woensdag 16 september 2009

Wij willen vertellen aan het volgende geslacht des HEREN roemrijke daden.

Psalm 78:4
“Hetgeen wij gehoord hebben en weten, en onze vaderen ons hebben verteld, dat willen wij voor hun kinderen niet verhelen; wij willen vertellen aan het volgende geslacht des HEREN roemrijke daden, zijn kracht en de wonderen die Hij gewrocht heeft.”

Wat we gehoord hebben en weten, dat vertellen we door aan het volgende geslacht. Het geloof is uit het horen, maar het horen moet veranderen in weten, niet met je hoofd, maar met je hart. De volle overtuiging van het geloof, het zekere weten, omdat het beproefd is. We spreken niet van wat anderen zeggen, maar van wat we zelf hebben ervaren van Gods goedheid, genade en redding. De apostel Johannes schrijft: ‘Hetgeen was van den beginne, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze eigen ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens, hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.’ Het evangelie is goed nieuws. We geven door wat we er zelf van hebben ervaren.