zondag 1 januari 2012

Zoals een vogel wegvliegt

Spreuken 26:2
‘Zoals een vogel wegvliegt, zoals een zwaluw wegwiekt, zo vervliegt een ongegronde vloek.’

Onder Gods genade bestaan geen vloeken meer. Een kind van God is iemand die door Jezus bevrijd is van elke vloek. Omdat we met Christus gekruisigd en gestorven zijn, kan ook een vloek uit ons voorgeslacht ons niet meer treffen. We bestaan niet meer voor die vloek. Nu we uit God geboren zijn, is Hij ons voorgeslacht. Ik zie alleen maar zegen. Vloeken kunnen een kind van God niet treffen, daarom worden we opgeroepen om mensen die ons vervloeken niet te bestrijden, maar te zegenen. Door ze te zegenen komen ze zelf in een gezegende positie en krijgt de boze steeds minder vat op hen. Wij hebben geen kwaad te duchten. Geen vloek zal ons deren, want we zijn onder Gods bescherming. In Christus zijn we veilig en is elke vloek ongegrond. Ze vliegen als vogels bij ons vandaan en treffen geen doel. We zijn gezegend om te zegenen, zo is het.