maandag 23 maart 2009

Bevrijdt de geringe en de arme, redt hem uit der goddelozen hand.

Psalm 82:4
"Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering der goden, Hij houdt gericht te midden der goden. Hoelang zult gij onrechtvaardig richten, en de goddelozen gunst bewijzen? Richt de geringe en de wees, doet recht de ellendige en de behoeftige, bevrijdt de geringe en de arme, redt hem uit der goddelozen hand."

God staat in de vergadering der goden. Hij slaat ze gade en houdt gericht. De goden – mensen belast met rechtspraak en bestuur – doen het niet goed. De geringe en de wees zijn de dupe, evenals de ellendige en behoeftige. De geringen en armen zijn altijd het kind van de rekening, maar niet bij God. Hij ontfermt zich juist over de zwakken en zieken, de afgedwaalden en thuislozen. Je hoort God zeggen: ‘Bevrijdt de geringe en de arme, redt hem uit der goddelozen hand.’ De dag komt, en de schepping wacht rijkhalzend op die dag, dat recht en gerechtigheid hun loop zullen hebben op aarde. Wanneer de Koning der gerechtigheid zelf het bestuur ter hand neemt en deze herders vervangt door de Goede Herder. Ook aan ons christenen is de opdracht recht te doen aan weduwen en wezen in hun druk, gastvrij te zijn voor vreemdelingen en zwakken. Op wie lijk je het meest? Op de goden of op God? Laten we hopen dat door de Heilige Geest het karakter en de bewogenheid van Christus steeds meer in ons leven zichtbaar kan worden gemaakt. Dat we niet spreken over ontferming maar ons ontfermen. Dat we niet spreken over bevrijding maar bevrijden. Woord en daad gaan samen bij gelovigen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten