zondag 15 maart 2009

Uw heiligdom staken zij in brand, zij ontwijdden tot de grond toe de woning van uw naam;

Psalm 74:7
"Een leerdicht van Asaf. Waarom, o God, verstoot Gij voor altoos, brandt uw toorn tegen de schapen die Gij weidt? Gedenk uw gemeente, die Gij van ouds hebt verworven, die Gij verlost hebt als de stam van uw erfdeel, de berg Sion, waarop Gij uw woning hebt gevestigd. Richt uw schreden naar wat voorgoed in puin ligt; alles heeft de vijand in het heiligdom vernield. Uw tegenstanders brulden in uw vergaderplaats en hebben er hun tekenen als tekenen opgesteld; het had het aanzien, alsof iemand de bijl van omhoog op het kreupelhout deed neerkomen; toen sloegen zij het snijwerk daaraan altegader stuk met bijl en houweel; uw heiligdom staken zij in brand, zij ontwijdden tot de grond toe de woning van uw naam;"

Verschrikkelijk moet het geweest zijn, het vernielen van de tempel. Alle heilige voorwerpen werden stukgeslagen en verbrand. Een verbijsterd volk moest toezien dat de vijand hen tot het uiterste krenkte. En waar was God? Waarom liet Hij dat toe? Je kunt de vertwijfeling voorstellen van Asaf. Hij probeert zich nog staande te houden in deze psalm, maar het grootste deel is toch wanhoop, een niet begrijpend waarom? De God die een pad maakte door de zee, de God die water gaf uit de rots, waar is Hij nu? Waarom doet Hij niets? Vanwege de zonden van het volk moet God zwijgen, zelfs als Zijn eigen heiligdom wordt verwoest. Zo stond het in het verbond. Deze geschiedenis is een voorbeeld van een andere verwoesting. Opnieuw werd een heiligdom verwoest en opnieuw deed God niets. Opnieuw was er een waarom? Jezus, was Gods tempel. In Hem woonde Zijn volheid. ‘Breek deze tempel af’, had Jezus gezegd en dat gebeurde ook. De discipelen waren verbijsterd, Jezus werd uitgekleed, te schande gemaakt en God greep niet in. Hij werd helemaal vernield aan het kruis wegens de zonden van de wereld. Maar het eindigt niet zoals bij de verwoesting van de tempel waar Asaf over schrijft. Het volk werd daarna weggevoerd in ballingschap. Maar toen Jezus als tempel Gods werd verwoest, kwam er juist bevrijding. Geen gevangenschap maar vrijheid. God zweeg in zijn liefde toen Jezus de straf op zich naam. Maar na de opstanding klinkt wereldwijd het bevrijdende: Het is volbracht. Jezus leven werd verwoest, opdat ons leven zou worden hersteld. Wat een genade.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten