maandag 30 april 2012

Spreek geen kwaad

Spreuken 30:10
“Spreek geen kwaad van een slaaf tegenover zijn meester, hij zou je vervloeken en je laten boeten.”

Oordeel niet op dat je niet geoordeeld wordt, dat is de raad van Jezus. Wat je zaait, krijg je als oogst terug. Wat je wilt dat de mensen je doen, doe dat eerst zelf. Als zondaren schieten we allemaal tekort, maar het goede nieuws is, dat we geen zondaren meer zijn. We zijn verloste kinderen van God, niet langer zonen van Adam, maar zonen van God. Dat we nog zondigen is een overblijfsel uit die vroegere status. Het gaat vanzelf over als we de liefde van God voor ons gaan begrijpen. Die is niet gebaseerd op ons gedrag, maar op Zijn hart. God is liefde en Hij zal ons altijd liefhebben tot het uiterste. Die liefde drijft alle angst en veroordeling uit ons leven. Er is geen veroordeling voor wie in Christus Jezus is. Dat betekent simpelweg dat Jezus alles al geoordeeld heeft wat tegen ons zou kunnen getuigen. Hij heeft het aan het kruis genageld en voor eeuwig weggedaan. Er kan eenvoudig niets meer tegen ons worden ingebracht, door niemand. Wie het toch probeert, zal Jezus tegenover zich vinden. Hij is onze voorspraak en vrijspraak.

zondag 29 april 2012

Want als ik rijk zou zijn

Spreuken 30:9
“Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: ‘Wie is de HEER?’ En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken.”

Agur gaat verder met zijn toelichting waarom hij niet te arm en niet te rijk wil worden. Er zit wel heel veel angst bij en dat is een kenmerk van het niet goed kennen van Gods liefde. Liefde en angst sluiten elkaar uit. Wanneer je beseft hoe lief God je heeft, is er steeds minder reden voor angst. Ook het gedrag is voor Agur heel belangrijk, hij wil het niet verkeerd doen en wil daarom alle risico vermijden. Maar het goede nieuws is, dat God ons het gedrag van zijn Zoon toerekent. Jezus heeft onze plaats in het oordeel van God ingenomen en nu mogen wij Zijn plaats bij God innemen. We zijn geliefd ondanks ons gedrag. We worden gezegend omdat Jezus de vloek voor ons heeft gedragen. Als Agur dat allemaal had geweten, zou hij heel anders hebben gesproken.

zaterdag 28 april 2012

Niet te arm en niet te rijk

Spreuken 30:8
“Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb.”

Dit zijn de vragen van Agur. Zo zou hij zijn leven willen inrichten. Niet te moeilijk en niet te veel. Hij gaat bij dit alles uit van zichzelf. Hij kan het leven aan op deze manier en het gaat niet buiten zijn grenzen. Eigenlijk vraagt hij van God om zijn leven in te richten naar het model van Agur. Dat is wat veel mensen doen in hun gebeden. Maar geloof heeft een heel andere houding. Geloof zegt: ‘Dank u, Heer, dank u, Vader, want ik weet dat U mij altijd het beste zult geven. U heeft mij het beste gegeven in Uw Zoon Jezus en U zult mij het beste blijven geven, want zo verheerlijkt U Uw naam. Ik vertrouw U onder alle omstandigheden. U bent een goede God en Uw genade is er elke dag, want U hebt mij lief.’

vrijdag 27 april 2012

Twee dingen vraag ik U

Spreuken 30:7
“Twee dingen vraag ik u, gun ze me zolang ik leef:”

Dit zou een vraag van elk willekeurig mens kunnen zijn. De Bijbel leert toch dat we onze wensen bekend mogen maken bij God? Jawel, maar daar staat nog wel iets bij, namelijk dat dat moet gebeuren onder dankzegging. De dankzegging over het feit dat we weten dat God zal voorzien. Eigenlijk is deze vraag van Agur, de zoon van Jake, een uiting van ongeloof. Hij vertrouwt op zijn eigen inzichten en vertelt God wat Hij zou moeten doen. Hoe meer je Gods liefde gaat begrijpen, des te minder heb je te vragen. Je weet dat God je onder Zijn zegen heeft geplaatst en je mag geloven dat God je, als betere Vader dan een aardse, met Christus alle dingen zal schenken. Daarom leert Paulus dat we onze wensen bekend mogen maken met dankzegging. Jezus zegt: ‘Je Vader in de hemel weet wat je nodig hebt.’ Het is goed als je tegelijk met je wensen ook je geloof bekend maakt bij God. ‘Vader, dit heb ik nodig en ik dank U dat U me dat uit genade geschonken hebt in Christus. Ik dank U dat U hebt voorzien en altijd zult voorzien.’

donderdag 26 april 2012

Voeg niets aan zijn woorden toe

Spreuken 30:6
“Voeg niets aan zijn woorden toe, anders straft hij je en blijk je een leugenaar.”

Alles is door Gods woord geschapen de zichtbare en onzichtbare dingen. Gods woord is de bron van alles, ook van de genade. Alles wat God spreekt, is in overeenstemming met Zijn hart. Het spreken van God openbaart God. Daarom mag niemand er iets aan toevoegen of er iets van afdoen. Als je twijfelt aan Gods woord, neem je ervan af. Elke ‘ja maar’, accepteert niet wat God zegt. Gods genade is ons genoeg, het bevat alles wat God te geven heeft. Wie daar iets aan probeert toe te voegen, plaatst zichzelf buiten de genade en komt daarmee automatisch onder de wet en de veroordeling. Alles wat buiten Gods woord valt, is leugen en bedrog. Het evangelie van genade komt van God. Het openbaart Gods liefde die ons onverdiend schenkt wat Jezus heeft gekocht en betaald.

woensdag 25 april 2012

Elk woord van God is getoetst

Spreuken 30:5
“Elk woord van God is getoetst, hij is een schild voor wie bij hem hun toevlucht zoeken.”

Van een Rolls Roys wordt gezegd dat elk onderdeel gecheckt wordt voor het wordt gebruikt. Dat maakt de auto heel duur en heel betrouwbaar. God heeft geen auto geschapen maar het leven zelf en dat deed Hij door te spreken. Maar voor Hij sprak werd elk woord getoetst. Datzelfde Woord is levend geworden en geopenbaard in de persoon Jezus van Nazaret. Hij is Gods Woord, de afdruk van Zijn wezen. Toen de duivel Hem kwam beproeven hoefde Hij slechts te zeggen: ‘Er staat geschreven.’ Daarmee was de zaak geregeld. Elk woord van God, ook het geschreven woord, is getoetst. Het is waar en betrouwbaar en een schild voor wie erachter schuilt. Houd je vast aan Gods woord, al Zijn beloftes zijn ja en amen. Er is in dit leven geen grotere zekerheid dan Gods woord. Alles kan wankelen, maar Zijn woord houdt stand in eeuwigheid.

dinsdag 24 april 2012

Noem mij zijn naam

Spreuken 30:4
“Wie is naar de hemel geklommen en weer afgedaald? Wie heeft de wind met zijn handen gevangen?
Wie heeft het water in zijn mantel gebonden? Wie heeft de grenzen van de aarde bepaald?
Noem mij zijn naam, en de naam van zijn zoon, als je die kent.”

Wie kan zich meten met God de Schepper? Wat hebben we in te brengen tegen de wijsheid van God? We kunnen alleen maar verwonderd zijn, dat deze grote God van hemel en aarde naar ons omziet en ons liefheeft. De Vader en Zijn Zoon, wie kent ze? Wie doorgrondt ze? Wie wil zich met hen meten? Het is de genade van God dat we niet omkomen in onze trots en het is Zijn liefde voor ons die ons laat leven. ‘Wees stil en weet dat IK BEN uw God.’ Kijk ’s avonds eens naar de sterren en bedenk dan dat ze zijn ontstaan uit het spreken van God. En bedenk dan eens met welke kracht en gezag Hij spreekt als Hij zegt: ‘Ik heb je lief mijn kind.’

maandag 23 april 2012

Ik ben dommer dan ieder ander

Spreuken 30:2
“Ik ben dommer dan ieder ander, elk menselijk inzicht ontbreekt mij.”

Dat klinkt niet erg positief om zo van jezelf te spreken. Misschien voel je je wel eens zo dom, maar om nu te zeggen dat je zo dom bent, is wel erg definitief. Elk menselijk inzicht ontbreekt mij, dit moet wel een overdrijving zijn, want hoe kom je anders tot het inzicht dat elk inzicht ontbreekt? De schrijver wil hiermee niet zichzelf naar beneden halen, maar laten weten dat zijn inzichten openbaringen van God zijn. Hij is een profeet en spreekt namens God. Hij wil God groter maken, door zichzelf kleiner te maken. Het is een eerbewijs aan de grootheid van God. Je leest ook van Salomo dat hij zegt: ‘Wie ben ik en wat is mijn huis, dat ik voor de Here een huis mag bouwen?’ Gods genade maakt dat je niet meer groot spreekt van je zelf, maar van de God die zich over jou heeft ontfermd.

zondag 22 april 2012

Van de Heilige weet ik niets

Spreuken 30:3
”Ik heb geen wijsheid opgedaan, van de Heilige weet ik niets.”

