vrijdag 7 augustus 2020

Een herinneringsteken

Exodus 16:32

‘Mozes zeide: Dit is wat de HERE geboden heeft: vul er een gomer mee, om het voor de toekomende geslachten te bewaren, opdat zij het brood zien, dat Ik u in de woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde.’ 


In de ark moest een gomer manna worden bewaard voor de komende geslachten. Het was een herinnering aan de redding die God uit de hemel had gegeven. Het volk was gered en door de woestijn geleid en God was hun levensbron. Hij gaf water, voedsel, overwinning op de vijanden en genezing. De gomer met manna symboliseerde Gods genade. En hoewel het volk opstandig was en regelmatig rebelleerde, bleef God trouw aan Zijn belofte hen naar Kanaän te brengen. Ook wij hebben een herinneringsteken, het avondmaal. Brood en wijn vertellen ons dat God ons heeft verlost en dat Hij ons in grote trouw leidt door het leven. Door regelmatig stil te staan bij het volbrachte werk van Jezus, wordt ons hart gevoed met Gods liefde. We leven van Gods trouw en goedheid. Hij zegent ons uit genade, niet uit verdienste. Zelfs als wij ontrouw zijn, blijft Hij trouw, want Hij kan zichzelf niet verloochenen.


donderdag 6 augustus 2020

Bekleed met Jezus

1Corintiërs 1:30

‘Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing,’ 


Twee waarheden worden hier benadrukt. Ten eerste dat het uit God is. Hij nam het initiatief, het is Zijn plan en Zijn werk. Ten tweede dat we in Christus zijn. Dat is onze nieuwe positie ten opzichte van God. Hij ziet ons aan in Christus. Dat wil zeggen, dat Christus ons geheel omhult. Wie naar ons wil kijken, ziet Jezus. Wie ons wil beschuldigen, ziet Jezus. Wie ons wil zegenen, ziet Jezus. Jezus is de norm en Hij is onze bekleding. En dat alles is uit God. Wie Jezus ziet, ziet wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing. Paulus schrijft aan de Colossenzen dat Jezus ons leven is. Beter kun je het niet zeggen. Omdat Jezus ons leven is, zijn we in een gezegende positie gebracht. En dat alles is uit God. Ook de rest van ons leven is uit God. Hij gaat door met ons besef te vernieuwen, van zondebesef naar genadebesef. Wanneer je begrijpt wat je positie bij God is geworden door Hem, zal je rust vinden en vrede ervaren, zelfs wanneer je als mens voor je gevoel faalt of tekortschiet. Je blijft in Christus wijs, rechtvaardig, heilig en verlost.


woensdag 5 augustus 2020

Geen plaats voor schuld en schaamte

Hebreeën 10:17

‘.. en hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken.’


Schuld en schaamte kunnen een mens een leven lang gevangen houden. Had ik maar .., of had ik maar niet.. En ook al is alles vergeven en betaald, toch blijven de herinneringen. Tegenover God heeft iedereen reden voor schuld en schaamte, maar de schuld is weggedaan en de schaamte is door Jezus gedragen aan het kruis. Open en bloot werd Hij bespot. Hij bleef zwijgen en vergeven, zelfs toen er gezegd werd: ‘Anderen heeft hij gered, zichzelf kan hij niet redden.’ Hij vergaf de hand die Hem sloeg, zingen we in een lied. Maar niet alleen vergaf Hij de hand die Hem sloeg, Hij zal er ook nooit meer aan denken. Ik weet niet of alles wat vergeven is, ook vergeten is. Bij mij niet in elk geval, maar zelfs al weet Jezus nog alles, Hij zal er nooit meer op terugkomen. Al onze zonden zijn vergeven en God zwijgt er verder over, Hij gedenkt ze niet meer. Er is geen dreiging van een oordeel dat ooit zal komen. Het oordeel is geweest op Golgotha. Daar heeft God Zijn liefde voor de wereld bewezen. Daar vond de verzoening plaats. Laat je niet langer aanklagen door schuld en schaamte, Jezus heeft dat van je weggenomen.


dinsdag 4 augustus 2020

Zeg mij toch uw naam

Genesis 32:29

‘Daarop vroeg Jakob: Zeg mij toch uw naam. Maar hij antwoordde: Waarom vraagt gij toch naar mijn naam? En hij zegende hem daar.’ 


Deze gebeurtenis in het leven van Jakob bracht de ommekeer. Hij ontmoette God, streed met Hem tot de morgen [hoe toepasselijk], en gaf zich over. Voortaan zou hij niet Jakob, maar Israël heten. Iemand die geworsteld had met God en mensen en had overwonnen. Hoe is toch uw naam? Paulus zou later zeggen: ‘Wie bent u Here?’ Het antwoord dat Jakob en Paulus krijgen is wonderbaar. Mijn naam is wonderbaar, Mijn naam is Jezus, Mijn naam is Redder, Ik ben, Vader. De worsteling van Jakob is symbolisch voor de worsteling die veel mensen hebben met God. We begrijpen veel dingen niet en willen het weten. Hoe zit dat toch? Wat is toch uw naam? Wie bent u nou eigenlijk? Gods antwoord is Jezus. Hij worstelde met God en mensen en overwon. Dat is Mijn naam, zegt God. Liefde is mijn naam, vergeving, zegen, leven. Wie zich gewonnen geeft, merkt dat het dag wordt. Een nieuwe werkelijkheid is aangebroken. Niet langer een worstelaar die op eigen kracht vertrouwt, maar een overwinnaar, die beseft dat de Ander voor hem heeft gestreden en strijdt.


maandag 3 augustus 2020

Jezus brengt het volmaakte

Hebreeën 7:19

‘(immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht) maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen.’ 


Er bestaat geen enkele wet die mensen dichter bij God brengt. Een wet verbiedt iets of verplicht je tot iets, bijvoorbeeld de verkeerswet verbiedt je links te rijden en verplicht je rechts te rijden. Die wet brengt je niet nader tot de regering die de wet heeft uitgevaardigd. Een wet regelt dingen en bestraft overtreders. De wet van Mozes was Gods middel om aan te geven hoe hoog Zijn standaard is en hoe onmogelijk het voor een zondaar is die standaard te bereiken. De wet bracht het volmaakte niet, namelijk dat de mens geen zondaar meer is, maar een heilig kind van God. Wat de wet niet kon, heeft Jezus voor ons gedaan. Hij is de vervulling van de wet en die wordt ons uit genade toegerekend. Gods liefde schenkt uit genade, niet uit verdienste. We zijn door Jezus in Gods tegenwoordigheid gebracht. We mogen daar vrijmoedig zijn en geen wet klaagt ons nog aan. We hebben een betere hoop, een betere toekomst en een betere zekerheid dat God ons zegent. Niet op grond van onze werken, maar op grond van Gods genade.


zondag 2 augustus 2020

Alle roem is voor de Heer

Romeinen 3:27

‘Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof.’


Alle roem is uitgesloten, zijn de woorden uit een oud lied. Waarom is roemen uitgesloten? Omdat er niets te roemen valt. Niemand kan ook maar enige staat maken op roem, het is alles genade. God heeft alles gedaan en God doet alles. Er is werkelijk niets bij te dragen aan de verlossing en herschepping van de mens. Van zondaar tot zoon van God, het is uitgesloten dat wij daarbij kunnen helpen. Ons gedrag, onze wil, onze goede bedoelingen, ze hebben er geen enkel effect op. Gelukkig is er ook een andere kant, namelijk dat onze fouten en gebreken er ook geen invloed op hebben. Anders dan onder de wet van Mozes, vraagt God van ons geen goed gedrag, maar goed geloof. Goed gedrag is niet mogelijk, maar goed geloof wel. Niet dat wij door ons geloof iets voor elkaar kunnen krijgen, want dan zouden we toch kunnen roemen, maar ons geloof aanvaardt, dat we alleen ontvangers zijn. We ontvangen vergeving, verlossing, bevrijding, zegen en kracht om niet. Al Gods gunstbewijzen stromen een kant op, naar ons toe. Het enige wat voor ons overblijft is dat we God danken voor zijn overvloedige genade.


zaterdag 1 augustus 2020

Een verbond met een zegen

Hebreeën 4:14

‘Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.’ 


Het oude verbond, gebaseerd op menselijke gerechtigheid, kon niemand redden. Het was een verbond met een vloek. Alleen door te offeren, kon Gods toorn worden afgewend. De hogepriester van het oude verbond was zelf ook een zondaar. Hij kon geen verzoening brengen voor wie dan ook. Maar het nieuwe verbond berust op Gods gerechtigheid. Het is een verbond met een zegen. Door een offer is er een eeuwige verzoening gekomen tussen God en mensen. De Hogepriester Jezus offerde Zijn eigen bloed, eens voor altijd. Het is Zijn gerechtigheid die ons vrijpleit. Door Hem zijn we rechtvaardig en rein in Gods ogen. Die belijdenis moeten we vasthouden, wanneer we ons schuldig voelen, of worden aangeklaagd. We zijn voor eeuwig rechtvaardig en rein. Geliefde en gezegende kinderen van God.