donderdag 31 december 2009

Alles wat adem heeft, love de HERE. Halleluja.

Psalm 150:6
“Alles wat adem heeft, love de HERE. Halleluja.”

Oplettende lezers zeggen wellicht: ‘Hé, dezelfde tekst als op 30 mei.’ Dat klopt, dat kwam nu net zo uit en het is een mooie tekst om dit jaar mee af te sluiten. We zijn dit jaar twee keer door de psalmen gegaan. De eerste keer nog wat meer op zoek naar het specifiek profetische over de Here Jezus. De tweede keer ook wat meer op onszelf gericht. Ik hoop dat er stukjes bij waren die hebben geïnspireerd om er nog eens over na te denken. Misschien heeft het uw kijk op wie God is en hoe Hij zich bekend maakt verrijkt, ik hoop het. Wat ik vooral heb trachten te benadrukken is de liefde en genade van God. Hij is geen boze rechter, die klaar staat om te oordelen en te straffen, maar een liefdevolle Vader, die klaarstaat om te troosten, bemoedigen en zegenen.
Vanaf morgen begint een nieuwe serie uit de Spreuken van Salomo. Ik eindig met de vraag: ‘Heb je adem, dan weet je wat je ermee doen kan.’

woensdag 30 december 2009

Looft Hem met tamboerijn en reidans, looft Hem met snarenspel en fluit.

Psalm 150:4
“Looft Hem met bazuingeschal, looft Hem met harp en citer, looft Hem met tamboerijn en reidans, looft Hem met snarenspel en fluit, looft Hem met klinkende cimbalen, looft Hem met schallende cimbalen.”

De een houdt van hard, de ander van zacht. De een houdt van tokkelen, de ander van blazen en weer een ander van slaan op een trom. De een houdt van dansen, de ander van ingetogen poësie. Wat je voorkeur ook heeft, God houdt van alle lofuitingen die gemeend en oprecht zijn. Gebruik wat je hebt en wat je kunt om God te prijzen, want Hij is het waard. En bovendien is Hij de enige die onze aanbidding op waarde weet te schatten. Zijn liefde voor jou wordt er niet groter door, maar wel jouw liefde voor Hem.

dinsdag 29 december 2009

Looft Hem naar zijn geweldige grootheid.

Psalm150:2
“Looft Hem om zijn machtige daden, looft Hem naar zijn geweldige grootheid.”

God is groot in elk opzicht, geweldig groot. Geweldig groot is Zijn liefde; Hij stierf voor ons toen we nog zondaren waren. Geweldig groot is Zijn woord; Hij sprak en het was er, gebood en het stond er. Geweldig groot is Zijn kracht; Hij heeft er de duivel door verslagen en stond erdoor op uit de dood. Geweldig groot is Zijn genade; voor de hele wereld is er verzoening door het ene offer van Christus. Geweldig groot is Zijn trouw; Hij laat nooit varen het werk dat Zijn hand begon. Geweldig groot is Zijn gevoel; Hij kan meevoelen met onze zwakheden en kent ons door en door. Geweldig groot is Zijn koningschap; Hij is de Koning der koningen en de Here der heren, Zijn koningschap kent geen einde. Geweldig groot is Zijn creativiteit; kijk naar de schepping en geniet van alle vormen, kleuren en geuren. Ja, onze God is geweldig groot in alle opzichten. Looft Hem naar Zijn geweldige grootheid.

maandag 28 december 2009

Looft God in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;

Psalm 150:1
”Halleluja. Looft God in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;”

We zijn gekomen bij de laatste psalm in de Bijbel. Het is een psalm vol jubel en oproep om God te prijzen. De eerste psalm begon met de man die niet wandelt in de weg der goddelozen, heel individueel, maar nu in de laatste psalm wordt alles zo groot mogelijk gemaakt. Het hele uitspansel, de hele schepping, alles wat adem heeft, iedereen en overal moet Hem loven. In de psalmen kun je jezelf herkennen, maar vooral Godzelf. Wat Hij gedaan heeft, wat Hij gevoeld heeft, wat Hij nog zal doen, het staat er allemaal in. Wanneer je ogen daarvoor opengaan, wanneer je hart zacht wordt, dan kun je niet anders doen dan Hem prijzen. Halleluja.

zondag 27 december 2009

Want de HERE heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil.

Psalm 149:4
“Halleluja. Zingt de HERE een nieuw lied, zijn lof in de gemeente der vromen. Israel verheuge zich in zijn Maker, laten de kinderen Sions juichen over hun Koning; laten zij zijn naam loven met reidans, Hem psalmzingen met tamboerijn en citer. Want de HERE heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil.”

Vrede op aarde en in mensen een welbehagen. Hoe kan dat? Door Jezus Christus. Hij is Gods welbehagen, Hij is de vredevorst die gezegd heeft: ‘Mijn vrede geef ik u.’ God heeft altijd een welbehagen gehad in de mens, God is een ontfermer. Hij zag de mens verdwalen en in de macht van de zonde komen. Gods goedheid en welbehagen, Gods genade en liefde hebben een einde gemaakt aan deze slavernij. Er is verzoening voor heel de wereld. Maar het heil is niet automatisch je deel. Het is voor de ootmoedigen, voor degenen die weten dat ze in zichzelf God niet kunnen behagen. Maar de nederigen, degenen die Gods genade herkennen, degenen die hun eigen gerechtigheid voor vuilnis verklaren, voor hen is Gods heil beschikbaar. Wie zich laat vinden door Gods goedheid, wordt gekroond met glorie en eer. Verheug je in Gods welbehagen, verheug je in je Maker.

zaterdag 26 december 2009

Want zijn naam alleen is verheven, zijn majesteit is over aarde en hemel.

Psalm 148:13
“Gij bergen en alle heuvelen, vruchtbomen en alle ceders; gij wild gedierte en alle vee, wat kruipt en wat met vleugelen vliegt; gij koningen der aarde en alle natien, gij vorsten en alle richters der aarde; gij jongelingen en ook maagden, gij ouden en jongen tezamen. Dat zij de naam des HEREN loven, want zijn naam alleen is verheven, zijn majesteit is over aarde en hemel.”

Jezus heeft de naam boven alle naam. Door Hem is alles geschapen, de zichtbare en de onzichtbare dingen. Het Woord dat God spreekt is een woord van gezag, een scheppend woord vol kracht. Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. En deze naam is gegeven aan de Gemeente, die Hij heeft vrijgekocht. Wij zijn met autoriteit bekleed, net als Adam eertijds, om te spreken namens God. Elk woord van God dat door onze mond wordt gesproken, heeft dezelfde kracht alsof God het zelf sprak. De Here Jezus zei: ‘Als mijn woorden in je blijven, draag je veel vrucht.’ Dat betekent dat ikniet spreek wat de duivel wil, of wat ik zelf wil, maar dat ik spreek naar Gods wil. Dan heeft mijn spreken kracht en zal de majesteit van God worden gezien in de hemel en op de aarde.

vrijdag 25 december 2009

Vuur en hagel, sneeuw en nevel, gij stormwind, die zijn woord volbrengt;

Psalm 148:8
“Looft de HERE op de aarde, gij grote zeedieren en alle waterdiepten, vuur en hagel, sneeuw en nevel, gij stormwind, die zijn woord volbrengt;”

Gods woord heeft alle dingen geschapen en alle dingen worden gedragen door het woord van Zijn kracht. De hele schepping gehoorzaamt aan de wetten die God heeft gesteld. De sterren in de lucht staan vast door dat woord en het gras op aarde groeit door dat woord. De enige wezens die een keuze hebben gekregen, zijn de mensen. Wij hebben de mogelijkheid Gods woord te negeren en er dwars tegenin te gaan. Natuurlijk heeft dat gevolgen, de geschiedenis is daar duidelijk over. De mens heeft zichzelf in de problemen gewerkt en alleen Gods Woord kon redding brengen. ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond’, schrijft Johannes. Het Woord is gekomen, vol van genade en waarheid. Door het ene woord: ‘Het is volbracht’, is alles veranderd. Wat dood was gaat leven en er is herstel voor alles wat in de duisternis was. De eerste schepping was genade, de tweede schepping is genade op genade. Gods woord is levend en krachtig, luister ernaar, denk erover na, pas het toe in je leven en de kracht ervan wordt vrijgezet door geloof.

donderdag 24 december 2009

Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.

Psalm 147:3
“De HERE bouwt Jeruzalem, Hij verzamelt Israels verdrevenen; Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.”

De Here Jezus wilde de inwoners van Jeruzalem verzamelen, maar ze hebben het niet gewild. Paulus schrijft aan de Galaten dat het huidige Jeruzalem in slavernij is en dat onze moeder Sion is, het hemelse Jeruzalem. Maar zoals de Heer het hemelse Jeruzalem bouwt en de gewonden geneest, zo zal Hij dat ook doen met het aardse. Voor ieder die nu nog in de slavernij van de zonde leeft, is er verlossing. En de dag zal komen dat alles onder één hoofd wordt samengevat: Christus. Onze God is een ontfermer en een heelmeester. Het enige wat aan ons is overgelaten is voor Hem te kiezen en onze wil ondergeschikt te maken aan de Zijne. Daar word je absoluut beter van.

woensdag 23 december 2009

Looft de HERE, want het is goed, onze God te psalmzingen, ja, het is liefelijk, een lofzang is betamelijk.

Psalm 147: 1
“Looft de HERE, want het is goed.”

God loven is goed. Daar zijn vele redenen voor. Allereerst is het goed omdat Hij goed is, Hij is het waard, Hij verdient het dat we Hem prijzen. Dat staat los van onze omstandigheden en daarmee komen we bij een andere reden: God prijzen verheft je hoofd boven je vijanden. Je dwingt jezelf naar iets anders te kijken dan jezelf. Een derde reden is dat het liefelijk is, dit in tegenstelling tot veel van onze gedachten en woorden, vooral als we benadeeld worden of zijn. Negativiteit komt vanzelf in je op en het is o zo gemakkelijk er aan toe te geven. Kies voor liefelijk en ga de Heer prijzen. Het gevolg is dat een andere geest actief wordt in je binnenste.

dinsdag 22 december 2009

Die trouwe houdt tot in eeuwigheid;

Psalm 146:6
”Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft, wiens verwachting is op de HERE, zijn God, die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is, die trouwe houdt tot in eeuwigheid;”

Trouw is tegenwoordig een woord met beperkte houdbaarheid. We blijven trouw tot we ontrouw zijn. Je ziet het in de sport, contracten en woorden worden net zo makkelijk gebroken als ijs na een enkele winternacht. We rechtvaardigen deze ontrouw door te wijzen op de voordelen die de ontrouw biedt. ‘Deze gelegenheid mag ik toch niet voorbij laten gaan’, is vaak het argument. Dit soort trouw is gebaseerd op hebzucht. Bij God is liefde het motief. Gods liefde is de garantie voor Zijn trouw. De Bijbel zegt dat als wij ontrouw zijn, God trouw blijft, want Hij kan zichzelf niet verloochenen. Liefde en trouw vormen de basis van Gods genade. Daarom zal je verwachting bij God ook nooit beschaamd worden. Wat Hij beloofd heeft, doet Hij en een gegeven woord neemt Hij niet terug. Heerlijk.

maandag 21 december 2009

Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen heil is;

Psalm 146:3
“Halleluja. Loof de HERE, mijn ziel. Ik zal de HERE loven, mijn leven lang, mijn God psalmzingen, zolang ik nog ben. Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen heil is; gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.”

Er zijn heel veel kundige mensen en ze kunnen veel voor je betekenen, maar geen enkel mens kan je heil bieden. Waar moet je heen om eeuwig heil te krijgen? Geen mens is daartoe in staat. Zelfs de beste pogingen schieten tekort. Je brengt jezelf onder een vloek als je op een mens vertrouwt, zelfs als je op jezelf vertrouwt voor je heil. Heil betekent heelmaking en daar is een Heiland voor nodig. De Here Jezus is die Heelmeester en Hij schenkt zijn heil gratis aan iedereen. Geen voorwaarden, geen tegenprestatie, maar uit liefde voor jou verlost Hij je uit alle ellende. Wanneer je hebt ontdekt wat Jezus voor jou heeft gedaan, dan is het geen wonder dat je uitroept: ‘Halleluja. Loof de HERE, mijn ziel. Ik zal de HERE loven, mijn leven lang.’

zondag 20 december 2009

De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.

Psalm 145:18
“De HERE is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.”

Let op de woorden ‘al’ en ‘allen’ in deze regels. Aan Gods kant is er geen voorkeur, Hij is voor allen goed. Toch staat er een voorwaarde voor Zijn nabijheid. Gods genade en goedheid zijn het deel van allen die Hem aanroepen in waarheid. Sommigen denken wellicht dat God je helpt, wanneer je niet liegt en altijd de waarheid spreekt. Op zichzelf is dat geen slechte eigenschap, maar voor God geen reden om je te zegenen. Nee, de waarheid die hier wordt bedoeld is Christus. We komen niet onder Gods zegen in onze eigen naam, of in eigen kracht. Gods genade is voor hen die in Christus zijn en die God de Vader benaderen in de naam van Jezus. De enige manier om aan die voorwaarde te voldoen is dat we geloven in Hem. Dat we geloven dat Jezus ons gered, bevrijd en verlost heeft van schuld, zonde, ziekte en dood en dat we door Zijn ene offer voor altijd rechtvaardig zijn voor God. Wie dat gelooft, staat in de waarheid en ontvangt onder alle omstandigheden Gods goedkeuring en zegen.

zaterdag 19 december 2009

Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.

Psalm 145:16
“De HERE schraagt allen die vallen, Hij richt alle gebogenen op. Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze; Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.”

Hier worden zo maar even wat genadebewijzen van God opgenoemd. Het lijkt wel of de Heilige Geest alle moeite moet doen om ons mensen te overtuigen van Gods goedheid; dat het geen goedheid is, die je als loon zelf hebt verdiend, maar juist in tegendeel, onverdiende goedheid. Mensen die vallen, zijn niet succesvol. Mensen die gebogen lopen maken ook geen sterke indruk. Mensen die gespijzigd moeten worden, hebben geen overvloed. Maar ondanks al deze weinig succesvolle voorbeelden, doet God met welbehagen Zijn hand open en geeft tot verzadiging toe. En dit doet Hij met al wat leeft, het is dus voor iedereen, geen uitzondering mogelijk. Denk er eens aan wanneer je zelf minder succesvol overkomt, dat God je ondanks alles gewoon blijft vertroetelen, want Hij houdt van je.

vrijdag 18 december 2009

De HERE is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.

Psalm 145:9
“Genadig en barmhartig is de HERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. De HERE is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.”

God houdt er geen lievelingetjes op na, Hij is voor allen goed. Het offer van de Here Jezus aan het kruis was voor de zonde van de hele wereld. Zijn dood en opstanding is een genadegeschenk aan iedereen. De genade van God komt vanuit Zijn hart, Hij is genadig en goed vanuit zichzelf. Geen mens hoeft Hem aan te sporen, geen mens hoeft God te smeken om genade. Vergeving en verlossing zijn een geschenk voor iedereen. God biedt ieder een nieuw leven aan, gratis en uit liefde. De enige voorwaarde is dat je Hem gelooft en wilt ontvangen wat Hij je schenkt. Je bent door God gerechtvaardigd om Zijn genade te ontvangen door geloof, niet door werken.

donderdag 17 december 2009

Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.

Psalm 145:7
”Geslacht aan geslacht zal uw werken roemen, zij zullen uw machtige daden verkondigen. Ik zal van de heerlijke luister uwer majesteit en van uw wonderdaden gewagen. Zij zullen spreken van de macht uwer geduchte daden, en uw grootheid wil ik vertellen. Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.”

Het is een voorrecht om kinderen te hebben, maar het is een nog groter voorrecht als je aan je kinderen de grootheid van God mag vertellen. En het is helemaal een voorrecht om mee te maken, dat je kinderen tot geloof komen en zelf gaan getuigen van Gods grootheid. David houdt zijn vreugde niet voor zichzelf, maar hij verheugt zich in de geslachten die komen en die door hem ook van Gods goedheid gaan horen. David heeft oog voor de geslachten, oog voor de toekomst. Ik zal en zij zullen, ik en zij, alle geslachten zullen de grootheid van God bejubelen, maar ik doe het nu, voor nu en voor later.

woensdag 16 december 2009

De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.

Psalm 145:3
“Een loflied van David. Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer; te allen dage zal ik U prijzen, uw naam loven voor altoos en immer. De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.”

Soms kun je overvallen worden door een bovennatuurlijke vreugde. Met geen pen te beschrijven, wat er dan met je gebeurt. Je zit dan zo vol met vreugde en blijdschap, dat je het gevoel hebt te barsten. Je zoekt woorden, maar kan ze niet vinden. Het enige wat er dan nog uit komt zijn klanken. David kende dat ook. Zo schrijft hij over zijn vijanden die hem bedreigen, maar dan opeens is daar die jubelroep. Hij krijgt dan weer nieuwe openbaringen over wie God werkelijk voor hem is. Zoals Johannes niet verder komt dan goud en edelstenen als hij Gods glorie moet beschrijven, zo zegt David: zijn grootheid is ondoorgrondelijk. Wat een heerlijke zegen als deze vergezichten over Gods grootheid jouw zorgen en gedachten gaan overstemmen. Dan is er alleen nog de vrede en vreugde van het geloof. Richt je aandacht op God, overdenk Zijn beloftes, dan komt deze zegen vanzelf.

dinsdag 15 december 2009

Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de HERE is!

Psalm 144:15
“Dat onze zonen zijn als planten, hoog opgegroeid in haar jeugd, onze dochters als hoekzuilen, gebeeldhouwd als voor een paleis; dat onze voorraadschuren gevuld zijn, leverende allerlei waren, dat onze kudden bij duizenden, bij tienduizenden zich vermeerderen op onze weiden; dat onze runderen wel dragen; dat er geen bres zij en geen vlucht, en geen geschreeuw op onze pleinen. Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de HERE is!”

Wat David hier allemaal opnoemt aan zegen is allemaal beloofd en gegeven onder het oude verbond. In Deuteronomium 28 staan ze allemaal opgenoemd. De enige voorwaarde voor deze zegen was een rechtvaardig leven naar de wet van Mozes. De meeste tijd voldeed Israël niet aan die voorwaarde en moest daarom de vloek dragen in plaats van de zegen. Veel gelovigen in onze tijd denken dat dit nog steeds zo is. Dat God je zegent als je aan de voorwaarden van de wet voldoet. Maar de werkelijkheid is veel beter. Wij hebben deel aan een beter verbond met betere beloften. God vraagt van ons geen werken, maar geloof. Geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Wat ons daardoor ten deel valt gaat de zegen van het oude verbond verre te boven. Wij zijn gezegend met ALLE hemelse zegeningen, onze erfenis is de volheid van God zelf. Welzalig het volk, welks God de HERE is!

maandag 14 december 2009

Voer naar uw gerechtigheid mijn ziel uit de benauwdheid

Psalm 143:11
“Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, uw goede Geest geleide mij in een effen land. Om uws naams wil, HERE, behoud mij in het leven, voer naar uw gerechtigheid mijn ziel uit de benauwdheid, verdelg mijn vijanden naar uw goedertierenheid, en richt te gronde allen die mij benauwen, want ik ben uw knecht.”