Het had een uitspraak van Paulus kunnen zijn op weg naar Damascus. De FarizeeĆ«rs en Schriftgeleerden dachten alles te weten over God, maar toen ze Hem tegenkwamen (Jezus), wezen ze Hem af. De ware wijsheid komt van boven, de aardse wijsheid is dwaasheid voor God, omdat het God niet laat zien. De aardse wijsheid is kennis zonder Bron. Het is menselijk vernuft en verandert voortdurend. De wijsheid die God ons openbaart is onveranderlijk en voor eeuwig vast. Job ontdekte dat Hij de Heilige slechts van horen zeggen kende en zo is het helaas met velen. Misschien ben je zelf tot de conclusie gekomen dat je God eigenlijk niet persoonlijk kent, maar slechts van horen zeggen, uit de verte. Dan is dit een goed moment om voor Hem je hart te openen en te zeggen: ‘Vader, leer mij U kennen.’ De Heilige Geest zal je naar Jezus laten kijken. Hij liet de Vader zien en Hij heeft de weg naar de Vader geopend voor iedereen.

zaterdag 21 april 2012

Ik ben zo moe

Spreuken 30:1b
“Ik ben zo moe, mijn God, zo moe, ik kan niet meer.”

Soms moet je eerst ontdekken dat je het zelf niet meer kan, voor je hulp gaat zoeken. Wij zijn als mensen door onze trots zo onafhankelijk geworden, dat we hulp vragen of hulp aannemen als iets minderwaardigs zien. Het is juist goed om te ontdekken dat je anderen nodig hebt. Daar zijn we mens voor, om elkaar te helpen en aan te vullen. Dat heeft niets met minderwaardigheid te maken, zelfs niet met waardigheid. Zo werkt het gewoon beter. We zijn door God ontworpen om elkaar nodig te hebben. Het is niet goed dat de mens alleen blijft, op zichzelf blijft. Ook Jezus, de volmaakte mens, zonder zonde, zonder smet, zegt: ‘Ik kan uit mezelf niets doen.’ De ontdekking dat je het zelf niet kunt, dat je moe bent, is de beste positie om te ontvangen. Je hemelse Vader wist het al lang en nu weet je het zelf ook: Ik heb Gods hulp nodig. Zonder Hem kan ik niets doen.

vrijdag 20 april 2012

Hier volgen de woorden van Agur

Spreuken 30:1a
“Hier volgen de woorden van Agur, de zoon van Jake, dit zijn de uitspraken die hij heeft gedaan.”

Agur is waarschijnlijk een leraar/profeet geweest met leerlingen. In andere vertalingen staan de namen van de leerlingen erbij. De Herziene Statenvertaling: “De woorden van Agur, de zoon van Jake: de last. De man spreekt tot IthiĆ«l, tot IthiĆ«l en Uchal.” De Naardense Bijbel: “Woorden van Agoer, zoon van Jakee de MasaĆÆet, tijding van deze kerel aan ItiĆ«l,- met mij is God aan ItiĆ«l en Oechal,- met mij is God en ik kan het aan,” Sommigen zien in ItiĆ«l en Oechal verwijzingen naar Jezus. Hoe het ook zij, de woorden van Agur zijn door de Heilige Geest als een last op hem gelegd om ze door te geven. Ook in de woorden van Agur zoeken we naar openbaring over Jezus. Daar gaat het om in de Bijbel en in ons leven.

donderdag 19 april 2012

Een rechtvaardige verfoeit een onrechtvaardige

Spreuken 29:27
‘Een rechtvaardige verfoeit een onrechtvaardige, een goddeloze wie de rechte weg gaat.’

