maandag 28 november 2011

Lui en dwaas

Spreuken 24:30
“Ik liep over het veld van een luiaard, door de wijngaard van een dwaas.”

God heeft alles uit genade geschonken. De hele schepping is een geschenk. Een akker is een stukje vruchtbaar land, het is gemaakt om te produceren. Dat geldt ook voor een wijngaard, of een boomgaard, of een tuin. Noem iets van de schepping en het is gemaakt voor productie. God heeft de mens aangesteld om dit moois te beheren. Maar als een mens luis is of dwaas, dan stopt de productie. In het geestelijke leven is het niet anders. God heeft ons gezegend met alle zegen die Hij heeft in Christus. Maar wij moeten die zegen ophalen en gebruiken. God heeft door zijn beloftes aangegeven wat onze zegeningen zijn. Wij halen ze op door geloof. Wie lui en dwaas is, denkt dat alles vanzelf in zijn schoot valt, maar een wijze weet beter. God zorgt voor de vogels, maar ze moeten zelf de wormen uit de grond trekken of op zoek naar zaadjes. Alles is bereid voor degene die zoekt en neemt.