dinsdag 22 september 2009

Maar Hij, de barmhartige, verzoende de ongerechtigheid en verdierf niet;

Psalm 78:38
“Maar Hij, de barmhartige, verzoende de ongerechtigheid en verdierf niet; Hij wendde menigmaal zijn toorn af en wekte zijn volle grimmigheid niet op; Hij gedacht, dat zij vlees waren, een ademtocht, die vervliegt en niet wederkeert.”

Ondanks het voortdurende tekortschieten van de mens, is God barmhartig geweest. Hij heeft alle ongerechtigheid op Jezus doen neerkomen en Hij heeft ons niet laten omkomen. Tegelijk loste God het zondeprobleem op: de oude mens werd gekruisigd en de nieuwe werd geboren uit God. ‘Het oude is voorbij gegaan, het nieuwe is gekomen’, schrijft Paulus ‘en dit alles is uit God.’ Wij leven uit genade. Wij zijn door God gerechtvaardigd. Wie zal ons beschuldigen als God ons vrijspreekt? Wie zal ons veroordelen als God ons heeft gered? Wij hebben de volmaaktheid van Christus ontvangen, punt uit. En daarom zegent God ons. Niet op grond van onze werken, maar op grond van de Zijne. We zijn uit genade behouden, door het geloof. We kunnen slechts roemen in de genade. Stop met zoeken naar je fouten. Stop met proberen volmaakt te zijn. Ontvang in geloof je volmaakte plaats bij God. Hij heeft je volmaakt volmaakt gemaakt in Christus. Bedenk dat en ga er uit leven. Dan ben je een gelukkig mens en verlies je elk besef van kwaad. Je bent niet langer bezig met jezelf, maar met Hem, de Barmhartige.