Elke dag genade

Jesaja 49:6 ‘Hij zegt dan: Het is te gering, dat gij Mij tot een knecht zoudt zijn om de stammen van Jakob weder op te richten en de bewaard...

Marcus 12:6 ‘Toen had hij nog een over, zijn geliefde zoon. En ten laatste zond hij deze tot hen, zeggende: Mijn zoon zullen zij ontzien.’  ...

Psalmen 34:3 ‘Maakt met mij de HERE groot, en laat ons tezamen zijn naam verheffen.’  Davids leven was in gevaar toen hij bij de vijanden va...

Psalmen 107:9 'Want wie dorst had, gaf hij te drinken; wie honger had, gaf hij te eten, in overvloed.'  Deze regel uit de Psalmen ve...

2Timotheüs 2:6 ‘De landman, die de zware arbeid verricht, moet het eerst van de vruchten genieten.’  Vroeger heb ik veel modelauto’s en mode...

Colossenzen 2:6 'Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem,'  Het is eigenlijk wel mooi gezegd, dat je de Here J...

Jeremia 23:6 ‘In zijn dagen zal Juda behouden worden en Israël veilig wonen; en dit is zijn naam, waarmede men hem zal noemen: de HERE onze ...