. Ook Jezus zei tegen Petrus: Ga weg achter mij. Daarmee stopte Hij de verkeerde stroom die op Hem afkwam. Natuurlijk had Hij geen hekel aan Petrus, maar Hij wilde de boze niet zijn gang laten gaan. Vaak denken we dat het mensen zijn die lelijk tegen ons doen, maar het is de boze die de ander gebruikt om jou te kwetsen of onderuit te halen. Stop dat simpelweg door te zeggen: ‘Stop daarmee’, of ‘Ga weg achter mij.’ Het helpt ook tegen gedachten die je blijven achtervolgen. Stuur ze weg en bedenk wat waar en waardig is, richt je aandacht op Jezus en je vrede en rust keren meteen terug.

vrijdag 2 september 2011

Een goedhartig mens

Spreuken 22:9
“Een goedhartig mens wordt gezegend, hij deelt zijn voedsel met de armen.”

Wat een mooi woord is dat, goedhartig. Een goed hart is een gevend hart. Iemand met zo’n hart is gezegend en wordt gezegend. Hij deelt zijn voedsel met de armen. Dat wat je zelf nodig hebt om in leven te blijven, gun je ook degene die het mist. Het is Gods hart. Hij geeft zichzelf voortdurend weg. Jezus zegt: ‘Het is mijn spijze, de wil van God te doen.’ Die wil was weggeven wat je hebt en tegelijk is het je zegen. Hoe meer je geeft vanuit een goed hart, des temeer wordt en ben je gezegend. Van geven word je rijk. Een goed hart is een geheim dat je leert kennen door Gods liefde. Je moet er eerst zelf door zijn aangeraakt om het een ander te kunnen geven. Wat een zegen om goedhartige mensen om je heen te hebben, maar een nog grotere zegen om er een te zijn.

donderdag 1 september 2011

Wie onheil zaait

Spreuken 22:8
“Wie onheil zaait, zal onheil oogsten, de stok waarmee hij slaat, zal hem te gronde richten.”

De wet van zaaien en oogsten werkt naar twee kanten. Je kunt heil en onheil zaaien dan is de oogst ook heil of onheil, met dit verschil dat de oogst altijd groter is dan het zaaisel. Wie wind zaait zal storm oogsten. Een kleine daad heeft grote gevolgen, we kennen het allemaal. Het sterven van Jezus aan het kruis was ook een zaad. De graankorrel werd in de aarde gelegd en stierf, maar de oogst is groot en dat ene zaad wat God heeft gezaaid, geeft nog steeds een overvloedige oogst. Wij maken deel uit van die oogst, maar tegelijk is de oogst ook weer zaad. Wij zaaien het goede nieuws over Gods liefde en genade in de zekerheid dat het een nieuwe grote opbrengst zal hebben. We letten niet op het andere zaad dat Gods tegenstander zaait, dat is een slavendrijver. Daar zorgen Gods engelen wel voor bij de uiteindelijke oogst. Laten wij het goede zaad blijven zaaien, zodat steeds meer mensen worden gered en bevrijd.