Er zijn dingen die elkaar niet verdragen, ze sluiten elkaar uit, hebben niets gemeenschappelijks. Zoals water en vuur, dag en nacht, hitte en kou. Maar ook mensen kunnen dat onderling ervaren. De FarizeeĆ«rs verdroegen Jezus niet en omgekeerd had Jezus moeite met het gedrag van FarizeeĆ«rs. Eerlijkheid kan niet tegen onrecht en leugen verdraagt de waarheid niet. Er bestond ook zo’n tegenstelling tussen de mens en God. Dat was het gevolg van de zonde. Adam en Eva verstopten zich voor God en God maakte een voorhangsel in de tabernakel tussen het heilige en het onheilige. Maar Jezus heeft de vijandschap weggebroken aan het kruis. De weg naar God is open en de voorhang gescheurd van boven naar beneden. God heeft ons aangenomen als zijn kinderen en er is geen afstand meer. We zijn aan Hem gelijk geworden. O wonder van genade.

woensdag 18 april 2012

Velen zoeken de gunst van een heerser

Spreuken 29:26
‘Velen zoeken de gunst van een heerser, maar alleen bij de HEER vindt een mens zijn recht.’

Waar ga jij naar toe als je hulp nodig hebt, of als je wijsheid zoekt? Velen zoeken het bij mensen, maar de enige die echt helpen kan is de Heer. Hoe hooggeplaatst iemand ook is, hij kan nooit jouw hart doorgronden en weten wat je echte behoeftes zijn. Alleen God is in staat je te inspireren, je te bekrachtigen, je weer perspectief te bieden en dat is maar goed ook. De juiste mensen zijn niet altijd in je buurt, maar God wel. Hij is er zelfs als alle anderen falen of ontbreken. Toen Jezus in de hof van GetsemanƩ aan zijn vrienden vroeg met Hem te waken, vielen ze in slaap. Maar God stuurde een engel uit de hemel om Hem kracht te geven. Jozef ontving de wijsheid en de kracht om zijn tijd in Egypte te doorstaan. Daniƫl en zijn vrienden ontvingen bescherming midden in het vuur. Er is geen betere helper dan de Heer. Zijn gunst hoeven we niet te verdienen, want Hij schenkt ons alles uit genade. Wend je tot Hem die je werkelijk helpen kan en zal.

dinsdag 17 april 2012

Geen angst voor mensen meer

Spreuken 29:25
‘Angst voor mensen is een valstrik, wie op de HEER vertrouwt, wordt beschermd.’

Een mooi voorbeeld van deze waarheid vinden we in de geschiedenis van koning Saul. Hij laat zich met zijn leger bang maken door de reus Goliath. Maar de kleine David, die niet in een harnas paste, versloeg de reus met een steentje uit zijn slinger, omdat hij op God vertrouwde. De grootste reus – de dood – is door Jezus verslagen, omdat Hij op God vertrouwde. Hij zei: ‘Niet mijn wil, maar de uwe geschiede.’ En hoewel de weg die Hij moest gaan zeer pijnlijk was en beangstigend, ging Hij wel. Hij vroeg aan de soldaten die Hem gevangen namen: ‘Wie zoek je?’ Toen ze zeiden: ‘Jezus de NazoreeĆ«r’, gaf Hij als antwoord: ‘Ik ben het.’ Van schrik deinsden ze achteruit, maar Jezus gaf zich over. Hij deed dat voor ons, zodat wij niet langer door angst voor de dood gevangen zouden zijn. Wie zal er tegen ons zijn als God voor ons is? Wat zou een mens ons doen?

maandag 16 april 2012

Geen heler, maar een genezer

Spreuken 29:24
‘Een heler doet zichzelf veel kwaad, hij weet dat hij vervloekt wordt, toch geeft hij de dief niet aan.’

Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, schrijft Paulus. Wat heeft het licht samen met de duisternis? Welke overeenkomst is er tussen Belial (Satan) en God? Je kunt niet uit liefde meedoen met het kwaad. Je kunt niet leugen vermengen met waarheid. Sommigen denken dat ze het evangelie beter kunnen ‘verkopen’ door mee te doen met de kwaden en zo te laten zien dat je die ander niet afwijst. Dit is heel erg krom. Je hoeft een ander niet af te wijzen wanneer je jezelf afzijdig houdt. Misschien voelt de ander zich afgewezen, maar dat is alleen een teken dat zijn geweten nog werkt. Jezus heeft de zondaars lief, maar gaat niet met ze zondigen. Hij bewijst ze liefde door ze te bevrijden en te genezen. De werken van de boze worden verbroken door Jezus en de waarheid komt aan het licht. Daar heeft een dief veel meer aan. Jezus is geen heler, maar een genezer.

zondag 15 april 2012

Hoogmoed komt voor de val

Spreuken 29:23
‘De hoogmoed van een mens brengt hem ten val, eer is weggelegd voor wie bescheiden is.’

Hoogmoed is een mooi woordje. Er zit moed in, maar die moed drijft ons soms te hoog. We denken dat we iets kunnen, maar falen. We denken dat we geen hulp nodig hebben, maar lopen vast. Hoogmoed komt voor de val, zegt het spreekwoord. Dat is overigens een wijsheid uit Gods woord en niet uit de wereld, maar dit terzijde. Het was hoogmoed die leidde naar de opstand van Satan tegen God. Een schepsel dat zich verzette tegen zijn Schepper. Dat moet wel verkeerd aflopen, want wie kan God weerstaan? Job heeft het geprobeerd toen hij zijn gelijk zocht bij God, maar uiteindelijk moest hij toegeven, dat hij ernaast zat. Verneder je onder Gods hand, dan zal Hij je verhogen, schrijft Jacobus. Hoogmoed en trots zijn de middelen van de duivel, maar nederigheid en zachtmoedigheid leren we van Jezus.

zaterdag 14 april 2012

Liefde drukt je drift de kop in

Spreuken 29:22
‘Een driftkop maakt snel ruzie, een heethoofd gaat vaak over de schreef.’

Emoties worden gevoed door onze gedachten. Onze vertaling van wat we ervaren, bepaalt hoe we ons voelen en hoe we daarmee omgaan. Vaak zijn we slechte vertalers van wat we zien of horen, omdat we ons niet geliefd weten. We voelen ons afgewezen en worden boos. We voelen ons niet begrepen en raken gefrustreerd. Allemaal heel begrijpelijk, maar vaak niet in overeenstemming met de waarheid. Onze vertaling van de werkelijkheid maakt ons boos en driftig, maar ook blij of gelukkig. Maar wanneer we onze gevoelens voeden met Gods liefde voor ons, met wat Hij ons gegeven heeft in Christus, met al Zijn beloftes van zegen, dan worden we steeds meer gevuld met vrede en vreugde, ondanks alles. Dan gaan we danken onder alles, dan zijn we overwinnaars in dit alles. Dan zijn we onaantastbaar geworden voor de mening van anderen en zelfs van die van onszelf. We zijn geliefd en veilig en weten dat ook.

vrijdag 13 april 2012

Geen verwennerij

Spreuken 29:21
‘Wie zijn slaaf vanaf zijn jeugd verwent, krijgt uiteindelijk met een rebel te doen.’

Zolang een kind niet volwassen is, staat het gelijk aan een slaaf, ook al is het een zoon, schrijft Paulus. Kinderen moeten zich geliefd weten door hun ouders. Liefde bewijs je niet door je kinderen steeds hun zin te geven, maar door ze goede principes bij te brengen. Kinderen moeten leren dat ‘nee’ niet hoeft te betekenen dat ze niet geliefd zijn. Leren gehoorzamen leidt tot stabiele volwassenheid. Een oud lied zegt: ‘Leer mij volgen zonder vragen.’ Dat kan alleen als er vertrouwen is. Wij zijn Gods kinderen, niet Gods slaven. Wij mogen allereerst weten dat we zeer geliefd zijn. Vader gaf Zijn geliefde Zoon voor ons, daarmee bewees Hij zijn liefde voor ons. Toch moeten we vernieuwd worden in ons denken, dat betekent dat we worden opgevoed. Hoe meer we overtuigd zijn van Gods liefde voor ons, des te makkelijker kunnen we Zijn woord aanvaarden en toepassen in ons leven.

donderdag 12 april 2012

Heb je weleens iemand gezien

Spreuken 29:20
‘Heb je weleens iemand gezien die altijd met zijn woorden klaarstaat? Voor een dwaas is er meer hoop dan voor hem.’

De Here Jezus sprak alleen wat nodig was. Soms enkele woorden, soms enkele zinnen en soms een hele toespraak. Hij zei over Zijn woorden: ‘Wie Mij liefheeft, bewaart Mijn woorden.’ En: ‘Mijn woorden houden eeuwig stand.’ En ook: ‘Wie Mijn woorden hoort en ze doet, is als een verstandig mens, die zijn huis bouwt op een rots.’ Het was geen onzin of zotteklap wat Jezus sprak, maar Zijn woorden bevatten waarheid en kracht. Dat soort spreken heeft de wereld nodig en de rest is overbodig. Woorden zijn als zaad, ze hebben gevolgen. Een dwaas kletst aan een stuk door en niemand weet te onderscheiden wat waar is of niet waar. Maar wie verstandig is, herhaalt de waarheid van Jezus. Laat daar je hart en je verstand mee gevuld zijn, dan komt het vanzelf ook uit je mond.

woensdag 11 april 2012

Geen slaven maar zonen

Spreuken 29:19
‘Je brengt een slaaf geen discipline bij met woorden, hij begrijpt ze wel, maar stoort zich er niet aan.’

Een slaaf heeft een harde hand nodig om te gehoorzamen, maar het goede nieuws is, dat we geen slaven meer zijn. We zijn door het offer van Jezus kinderen van God geworden. Paulus schrijft dat we nu van harte gehoorzaam zijn geworden, vanuit ons hart dus, niet uit verplichting. Liefde motiveert ons om te luisteren naar de stem van onze Vader. Zijn liefde heeft ons hart geraakt. Niet alleen maar woorden hebben we nodig, maar woorden die met liefde zijn gesproken door een Vader die waanzinnig veel van ons houdt. Zo’n Vader ga je van harte dienen, je wilt niets anders meer. Het is Gods Geest die Zijn wetten in ons binnenste schrijft. Deze wetten leiden ons naar zegen, meer zegen en overvloedige zegen. Het zijn de wetten van liefde, genade en geloof die God gebruikt om ons te vormen naar Zijn beeld. Geen dwang, maar drang. De liefde van God dringt ons, schrijft Paulus en zo is het.

dinsdag 10 april 2012

Zonder visie vervalt het volk

Spreuken 29:18
‘Zonder profetie vervalt het volk tot bandeloosheid, wie de wet in acht neemt, is gelukkig.’

Zonder droom, zonder doel, zonder visie worden mensen ongemotiveerd en vervallen tot wanorde. ‘Laten we eten en drinken want morgen sterven wij.’ Het typeert de tijd waarin we leven. Veel mensen hebben de kerk vaarwel gezegd en daarmee ook de openbaring over Gods plan met deze wereld. EgoĆÆsme, eigenliefde, genotzucht en bandeloosheid is het gevolg. Veel mensen leven zonder doel en als er al een doel is, dan is het vaak een tijdelijk doel. Een betere baan, een beter salaris, een groter huis, een nieuwe partner. De leugen regeert. Niemand die zo leeft kan gelukkig zijn. Geluk heeft te maken met wie je bent en wie je kent. Bij God kan iedereen gelukkig zijn en je kan je altijd verheugen in wat nog komen gaat, het wordt beter en beter. Uiteindelijk zal God alles en in allen zijn. ‘Kom bij Mij’, zegt Jezus, ‘Ik maak je gelukkig.’ Jezus geeft ons leven zin, Hij geeft ons leven perspectief, Hij brengt uitkomst, Hij overlaadt ons met het goede van de hemel. Voor de wereld is Hij een dwaasheid, maar voor wie Hem kent een nooit teleurstellende bron van vreugde en vrede.

maandag 9 april 2012

Tuchtig je zoon

Spreuken 29:17
‘Tuchtig je zoon, en je hebt geen zorgen over hem, hij zal je vreugde geven.’

Opvoeden is de plicht van elke ouder. Wie zijn kind liefheeft, voedt het op. Daar hoort ook correctie bij. Ook Jezus is opgevoed. Hij liet zich door Jozef en Maria terechtwijzen toen Hij twaalf was en was hen onderdanig. Je leest dan: ‘Jezus groeide verder op en zijn wijsheid nam nog toe. Hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de mensen.’ Welopgevoede kinderen zijn een vreugde voor de ouders en voor de omgeving. God heeft ook kinderen die moeten worden opgevoed. Hij doet dat door hen veel liefde te bewijzen en hen te tuchtigen (ander woord voor opvoeden) door het Woord. Dat Woord is een levend Woord, zonder starre dogma’s en onbeweeglijke voorschriften, maar met liefdevolle aanwijzingen die je leven verrijken en tot zegen brengen. Jezus is Gods levende Woord, Hij is onze Opvoeder en Leidsman. Hij geeft ons leven vorm en vreugde.

zondag 8 april 2012

De goddelozen verliezen hun macht

Spreuken 29:16
‘Als goddelozen aan de macht zijn, neemt de misdaad toe, maar eens zullen de rechtvaardigen getuige zijn van hun val.’

