dinsdag 15 november 2011

Verheug je niet over de val van je vijand

Spreuken 24:17
“Verheug je niet over de val van je vijand, juich niet als hij ten onder gaat.”

In het oude testament lezen we over de vijanden die Israël aanvielen. Het waren er vele en de reden was steeds dezelfde: de boze wil Israël vernietigen, zodat Gods heil op aarde niet kan worden uitgevoerd. Dat is nog steeds zo. In Psalm 2 wordt verteld dat de volken woelen tegen de Here en zijn gezalfde. God is kwaad op de boze machten en heeft voor hen de hel gemaakt. De hel is voor de duivel en de demonen en niet in eerste instantie voor mensen. Als mensen zich als je vijand gedragen, komt dat altijd door boze geesten. Paulus legt uit dat we die geesten mogen bestrijden, maar dat we de mensen van vlees en bloed niet moeten zien als onze vijanden. Hoe ver mensen ook zijn afgedwaald van God, Hij wil ze altijd redden. Hoe groot hun tegenstand tegen ons ook is, we mogen ze tegemoet treden met liefde. Dat kunnen we, omdat God ons eerst heeft liefgehad. Vanuit die liefde kunnen we ook geven wat we zelf ontvangen hebben, vergeving en genade.