vrijdag 31 juli 2009

Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien.

Psalm 50:23
“Uw mond laat gij in boosheid gaan, uw tong koppelt bedrog aaneen; gij zit en spreekt tegen uw broeder, gij werpt smaad op de zoon van uw moeder. Dit hebt gij gedaan en Ik heb gezwegen; gij beeldt u in, dat Ik geheel en al ben als gij. Ik wil u berispen en het u onder het oog brengen. Verstaat dit toch, gij, die God vergeet, opdat Ik niet verscheure, zonder dat iemand redt. Wie lof offert, eert Mij, en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien.”

Hier worden achter elkaar genoemd: roddel, bedrog, smaad en dat tegen gezinsleden. Omdat God in Zijn liefde zwijgt, kunnen mensen het gewoon gaan vinden. Maar hier is een waarschuwing: begrijp het toch! ‘Verstaat dit toch!’ Mensen die God niet als doel hebben, zoeken zichzelf en gaan te gronde. ‘Wie lof offert, eert Mij, dat Ik hem Gods heil doe zien.’ Die lof is voor de medemens, dus in plaats van kwaadsprekerij nu goedsprekerij. In plaats van bedrog en roddel, opbouw en begrip. Daarmee eer je God en Hij gaat je dan nog veel meer de diepte van Zijn hart laten zien. Dus positief spreken over mensen en tegen mensen. Daar doe je God plezier mee. En het is ook heilzaam voor jezelf.