maandag 31 augustus 2009

Ik zal de naam van God prijzen met een lied, Hem verheerlijken met een lofzang;

Psalm 69:30
“Ik zal de naam van God prijzen met een lied, Hem verheerlijken met een lofzang; dat zal de HERE meer behagen dan een rund, dan een stier met horens en hoeven.”

Alleen mensen kunnen zingen. Vogels kunnen mooi fluiten, maar ze hebben geen stem en geen woorden. Mensen kunnen God loven met woorden en muziek. Zo heeft onze Schepper het gewild, dat we Hem loven met liederen van aanbidding. Die liederen komen recht uit je hart, want dan heeft het waarde. David kende de waarde van aanbidding voor God. Hij begreep dat aanbidding veel beter is dan een offer met horens en hoeven. Laten we vandaag de naam van God prijzen met een lied, misschien met een heel nieuw lied, dat spontaan ontstaat omdat we Hem aanbidden.

zondag 30 augustus 2009

Ja, zij gaven mij gif tot spijze, en lieten mij in mijn dorst azijn drinken.

Psalm 69:21
“Gij, Gij kent mijn smaad, mijn schaamte en mijn schande; allen die mij benauwen, staan voor U. De smaad heeft mij het hart gebroken, en ik ben verzwakt. Ik wachtte op een teken van medelijden, maar tevergeefs, op troosters, maar ik vond hen niet. Ja, zij gaven mij gif tot spijze, en lieten mij in mijn dorst azijn drinken.”

Toen de Here Jezus het kruis op zich nam, was er niemand die Hem terzijde stond. Geen enkel teken van medelijden, integendeel, Hij kreeg azijn te drinken in zijn dorst. Kun je de tegenstelling tussen licht en duisternis beter illustreren? De Here Jezus vond alleen troost in de wetenschap dat Zijn Vader zijn smart kende. Dat wil zeggen, niet alleen de smart zelf, maar vooral de betekenis van die smart. De Rechtvaardige nam onze smarten op zich, om ons te rechtvaardigen. Terwijl alle machten van de hel hun gif gaven, gaf de Vader zijn Zoon, Zijn liefde en vergeving. De prijs voor onze verlossing was heel hoog. Laten we daarom des te meer de wereldse begeerten verzaken en Hem volgen die ons heeft liefgehad tot in de dood.

zaterdag 29 augustus 2009

God, die eenzamen in een huisgezin doet wonen, die gevangenen uitleidt in voorspoed;

Psalm 68:6
“Zingt Gode, psalmzingt zijn naam, baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt; HERE is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht. Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning; God, die eenzamen in een huisgezin doet wonen, die gevangenen uitleidt in voorspoed; doch weerspannigen wonen in een dor land.”

Ook in dit gedeelte wordt Gods hart getoond in al zijn glorie. Onze God neemt het op voor de zwakken en noodlijdenden. Hij is een ontfermer. ‘Wij allen dwaalden als schapen, ieder op zijn eigen weg’, schreef Jesaja. Dat is pas eenzaam. En velen die God niet kennen dwalen nog steeds op deze eenzame weg. Maar God leidt gevangenen uit in voorspoed. Niet alleen krijg je je vrijheid terug, maar ook voorspoed. Net als de ‘verloren zoon’, die kreeg niet alleen zijn plaats in huis terug, maar ook nieuwe kleding, een ring, een feest met uitbundige blijdschap. Wat hebben we toch een geweldige Vader.

vrijdag 28 augustus 2009

Maar de rechtvaardigen verheugen zich

Psalm 68:3
“God staat op, zijn vijanden worden verstrooid, zijn haters vluchten voor zijn aangezicht. Gelijk rook verdreven wordt, verdrijft Gij hen; gelijk was smelt voor het vuur, zo vergaan de goddelozen voor Gods aangezicht. Maar de rechtvaardigen verheugen zich, zij juichen voor Gods aangezicht en zijn blijde met vreugdebetoon.”

De strijd is gestreden, de overwinning behaald. Jezus is overwinnaar over zonde en dood. Wie gelooft in Hem, wordt om niet gerechtvaardigd en kan zich daarin eeuwig verheugen. Christus is zijn Rots geworden. Maar de goddelozen, degenen die Hem afwijzen, zullen op een dag worden geoordeeld. Als Christus verschijnt in al Zijn glorie, zullen zijn haters wegvluchten en worden verstrooid. Ze kunnen niet blijven bestaan, ze smelten weg als was voor het vuur. Wat een verschil tussen de rechtvaardigen en de goddelozen. Wat een verschil tussen degenen die Hem aannemen en degenen die Hem afwijzen. De rechtvaardigen verheugen zich. Niet over het feit dat mensen verloren gaan, maar over het feit dat God genadig is. Nog steeds stelt God zijn komst uit, omdat Hij niet wil dat er iemand verloren gaat. Laten we des te meer het goede nieuws van Gods liefde en genade verkondigen en ons blijven verheugen voor Zijn aangezicht.

donderdag 27 augustus 2009

Die onze ziel herleven deed, en niet toeliet, dat onze voet wankelde

Psalm 66:9
“Prijst, o volken, onze God, en laat luide zijn lof weerklinken, die onze ziel herleven deed, en niet toeliet, dat onze voet wankelde.”

De geschiedenis van Israƫl en met name de bevrijding uit de slavernij van Egypte wordt in deze psalm geroemd. God heeft op een bovennatuurlijke manier verlossing gebracht. Daarin toonde God Zijn hart. Ook aan ons is datzelfde geschied: de ontferming en mensenliefde van God heeft ons verlost en bevrijd uit de slavernij van de zonde en de dood. Het kan niet anders, dat moet gevolgd worden door aanbidding en absolute toewijding aan onze grote Helper. Hem zij alle eer, nu en tot in eeuwigheid. Hij heeft ons doen herleven, dat wil zeggen, dat we zijn herboren, opgestaan uit de dood. God laat niet toe dat onze voet wankelt. Is er nog iemand die twijfelt aan de liefde van God? Prijs Hem elke nieuwe dag.

woensdag 26 augustus 2009

Komt en ziet Gods daden;

Psalm 66:5
“Komt en ziet Gods daden; Hij is geducht in zijn doen jegens de mensenkinderen: Hij veranderde de zee in het droge, te voet trokken zij door de rivier. Daar verheugden wij ons in Hem, die door zijn sterkte voor eeuwig heerst, wiens ogen de volken gadeslaan. Laten de weerspannigen zich niet verheffen.”

Er zijn vele niveaus van zien, wanneer het om Gods grootheid gaat. Je kunt met je aardse ogen al in de schepping de grootheid en de kracht van God herkennen. Dat is voor velen een reden om te geloven dat er toch wel ‘iets’ moet zijn. God heeft veel grote wonderen gedaan op aarde, om Zijn almacht en grootheid te tonen. Maar het allergrootste wat Hij ooit heeft gedaan, is het verlossingswerk van Christus. Zijn dood aan het kruis was adembenemend indrukwekkend, maar daar ver bovenuit stijgt de glorie van de opstanding en de verheerlijking van Christus aan de rechterhand van God. Er zijn niet veel mensen die dat nu al zien. Daarvoor moeten je ogen geopend zijn door het werk van de Heilige Geest. ‘Wij zien Jezus’, schrijft de HebreeĆ«nschrijver, ‘met eer en heerlijkheid gekroond.’ De weerspannigen zien daar helemaal niets van. De wereld is verblind. Daarom getuigen wij van wat we zien en spreken we over de grootheid van Christus. Tenslotte is het geloven uit het horen en kan iedereen die hoort, ook gaan zien. Er is nog tijd.

dinsdag 25 augustus 2009

De ganse aarde aanbidde U, en psalmzinge U, zij psalmzinge uw naam.

Psalm 66:4
“Juicht Gode, gij ganse aarde, psalmzingt de heerlijkheid van zijn naam; maakt zijn lof heerlijk. Zegt tot God: Hoe geducht zijn uw werken; vanwege uw machtige grootheid brengen uw vijanden U veinzend hulde. De ganse aarde aanbidde U, en psalmzinge U, zij psalmzinge uw naam.“

De tijd komt dat hemel en aarde God zullen loven. Wij zijn bevoorrechte mensen, als we nu al Gods grootheid zien. De wereld is verblind in haar bijziendheid. Je kan ook zeggen, dat door de zonde het juiste zicht op de werkelijkheid verdwijnt. Wat veel mensen normaal noemen, is abnormaal en wat bij God wijs heet, noemt de wereld dwaas. Eigenlijk leeft de wereld in de omgekeerde wereld en wordt die wereld door wedergeboorte weer recht gezet. Het is normaal dat je Gods grootheid ziet en vereert. Het is normaal dat de wereld haar Schepper eert. De heerlijkheid van Zijn naam is door een sterveling niet te bevatten. Onze Heer heeft de naam boven alle naam gekregen. Hoe groot is dan de heerlijkheid van Zijn naam? Ja, we zijn absoluut bevoorrecht, als we iets van die glorieuze grootheid van God gaan zien. De Heilige Geest, Gods eigen Geest, is ons gegeven, om dat aan ons te openbaren en ons te helpen met het aanbidden van deze machtige God.

maandag 24 augustus 2009

Gij bezoekt het land en verleent het overvloed, Gij maakt het zeer rijk.

Psalm 65:9
“Met geduchte daden antwoordt Gij ons in gerechtigheid, o God van ons heil, Gij, vertrouwen van alle einden der aarde en van de verste zeeen; Gij, die de bergen vastzet door uw kracht, met sterkte omgord; die het bruisen der zeeen doet bedaren, het bruisen van haar golven en het rumoer der natien. Daarom vrezen zij die de einden bewonen, voor uw tekenen; waar de morgen gloort en de avond daalt, brengt Gij gejuich. Gij bezoekt het land en verleent het overvloed, Gij maakt het zeer rijk. De beek Gods is vol water, Gij bereidt hun koren. Ja, zo bereidt Gij alles.”

We hebben een goede God. Rijkdom, zegen, leven en overvloed wil Hij ons geven. Daar heeft Hij plezier in. Adam en Eva merkten al de gulheid en goedheid van Gods overvloed. ‘Let op de lelies in het veld’, zegt Jezus. Ze staan er soms maar een dag, maar zijn mooier dan Salomo in zijn rijkdom. Het is Gods eer als het ons goed gaat. Hij is een God van heil, dat wil zeggen gezondheid, heelheid, volmaaktheid, een lang leven, vrede en geluk. De beek Gods is vol water. God heeft bomen die elke maand vruchtdragen, waarvan de bladeren genezing brengen en een rivier waarvan het water gezond maakt. Leven noemt de Heer dat, leven en overvloed. Hij is een goede Herder, die het beste met Zijn kudde voor heeft. Geen gebrek, geen tekort, geen afbraak, maar overvloed. Ja, zo bereidt Gij alles. Het is niet raar om dat leven te verwachten, het is het leven dat God eert. Het rare is dat wij dat niet vinden passen bij een leven met God. De religie heeft Gods rijkdom in armoede veranderd. De leugen van de boze is, dat het God eert als we armoedig leven. Maar de Bijbel spreekt heel andere taal. God is een Gever en Hij wil dat wij op Hem gaan lijken. Wanneer we gewend zijn aan Gods overvloed, raken we ook gewend aan overvloedig geven. Want arm kun je bij God niet worden, behalve als je liever niet ontvangt wat Hij je geven wil.

zondag 23 augustus 2009

De rechtvaardige zal zich in de HERE verheugen en bij Hem schuilen.

Psalm 64:10
“De rechtvaardige zal zich in de HERE verheugen en bij Hem schuilen, alle oprechten van hart zullen zich beroemen.”

Dit is het slot van deze psalm, de conclusie. De verzen eraan voorafgaand schilderen de verschrikkingen van de vijand. Wat is het dan goed je te realiseren, dat dit geschreven werd voor het kruis. Nu is de situatie totaal anders. ‘Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan’, zegt een oud lied van geloof en zo is het. Wanneer de vijand onze aandacht probeert te trekken, verheugen wij ons in de Here, bij wie we schuilen. Ons leven is verborgen in Christus bij God. Onaantastbaar voor welke tegenstander ook. De rechtvaardige (en dat is elke gelovige in Christus) kan zich verheugen, omdat Christus onze gerechtigheid is. Wij schuilen niet uit angst, maar uit zekerheid bij de Heer. Bij Hem zijn we thuis, bij Hem zijn we veilig.

zaterdag 22 augustus 2009

Mijn ziel is aan U verkleefd, uw rechterhand houdt mij vast.

Psalm 63:8
”Mijn ziel is aan U verkleefd, uw rechterhand houdt mij vast. Maar wie mijn leven zoeken te verderven, zullen komen in de diepten der aarde.”

Wij zijn samengegroeid met Christus, zoals Hij samengegroeid is met Zijn Vader. Een volkomen eenheid. Zoals in een huwelijk man en vrouw een zijn en zoals het hoofd en het lichaam een zijn. Niets kan ons scheiden van Gods liefde. Ik hoop dat iedereen begrijpt dat die eenheid Gods werk is en niet het resultaat van het onze. Ons gedrag en onze werken hebben geen invloed op Gods liefde en op onze positie bij Hem. Wij kunnen ontrouw zijn, maar God blijft trouw. We kunnen net als de ‘verloren zoon’ weglopen, maar onze Vader staat al op de uitkijk met Zijn ontferming en liefde. Wie Zijn liefde begrijpt en kent, loopt niet meer weg. Waar zou je heen willen? Het enige wat ons nog hindert, zijn de verleidingen van het vlees en de wereld. Maar die gaan we steeds meer herkennen als leugens zonder nut. De diepten der aarde, de hel, zijn bedoeld voor de duivel en zijn demonen. Zij zijn al ontwapend en krachteloos gemaakt, maar kunnen onze aandacht trekken en ons zo van Gods liefde wegtrekken. Maar dan is er Zijn rechterhand, die ons nog steeds vasthoudt. Ja wij zijn met Hem verkleefd.

vrijdag 21 augustus 2009

Wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwaken over U peins.

Psalm 63:6
"Als met vet en merg word ik verzadigd, mijn mond looft met jubelende lippen, wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwaken over U peins. Want Gij zijt mij een hulp geweest, in de schaduw van uw vleugelen jubel ik.”

David was herder en moest ’s nachts ook waken over zijn kudde. Allerlei gevaarlijke dieren konden vanuit de duisternis toeslaan. Hij moest opletten en niet in slaap vallen. Davids manier om de nacht door te komen was jubelen over Gods goedheid. Hij overdacht de vele uitreddingen die hij al had beleefd. Hij besefte dan dat God niet was veranderd en ook nu zou uitredden wanneer dat nodig was. Het stelde David gerust en gaf hem reden voor aanbidding. Wat een voorbeeld voor ons. Wanneer zorgen je wakker houden, of wanneer je wakker moet blijven, is je aandacht op God richten het beste wat je kunt doen. Overdenk Zijn goedheid. Overdenk Zijn trouw en Zijn beloftes. Maar vooral wat Hij gedaan heeft door de genade in Christus aan te bieden aan zondaars. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen zijn we genezen. Laat die nacht maar komen, het wordt een nacht vol glorie en vrede.

donderdag 20 augustus 2009

Want uw goedertierenheid is beter dan het leven;

Psalm 63:3

“Want uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen U roemen. Zo wil ik U prijzen mijn leven lang, in uw naam mijn handen opheffen.”

Met Gods liefde stijg je uit boven je omstandigheden. David is op God gericht. Hij stelt nooit teleur. In het leven kom je mensen en situaties tegen, die je naar beneden halen, maar Gods liefde zet je weer op je voeten. Gods liefde en goedheid zijn beter dan het tijdelijke. Misschien is dit zo’n dag, dat je je moet uitstrekken naar Gods liefde om staande te blijven. Laten dan je lippen Hem roemen. Spreek niet over alles wat je hindert, maar spreek over Zijn grootheid en genade. Laat je hart gevuld zijn met de Bron van het leven. Strek je handen naar Hem uit. Allereerst om Hem te prijzen en daarna om te merken dat je hebt gekregen wat je nodig hebt.

woensdag 19 augustus 2009

God heeft eenmaal gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: de sterkte is Godes.

Psalm 62:11
“God heeft eenmaal gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: de sterkte is Godes. Ook de goedertierenheid, o Here, is uwe, want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk.”

God heeft eenmaal gesproken, dat is genoeg. Wat God spreekt, spreekt Hij met gezag, dan is het zo. Maar soms moeten we het tweemaal of vaker horen, voor het ook voor ons vaststaat. De sterkte is van God. De opstandingskracht is van God. Het nieuwe leven is van God. Het is volbracht. Vanuit Gods goedertierenheid heeft Hij ons geschonken wat we zelf niet bezitten. De genade van God heeft het voor ons beschikbaar gesteld. Gods goedertierenheid blijkt uit het feit dat Hij ons zal vergelden naar ons (Zijn) werk. Dat klinkt een beetje vreemd, behalve wanneer je bedenkt dat God je aanziet in Christus. Dat betekent dat niet ons werk wordt beoordeeld, maar dat van Christus. In Hem zijn we geoordeeld wat onze zonden betreft. In Hem dragen we de vrucht van de (Zijn) gerechtigheid. Het enige werk dat God nu van ons vraagt is te geloven in Hem die Hij gezonden heeft (Rom.4:5).

dinsdag 18 augustus 2009

Vertrouwt op Hem te allen tijde, o volk, stort uw hart uit voor zijn aangezicht;

Psalm 62:8
“Vertrouwt op Hem te allen tijde, o volk, stort uw hart uit voor zijn aangezicht; God is ons een schuilplaats. Waarlijk, een ademtocht zijn de geringen, een leugen de aanzienlijken; in de weegschaal gaan zij omhoog, tezamen lichter dan een ademtocht. Vertrouwt niet op verdrukking, stelt geen ijdele hoop op roof; als het vermogen aanwast, zet er het hart niet op.”

Wat een bemoedigingen! Vertrouw altijd op God, dat is een. Stort je hart uit voor zijn aangezicht, dat wil zeggen, vertel Hem wat je bezighoudt, dat is twee. Degenen die tegenover je staan, gaan omhoog in de weegschaal, dat is drie. Grijp niet naar machtsmiddelen, dat is vier. En zet je hart niet op tijdelijke zaken zoals rijkdom, dat is vijf. Kort samengevat: Vertrouw op Hem te allen tijde. Wat is het leven met God toch simpel, een kind kan het begrijpen.

maandag 17 augustus 2009

Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil;

Psalm 62:1
“Een psalm van David. Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil; waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. Hoelang zult gij op een man aanstormen? Gij allen zult omvergestoten worden als een hellende wand, een neerstortende muur.”

Mijn ziel keert zich stil tot God. Wat is dat prachtig gezegd. Niet zeurend en klagend, niet smekend en meelijwekkend, maar stil. Bij Hem kom je in de rust. Want Hij zal je uitredden. Van Hem is mijn heil. Wanneer je dat weet en gelooft, kun je je veilig tot God keren in stilte. Wie zich ook tegenover je gesteld heeft, hij zal omvallen als een muur, een neerstortende wand. Ja, mijn ziel keert zich in stilte tot God, van Hem is mijn heil. Ik zal niet wankelen.

zondag 16 augustus 2009

Opdat uw geliefden ten strijde toegerust zijn.

Psalm 60: 5
”Gij hebt hun die U vrezen, een banier gegeven, om zich bijeen te scharen vanwege de boogschutters; opdat uw geliefden ten strijde toegerust zijn. Geef overwinning door uw rechterhand en antwoord ons. God heeft gesproken in zijn heiligdom. Ik wil juichen, ik wil Sichem verdelen, het dal van Sukkot uitmeten.Mij behoort Gilead en mij behoort Manasse, Efraim is de schutse van mijn hoofd, Juda is mijn heersersstaf; Moab is mijn wasbekken, op Edom werp ik mijn schoen, over Filistea juich ik.”

Wij zijn ten strijde toegerust omdat we een banier hebben, de naam van Jezus. Die naam staat voor overwinning. Meer dan overwinnaars zijn we door Hem, die ons heeft liefgehad. De strijd is gestreden, de overwinning behaald, maar de vijand probeert ons zonder wapens te misleiden. Als wij geloven dat hij nog macht bezit, kan hij ons angst inboezemen. Hij kan ons lastigvallen met beschuldiging en gedachten van verslagenheid. Maar daar is ons vaandel, dat moeten we steeds voor ogen zien. Het is volbracht. We zijn meer dan overwinnaars. We hoeven slechts stand te houden. Alles is onder het gezag van onze Meester. Hij heerst over alles. Wij hebben van Hem een toerusting om stand te houden, Zijn banier, Zijn naam. De strijd is reeds geleverd door Jezus onze Heer. We hoeven alleen maar stand te houden. We zijn goed toegerust.

zaterdag 15 augustus 2009

Gij hebt hun die U vrezen, een banier gegeven

Psalm 60:4
“Een kleinood van David, tot lering; toen hij de Arameeers van Mesopotamie en de Arameeers van Soba had bestreden, en Joab op de terugtocht de Edomieten in het Zoutdal had verslagen, twaalfduizend man. O God, Gij hebt ons verstoten, Gij hebt ons verbroken, Gij zijt verbolgen geweest; herstel ons! Gij hebt het land doen beven en barsten; heel zijn scheuren, want het wankelt. Gij hebt uw volk harde dingen doen zien, Gij hebt ons bedwelmende wijn doen drinken. Gij hebt hun die U vrezen, een banier gegeven, om zich bijeen te scharen vanwege de boogschutters.”

Wij bezitten een banier, een vaandel, een vlag. Teken van de overwinnaar. De banier steekt hoog boven het krijgsgewoel uit. Vanaf elke positie is de banier te zien. Dat is de verzamelplaats, daar is de bescherming. Jezus is ons vaandel. Zijn vlag is de overwinnaarsvlag. Geen enkele vijand was en is tegen Hem bestand. Zelfs de dood en het dodenrijk hebben hun sleutels moeten afgeven. Je kunt niet veiliger zijn dan onder het vaandel van Christus. Wanneer de tegenstander zijn vurige pijlen op je richt, hoef je slechts je schild van geloof te gebruiken en elke pijl zal doven en krachteloos zijn.

vrijdag 14 augustus 2009

Mijn sterkte, U wil ik psalmzingen; want God is mijn burcht, mijn goedertieren God.

Psalm 59:17
“Des avonds toch komen zij terug, zij huilen als honden en lopen de stad rond. Zij zwerven om te eten; als zij niet verzadigd zijn, dan grommen zij. Ik echter bezing uw sterkte, des morgens jubel ik over uw goedertierenheid; want Gij waart mij een burcht, een toevlucht ten dage toen ik benauwd was. Mijn sterkte, U wil ik psalmzingen; want God is mijn burcht, mijn goedertieren God.”

Mijn ouders leerden me vroeger al: de nacht is voor het ongedierte. Ze kruipen uit hun holen wanneer het licht verdwijnt. Dan moet je niet meer buiten zijn, maar veilig in de beschutting van je huis. In de geestenwereld is dat ook zeker waar. Het is niet voor niets dat zij werkers van de duisternis worden genoemd. Schimmen, die ’s nachts proberen je angst in te boezemen. Nachtmerries, verschijningen, ze bestaan wel degelijk, maar je kunt ze heel eenvoudig verjagen door het noemen van de naam van Jezus. Het is een ongelijke strijd en dat weten ze maar al te goed. Wij staan in de overwinning van Christus. Hij heeft alle machten overwonnen en te kijk gezet. Degenen die bij Hem schuilen hebben geen last meer van angsten. Bij hen is vrede hun hart gaan vullen. Houd je blik gericht op de werkelijkheid. God is je sterkte. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. In Zijn naam moet elk knie buigen en elke tong zal belijden dat Hij alleen Heer is. De strijd is over. Wij leven in de overwinning.

donderdag 13 augustus 2009

Mijn sterkte, op U wil ik acht slaan, want God is mijn burcht.

Psalm 59:9
“Des avonds komen zij terug, zij huilen als honden en lopen de stad rond. Zie, zij smalen met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen, want; wie hoort het? Maar Gij, HERE, belacht hen, Gij spot met al de heidenen. Mijn sterkte, op U wil ik acht slaan, want God is mijn burcht.”

Het is zo verleidelijk om de kant op te kijken vanwaar het gevaar dreigt, maar dat is juist de bedoeling van de vijand. Hoe meer je naar hem kijkt, des te minder naar Degene die jouw beschermer is. Terwijl de honden huilend loeren, lacht God om al dat dwaze gedoe. Het zijn immers ontwapende en machteloze wezens. Wat is het nodig dat wij dat steeds beseffen. Juist in de dreiging, moeten we ons wenden naar onze God. Op Hem moeten we acht slaan, want Hij is onze veiligheid, de Burcht die niet wankelt. In Hem zijn we absoluut veilig tegen elk dreigend gevaar. Niets kan ons van Zijn liefde scheiden.

woensdag 12 augustus 2009

Want hemelhoog is uw goedertierenheid, tot aan de wolken reikt uw trouw.

