maandag 23 april 2012

Ik ben dommer dan ieder ander

Spreuken 30:2
“Ik ben dommer dan ieder ander, elk menselijk inzicht ontbreekt mij.”

Dat klinkt niet erg positief om zo van jezelf te spreken. Misschien voel je je wel eens zo dom, maar om nu te zeggen dat je zo dom bent, is wel erg definitief. Elk menselijk inzicht ontbreekt mij, dit moet wel een overdrijving zijn, want hoe kom je anders tot het inzicht dat elk inzicht ontbreekt? De schrijver wil hiermee niet zichzelf naar beneden halen, maar laten weten dat zijn inzichten openbaringen van God zijn. Hij is een profeet en spreekt namens God. Hij wil God groter maken, door zichzelf kleiner te maken. Het is een eerbewijs aan de grootheid van God. Je leest ook van Salomo dat hij zegt: ‘Wie ben ik en wat is mijn huis, dat ik voor de Here een huis mag bouwen?’ Gods genade maakt dat je niet meer groot spreekt van je zelf, maar van de God die zich over jou heeft ontfermd.