zaterdag 11 februari 2012

Wie zijn buurman ‘s ochtends luid begroet

Spreuken 27:14
‘Wie zijn buurman ‘s ochtends luid begroet, wekt de indruk dat hij hem vervloeken wil.’

Deze spreuk heeft God niet laten opschrijven om de uitslapers nog wat rust te gunnen, het gaat hier om de hartsgesteldheid van de spreker. Goede woorden kunnen overkomen als een vloek, als iets waaraan je je kunt ergeren, wanneer de liefde ontbreekt. Iemand die ´s morgens al zo luidruchtig is, houdt weinig rekening met de gevoelens van anderen. De liefde is gericht op de ander. Liefde zoekt de ander te behagen, liefde acht de ander hoger dan zichzelf. Liefde weet het juiste moment en de juiste toon te kiezen. Liefde is weldadig, liefde is genieten. Dit soort liefde vind je bij God. Zo gaat Hij met ons om. Hij wint onze harten door Zijn liefdevolle woorden en zegent ons. Gods liefde is altijd lieflijk, welluidend, je voelt je er goed bij. Gods liefde bouwt je op, is een verademing temidden van het geroep en geschreeuw van deze wereld.