Toen de zonde ging heersen op aarde, werden alle mensen slaaf. De gevolgen waren en zijn rampzalig. Overal (ook in de kerk) machtsmisbruik en geweld met miljoenen slachtoffers als gevolg. De geschiedenis van de aarde is vol geweldenarij en moord. Maar eens, zal dat niet meer zo zijn. Eens zal de aarde vol zijn van Gods heerlijkheid. Dat eens lijkt heel ver weg, maar de werkelijkheid is, dat het al is begonnen. Door de overwinning van Jezus Christus over zonde, ziekte en dood, is er een andere heerschappij gevestigd op aarde. In Gods kinderen woont een nieuwe Geest. Zij zijn als eersten bevrijd uit de slavernij van de zonde en vertegenwoordigen nu de Here Jezus Christus op aarde. De rechtvaardigen nemen de macht op aarde over van de goddelozen. Niet door geweld of eigen kracht, maar door de Geest van liefde en zachtmoedigheid.

zaterdag 7 april 2012

Gods wijsheid

Spreuken 29:15
‘De stok en berispingen zorgen voor wijsheid, een kind dat niet wordt opgevoed, maakt zijn moeder te schande.’

Als ik deze tekst lees, moet ik denken aan de Here Jezus. Hij is onze wijsheid geworden door de straf te dragen die wij verdienden. Hij is de afdruk van Gods wijsheid, een wijsheid die voor de wereld dwaasheid is. Toen Jezus werd geboren werd er geprofeteerd dat er een zwaard door de ziel van zijn moeder Maria zou gaan. Niet omdat Hij haar te schande maakte, maar wel omdat Hij te schande werd gemaakt. Zij stond erbij toen Hij werd gekruisigd uit oneer om ons eer te kunnen geven. De stokslagen en berispingen had Jezus niet nodig als mens, Hij heeft geen zonde gedaan en de zonde als overheerser van zijn leven niet gekend. Maar Hij droeg ze voor ons, opdat wij een vreugde voor onze Vader en Moeder (uit God geboren) zouden zijn.

vrijdag 6 april 2012

Een koning die een eerlijk oordeel velt

Spreuken 29:14
‘Een koning die een eerlijk oordeel velt over verschoppelingen, zal nooit zijn troon zien wankelen.’

Gods troon houdt stand in eeuwigheid, Hij heeft een eeuwig koningschap. Veel mensen vinden het angstig dat God ook hun rechter is, maar die vrees is ongegrond. God de Vader heeft het oordeel aan Zijn Zoon gegeven en Hij is de goede Herder, die Zijn leven inzet voor Zijn schapen. Het hart van God de Vader wordt door Jezus geopenbaard wanneer Hij zegt: ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Ik en de Vader zijn een.’ Het oordeel over de verschoppelingen heeft al plaatsgevonden aan het kruis. Daar werd afgerekend met alle onvolkomenheden van de mensen. Gods eerlijke oordeel heeft Jezus ondergaan en daardoor kan niemand ons meer veroordelen en beschuldigen. We leven in Gods koninkrijk, onder Gods gunst voor eeuwig.

donderdag 5 april 2012

Het licht in je ogen

Spreuken 29:13
‘Een arme en een onderdrukker hebben dit gemeen: de HEER gaf hun beiden het licht in de ogen.’

Het licht dat God heeft gegeven is Jezus. Hij is het licht van de wereld en overal waar Hij komt, zal de duisternis verdwijnen. God is genadig voor iedereen, Hij houdt van alle mensen. God praat niet meer over de duisternis, maar Hij brengt het licht. Hij is zelf tot duisternis gemaakt om ons in het licht te laten leven. Laat dan het licht voortaan het middelpunt zijn van je gedachten en je daden. Denk na over Gods liefde in plaats van over je fouten. Denk na over Gods beloftes in plaats van over je angsten. Of je nu arm bent geweest of een onderdrukker, God geeft je een hoopvolle toekomst. Hij is de God van liefde, genade en zegen.

woensdag 4 april 2012

Worden als je meester

Spreuken 29:12
‘Als een heerser toegeeft aan bedrog, wordt ieder die hem dient een goddeloze.’

