woensdag 16 mei 2012

Een zot die genoeg te eten heeft

Spreuken 30:22b
“Een zot die genoeg te eten heeft,”

Als iemand hard werkt en een goede boterham verdient, kan het schokkend zijn om vast te stellen dat een zot het ook goed heeft. We ervaren dat als onrecht. We leggen als mensen een verband tussen gedrag en opbrengst. Dat klinkt heel logisch maar er zit geen spatje genade bij. In Gods ogen zijn we allemaal zot en verdienen we slechts veroordeling. Maar we leven niet onder de wet (veroordeling) maar onder de genade (Jezus). Door het ene volmaakte offer van het Lam van God, zijn alle zotten gerechtvaardigd. We worden gezegend uit genade, niet uit verdienste en dat geldt voor alles wat we doen. Gezondheid komt niet door de sportschool, maar is een zegen van God. Welvaart komt niet door hard werken, maar door Gods gunst op ons leven. Een zot die genoeg te eten heeft, kan voor de wereld schokkend zijn, maar voor wie Gods liefde kent, is dat heel gewoon.