dinsdag 26 oktober 2010

Een gulle gever zal gedijen

Spreuken 11:25
“Een gulle gever zal gedijen, wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen.”

Allemaal teksten in dit hoofdstuk over zegenen en zegen ontvangen. Je moet eerst ontvangen voor je een ander ermee kan zegenen. De gulle gever zal eerst iets moeten hebben om gul te kunnen zijn. De bron van elke gulheid is God. Hij is gever bij uitstek, het is zijn hart om te geven. De hele schepping is ons gegeven en wat dacht je van het leven zelf? Alles gegeven uit liefde en genade. God heeft het beste gegeven en zal altijd het beste blijven geven. Dat is een aansporing voor ons om dat ook te doen. De liefde die God ons heeft gegeven, krijgt Hij weer terug door onze uitingen van liefde naar de ander te zien. Hij geniet ervan als we de Geest van het zoonschap tonen. We zijn zonen en dochters van een heel rijke Vader. Hij geeft ons om te geven. Daar worden wij en Hij gelukkig van.