Vanaf Adam is de zonde gaan heersen op aarde en door de zonde de dood. Wie niet met Christus is gekruisigd en opgestaan, leeft nog steeds onder die duivelse heerschappij. Zelfzucht en bedrog zijn kenmerkend voor die heerschappij. Maar door Jezus is er een weg geopend naar een nieuw leven in een ander koninkrijk. Wie Jezus als koning heeft aanvaard, wordt geleid door gerechtigheid en liefde. Onder Zijn heerschappij verdwijnen leugen en zelfzucht en beginnen liefde voor God en de naaste zich als vrucht te ontwikkelen. Jezus heeft gezegd: ‘Een discipel staat niet boven zijn meester, maar al wie volleerd is zal zijn als zijn meester.’ Wat een heerlijk vooruitzicht dat we steeds meer en meer gelijkvormig worden aan onze Meester. Hij heeft ons verlost uit de macht van de leugen en leidt ons met liefde en in waarheid.

dinsdag 3 april 2012

Een dwaas geeft uiting aan al zijn gevoelens

Spreuken 29:11
‘Een dwaas geeft uiting aan al zijn gevoelens, een wijze houdt ze in toom.’

Uiting geven aan je gevoelens, hoeft niet altijd met woorden te gebeuren. Je kunt ook je besluiten laten afhangen van je gevoelens. Veel mensen doen dat tegenwoordig, ze zeggen dan: ‘Dat voelt goed’, of: ‘Ik heb het op mijn hart.’ Soms worden die gevoelens ook aan de leiding van God toegeschreven, alsof er geen Bijbel bestaat. Verleidingen spelen handig in op onze gevoelens en de duivel maakt er gretig gebruik van, net als de winkeliers trouwens. God leidt ons door zijn Woord en zijn Geest. Die zijn beide volmaakt en betrouwbaar. Jezus weerstond de duivel door te zeggen: ‘Er staat geschreven …’. Hij liet zich niet leiden door zijn gevoel, maar door zijn geloof. Anders had Hij nooit het kruis op zich genomen en waren wij niet verlost. Jezus is Gods wijsheid en Hij toont ons dat geloof veel krachtiger is dan gevoel. Gevoel komt altijd op de laatste plaats als we beslissingen nemen of reageren. Dat betekent niet dat we gevoelloos zijn, maar wel dat wijsheid niet voortkomt uit je gevoel.

maandag 2 april 2012

De onberispelijke mens

Spreuken 29:10
‘Moordenaars haten een mens die onberispelijk leeft, oprechten respecteren zijn leven.’

De mens die onberispelijk leeft is Jezus, daar is er maar een van. Moordenaars zijn er velen en zelfs als je iemand een leeghoofd noemt, ben je voor God al gelijk aan een moordenaar. Jezus zei tegen zijn tijdgenoten: ‘Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij.’ En zo is het nog steeds. Je bent voor of tegen Jezus, voor of tegen genade. Als mensen de liefde van God gaan herkennen in Jezus – Hij kwam om te redden, niet om te veroordelen – krijgen ze respect voor Zijn leven. Hij ging tot het uiterste om zelfs de moordenaar naast Hem aan het kruis te redden. Aan het kruis hingen ze allebei naast Jezus, de spotter en de oprechte. De spotter bleef spotten, maar de oprechte wist dat hij schuldig was en Jezus onschuldig. Hij besefte ook dat Jezus hem kon redden, zelfs toen Hij aan het kruis hing – juist toen Hij aan het kruis hing. Gods genade is zo dichtbij, je hoeft alleen te beseffen dat de oprechte gekomen is voor jou, niet om je te veroordelen, maar om je te redden.

zondag 1 april 2012

Een wijze en een dwaas

Spreuken 29:9
‘Als een wijze en een dwaas voor het gerecht staan, laat de dwaas met zijn geraaskal en gesneer alles in het honderd lopen.’

De woorden ‘In het honderd lopen’ zijn een merkwaardige vertaling van wat er werkelijk staat: ‘Er komt geen rust.’ De dwaas kan geen rust brengen, of hij nu lacht of huilt, schreeuwt of springt, er komt geen rust. De dwaas – beeld van de ongelovige mens – staat met lege handen tegenover de wijsheid – beeld van Christus. De wijsheid van God kan de dwaas tot rust brengen, maar dan moet hij zich wel gewonnen geven, zich overgeven in de armen van Gods genade. Het is door genade dat een dwaas vrede en rust vindt bij Gods rechtbank. Vrijspraak is het gevolg van Gods liefde voor zondaren. Wat Hij daarvoor deed is ongekend. Hij stierf voor ons, verloste ons, bevrijdde ons van elke vorm van overheersing door de zonde. Hij nam de straf op zich die ons de vrede aanbrengt en door zijn striemen zijn we genezen. De dwaas kan maar beter zijn mond houden en net als Paulus zeggen: ‘Als ik wil roemen, roem ik in de Heer.’