Psalm 57:10
“Ik zal U loven, o Here, onder de volken, ik zal U psalmzingen onder de natien; want hemelhoog is uw goedertierenheid, tot aan de wolken reikt uw trouw. Verhef U boven de hemelen, o God; uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.”

Gods genade is reden voor aanbidding. Wie eenmaal ontdekt heeft, dat Gods liefde onvoorwaardelijk is en dat Zijn trouw niet stopt, zelfs niet wanneer wij ontrouw zijn, die gaat vanzelf over in aanbidding. Het verschil tussen lofprijzen en aanbidding is het onderwerp, de focus. Bij lofprijzing gaat het over wat we als mens allemaal hebben ontvangen, maar bij aanbidding gaat het over wie God is. Daarom komt lofprijzing vaak voor aanbidding, maar wie eenmaal een aanbidder is, ziet God in Zijn glorie. God zoekt aanbidders. Hij wil zich graag laten kennen zoals Hij is. Een God vol goedertierenheid en trouw.

dinsdag 11 augustus 2009

Mijn hart is gerust, o God, mijn hart is gerust;

Psalm 57:7
”Mijn hart is gerust, o God, mijn hart is gerust; ik wil zingen, ja psalmzingen. Waak op, mijn ziel, waak op, harp en citer; ik wil het morgenrood wekken.”

Toen God de schepping gemaakt had, ging Hij rusten. Heb je daar wel eens over nagedacht? Hij deed dat niet omdat Hij moe was, maar omdat Hij klaar was! Rusten omdat het werk volbracht is, dat is ook voor ons de bedoeling. Sommigen denken dat de rustdag een verplichting is om niet te werken. In werkelijkheid is het een dag om te rusten, omdat God ons in de rust heeft gebracht. Jezus riep vanaf het kruis: ‘Het is volbracht.’ Vanaf dat moment begint de rust. Mijn hart vindt rust in Zijn rust. Alles is volbracht, Jezus heeft ons in de rust gebracht. Laten we nu elke dag vanuit rust tegemoet treden.

maandag 10 augustus 2009

Verhef U boven de hemelen, o God; uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.

Psalm 57:5
“Ik lig neder te midden van leeuwen, vlammen spuwende mensenkinderen; hun tanden zijn speer en pijlen, hun tong een scherp zwaard. Verhef U boven de hemelen, o God; uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.”

Soms kun je zo verlangen naar de zichtbaarheid van God. ‘Als de wereld toch eens zou kunnen zien, wat wij zien’, denk je dan. Maar de wereld heeft het gezien. Toen de Here Jezus op aarde was, zei Hij: ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Maar het werd geen andere wereld, integendeel, Jezus werd verworpen en gekruisigd. ‘In de wereld lijd je verdrukking, maar houd goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.’ De apostel Johannes schrijft: ‘Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft; ons geloof.’ We zijn Gods gezanten in deze wereld, niet met een oordeel, maar met een boodschap van redding en heil in Christus. Daarna zal de wereld Gods glorie zien.

zondag 9 augustus 2009

Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is.

Psalm 56:9
“De ganse dag verminken zij mijn woorden; al hun overleggingen zijn tegen mij ten kwade. Zij willen aanvallen, zij spieden, zij nemen mijn schreden waar, terwijl zij loeren op mijn leven. Zou er voor hen bij zoveel boosheid ontkoming zijn? Stort de volken in toorn neder, o God! Mijn omzwerving hebt Gij te boek gesteld, doe mijn tranen in uw kruik; zijn zij niet in uw boek? Dan zullen mijn vijanden terugwijken ten dage dat ik roep; dit weet ik: dat God met mij is.”

Geestelijke strijd hoort bij geestelijk leven. Dat leven in Christus wordt door de boze aangevallen. Hij gaat rond als een brullende leeuw om te zien wie hij kan verslinden. Maar onze positie bij God is onaantastbaar. Ook al is er veel druk en worden we soms in het nauw gebracht, we hoeven alleen maar te roepen: ‘Dit weet ik, dat God met (of voor) mij is.’ Zo zullen je tegenstanders terugwijken. Biedt weerstand aan de duivel door uit te roepen dat God voor je is. Als de boze je beschuldigt, roep dat God je rechtvaardig heeft verklaard. Als je gedachten je aanklagen, roep dat Jezus je zonden heeft weggedaan. Eigenlijk komt het erop neer, dat je weet wie je bent in Christus en je door niets en niemand in de war laat brengen. Blijf roepen wat je weet, namelijk dat God met je is.

zaterdag 8 augustus 2009

Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; op God, wiens woord ik prijs.

Psalm 56:3
“Van David Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden. Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij, de ganse dag benauwen mij de bestrijders; wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag, ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden. Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U; op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen?”

David is een man naar Gods hart. In alle omstandigheden was hij naar God gekeerd. Daarin is hij een beeld van de Here Jezus. Ook op Hem schoot satan zijn pijlen af. Beiden kenden de kracht van Gods woord. Op God vertrouw ik, wiens woord ik prijs. Zo doe je dat. Wanneer angst je bedreigt, ga je Gods woord uitspreken. Dat is Gods zaad voor je hart. Daardoor groeit je geloof en ben je sterk genoeg om alle aanvallen te doorstaan. Zorg ervoor, dat je Gods woord kent. Je hebt het nodig om stand te houden en God te prijzen om Zijn kostbare beloftes. Wanneer je Gods liefde voor ogen hebt, zal de angst vanzelf verdwijnen.

vrijdag 7 augustus 2009

Hij verlost mijn ziel in vrede van de strijd tegen mij

Psalm 55:18
”Des avonds, des morgens en des middags klaag en kreun ik; Hij hoort mijn stem. Hij verlost mijn ziel in vrede van de strijd tegen mij, want met velen zijn zij tegen mij. God hoort en Hij zal hen vernederen (Hij, die van oudsher troont) sela; hen, die onbekeerlijk zijn en God niet vrezen.”

De hele dag klagen en kreunen, dat lijkt me verschrikkelijk. Is er dan nog uitzicht? Ja, hoor maar: ‘Hij hoort mijn stem. Hij verlost mijn ziel in vrede van de strijd tegen mij.’ Zolang je dat nog kan zeggen, is je strijd niet verloren. God zal uitkomst geven en Hij doet dat vanuit vrede. Het woord vrede betekent heelheid in alle opzichten voor geest, ziel en lichaam. Daarvoor is de Here Jezus gestorven en opgestaan. Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u. Wie die vrede van God kent, kan kreunen en zich toch verblijden. Die vrede gaat alle verstand te boven. Die vrede is goddelijk en alleen voor mensen die met hun hele hart op God vertrouwen. Werp al je bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor je.

donderdag 6 augustus 2009

Maar ik, ik roep tot God, de HERE zal mij verlossen.

Psalm 55:16
“Maar gij zijt het, een mens; mijns gelijke, mijn vriend en vertrouwde: wij, die samen vertrouwelijke omgang genoten, die in het feestgewoel gingen naar Gods huis. De dood overvalle hen, laten zij levend in het dodenrijk neerdalen; want boosheid is in hun woning, in hun binnenste. Maar ik, ik roep tot God, de HERE zal mij verlossen.”

Als je beste vriend je in de steek laat, of als een geliefde zich tegen je keert, is je eerste gevoel om boos te worden en iets lelijks terug te doen. Dat is een reactie van je vlees. Je wilt jezelf rechtvaardigen en wraak nemen. Zonder dat je het merkt, maak je het daardoor nog zwaarder voor jezelf. David zegt: ‘Maar ik, ik roep tot God, de HERE zal mij verlossen.’ Hij geeft zich over aan God. ‘Laat die ander dan maar voor de dood kiezen, ik kies voor het leven’, lijkt hij daarmee te zeggen. Vergeef je vijanden en keer je tot God, dan zul je net als de Here Jezus vanaf het kruis vergeving kunnen uitspreken en vrede vinden in je hemelse Vader.

woensdag 5 augustus 2009

Maar gij zijt het, een mens; mijns gelijke, mijn vriend en vertrouwde

Psalm 55:13
“Want het is geen vijand, die mij smaadt; dat zou ik dragen; het is niet mijn hater, die zich over mij verheft; voor hem zou ik mij verbergen. Maar gij zijt het, een mens; mijns gelijke, mijn vriend en vertrouwde.”

Verraden worden door je vriend, dat is heel erg. Niet iemand die je haat, maar iemand die je liefhebt, keert zich tegen je. De Here Jezus heeft het allemaal meegemaakt. Het maakte deel uit van het lijden dat Hij op zich nam. Judas werd Zijn verrader, een van Zijn vrienden. Hoe pijnlijk moet dat zijn geweest. De haat van een vriend, het verraad, de afwijzing en teleurstelling, het zijn emoties die de Heer met ons allen deelt. Wij hebben een hogepriester die kan meevoelen met onze zwakheden. Of we nu slachtoffer of dader zijn, Hij heeft het voor ons gedragen. Hij stierf voor vijanden, voor haters en zondaren. Hij bewees Zijn liefde, voor wij Hem kenden. Hij heeft ons eerst liefgehad. Daarom is Zijn liefde ook niet gebaseerd op ons gedrag, juist niet, maar op de genade van God. Zijn liefde voor mensen is overduidelijk bewezen. En Hij is trouw. Als mensen ons verlaten, Hij nooit. Als mensen ons kwetsen, Hij nooit. Als mensen ons teleurstellen, Hij nooit. Hij is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.

dinsdag 4 augustus 2009

Dan zullen de rechtvaardigen het zien en vrezen, en over hem lachen

Psalm 52:6
“Wat beroemt gij u op het kwade, gij geweldige? Gods goedertierenheid duurt toch de ganse dag. Gij zint op verderf, uw tong is als een scherpgeslepen scheermes, gij, die bedrog pleegt. Gij hebt het kwade lief boven het goede, leugen boven waarheid spreken. Gij houdt van allerlei verderfelijke taal, van een bedrieglijke tong. Maar God zal u voor eeuwig verbreken, Hij zal u wegrukken en uit de tent sleuren, u ontwortelen uit het land der levenden. Dan zullen de rechtvaardigen het zien en vrezen, en over hem lachen”.

De geweldige uit dit gedeelte is iemand die van geweld houdt. Hij zint op verderf en houdt van bedrog en van het kwaad. Zo’n mens staat altijd onder de invloed van de vorst der duisternis. DoĆ«g was zo iemand in de tijd van David. David staat symbool voor de Godsregering. Hij was koning en een man naar Gods hart. De strijd tussen goed en kwaad is uitgevochten door de Here Jezus. In deze psalm zegt David: ‘God zal u (satan) voor eeuwig verbreken.’ Dat is gebeurd op Golgotha, maar vooral daarna door de opstanding. Gods tegenstander is openlijk ontwapend en als verslagene tentoongesteld. Christus heeft hem persoonlijk ontwapend en alles wat tegen ons getuigde, weggedaan. Nu kunnen de rechtvaardigen het zien en vrezen (God eren) en over hem (de duivel) lachen. Lach de duivel uit als hij probeert je te intimideren met tegenslag. Lach hem uit als hij je beschuldigt en aanklaagt. Lach hem uit wanneer je toekomst zonder uitzicht lijkt. De waarheid is dat hij is verslagen. Houd je oog gericht op Jezus Christus. Hij is de overwinnaar en Hij deelt zijn overwinning met jou. Stel je vertrouwen op Hem en laat je niet door een figuur als DoĆ«g ontmoedigen.

maandag 3 augustus 2009

Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou;

Psalm 51:16
”Red mij van bloedschuld, o God, God mijns heils, laat mijn tong over uw gerechtigheid jubelen; Here, open mijn lippen, opdat mijn mond uw lof verkondige. Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God.”

Er is een groot verschil tussen de gerechtigheid van een mens en die van God. De Bijbel zegt dat we Gods koninkrijk moeten zoeken en Zijn gerechtigheid. Deze psalm zegt: ‘Laat mijn tong over Uw gerechtigheid jubelen.’ God heeft geen behagen in de offers die wij brengen, geen mens is in staat aan Gods eis te voldoen. Wij kunnen God niets anders bieden dan een verbroken hart. Dat is een hart waaruit de trots en de hoogmoed is verdwenen. Wanneer we Gods gerechtigheid ontvangen willen, kan dat alleen wanneer we onze eigen gerechtigheid afleggen. Want God weerstaat de hoogmoedige, maar de nederige schenkt Hij genade.

zondag 2 augustus 2009

Dan zal ik overtreders uw wegen leren, opdat zondaars zich tot U bekeren.

Psalm 51:13
“Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest; verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw Heilige Geest niet van mij; hergeef mij de blijdschap over uw heil, en laat een gewillige geest mij schragen. Dan zal ik overtreders uw wegen leren, opdat zondaars zich tot U bekeren.”

Dit is een zondaarsgebed. Veel mensen bidden dit soort gebeden als ze ontdekken dat ze tekortschieten naar God en mensen. Dat moet niet zo zijn, want daarmee ontken je de genade. Je hoeft niet te bidden om een rein hart en een vaste geest, want die heb je van God ontvangen, uit genade. Veel mensen willen de genade toch koppelen aan hun eigen gedrag, maar daarmee breng je jezelf weer onder de wet en dus onder de vloek. Pas wanneer je ontdekt dat je gedrag geen enkel invloed heeft op Gods genade en dat Gods genade alleen gebaseerd is op het offer van Christus, kun je in de wegen van God wandelen. Niet door de kennis van je eigen gedrag, maar door het kennen van het werk van Jezus, kom je tot rust. Zie je de volgorde in de aangehaalde tekst? Niet eerst bekeren en dan Gods wegen leren, maar net andersom. God leert je zijn wegen, zodat je je bekeert. Dat is genade.

zaterdag 1 augustus 2009

Laat het gebeente dat Gij verbrijzeld hebt, weer jubelen.

Psalm 51:8
"Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen. Zie, Gij wilt waarheid in het verborgene, in het geheim maakt Gij mij wijsheid bekend. Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein, was mij, dan ben ik witter dan sneeuw; doe mij blijdschap en vreugde horen, laat het gebeente dat Gij verbrijzeld hebt, weer jubelen."

David heeft een grote zonde begaan door zich te vergrijpen aan de vrouw van Uria en hem te doden. Alleen God kan hem redden, dat beseft hij goed. Alleen wanneer God hem vergeeft en reinigt, kan hij verder. Hij hunkert naar herstel. Berouw komt altijd te laat en sommige fouten zijn onherstelbaar. Maar God is genadig, ook voor David was er herstel, maar het kostte zijn zoon het leven. Ons heil, onze vreugde, onze blijdschap, onze verlossing, onze reiniging, Iemand heeft er een hoge prijs voor betaald. Wij kunnen jubelen, omdat Jezus werd verbrijzeld. 'Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.' Wat een onuitsprekelijke genade.