vrijdag 10 februari 2012

Borgstaan voor een lichtzinnig mens

Spreuken 27:13
‘Stond iemand borg voor een lichtzinnig mens, neem dan gerust zijn mantel, en verpand die maar aan een lichtzinnige vrouw.’

We gaan voorbij aan hoe dat vroeger in IsraĆ«l werkte met het verpanden van mantels, maar kijken naar de prachtige geestelijke les uit dit vers. De lichtzinnige mens dat zijn we zelf, evenals de lichtzinnige vrouw een beeld is van de gemeente. Maar wie gaf nu zijn mantel om daar borg voor te staan? Wie was er zo ‘dwaas’ om dat te doen? Het antwoord is natuurlijk Jezus. Hij gaf zijn mantel als symbool van zijn volmaakte leven voor ons. Hij werd door de dwaasheid van het kruis onze borg en middelaar. Daarmee bewees Hij zijn liefde voor ons, lichtzinnige mensen. Die liefde gaf Hij zonder voorwaarden. Hij maakte zich bespottelijk om ons te verlossen van spot en hoon. Hij is nog steeds onze borg, Wanneer we worden aangeklaagd wegens onze lichtzinnigheid neemt Hij het voor ons op en spreekt ons vrij.