Gij zijt mijn God. Ik ben uw knecht. In deze regels zie je de Here Jezus aan het kruis, vol verlangen om de wil van God te doen, het sterven voor de schuld van de wereld. Tegelijk het verlangen om uit de benauwdheid gered te worden en weer in een effen land te zijn. Maar uiteindelijk toch de overgave, want ik ben uw knecht. Wat een worsteling tussen de angst voor het lijden en het verlangen Gods wil te doen. Om voor de gerechtigheid door de benauwdheid te gaan. Wat een geweldig liefdeoffer heeft de Here Jezus gebracht. Door Hem alleen mogen wij kinderen van God zijn, geen knechten, maar kinderen, zonen en dochters. In een effen land gebracht vol zegen en overvloed, dank zij deze bereidwillige overgave van de Heer. De vijanden zijn verdelgd, dat zijn geen mensen, maar alle kwade machten van de duisternis. Ze zijn ontwapend en overwonnen. Nu kunnen wij ze weerstaan door de naam van Jezus te noemen en onze ogen op Hem alleen gericht te houden. Hij is in het leven behouden en wij met Hem ook.

zondag 13 december 2009

Tot U roep ik, HERE; ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats, mijn deel in het land der levenden.

Psalm 142:5
“Een leerdicht van David, toen hij in de spelonk was. Een gebed. Met luider stem roep ik tot de HERE, met luider stem smeek ik de HERE; ik stort mijn klacht voor zijn aangezicht uit, ik maak Hem mijn benauwdheid bekend. Wanneer mijn geest in mij versmacht, kent Gij mijn pad. Op de weg die ik ga, verbergen zij mij een strik; schouw ik naar rechts en zie ik uit; niemand ziet naar mij om. Is mij de toevlucht ontvallen; niemand vraagt naar mij. Tot U roep ik, HERE; ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats, mijn deel in het land der levenden.”

‘God is een toevlucht voor de zijnen, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.’ Allerlei moeilijkheden kunnen ons overkomen, maar er is altijd een uitweg. Het belangrijkste is je hart te bewaren. Voor je het weet zit je jezelf te beklagen en de ander te beschuldigen. Dat is geen goede oplossing. Dat is slecht voor je hart. Je vreugde en vrede gaan er aan op die manier. Beter is om je in zo’n situatie te realiseren, dat God naast je staat. David deed dat. Hij stortte zijn hart uit bij de Here en vervolgens sprak hij uit dat hij een schuilplaats had en een erfdeel bij de Here. Dat is de weg die je moet kiezen. Spreek uit wat je in Christus hebt ontvangen, spreek tot je hart over je erfdeel en je vrede zal terugkomen en daarna de vreugde, of net andersom.

zaterdag 12 december 2009

Zelfs rijst mijn gebed nog onder hun boze handelingen;

Psalm 141:5 (2)
"Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Zelfs rijst mijn gebed nog onder hun boze handelingen;"

De Here Jezus heeft zijn hoofd niet geweigerd. De doornenkroon heeft Hij gedragen, de spot en de hoon. Mensen sloegen Hem op zijn hoofd, trokken de haren uit zijn baard. Zijn ogen zagen de spot en zijn oren hoorden alle woorden die werden gezegd. ‘Anderen heeft Hij gered, laat Hij nu zichzelf redden.’ En temidden van al deze boosheid en haat, temidden van al deze boze handelingen, rijst zijn gebed omhoog. Niet voor zichzelf, maar voor degenen die Hem dit aandoen. Hij bidt voor zijn haters. ‘Vader vergeef het hun, ze weten niet wat ze doen.’ We weten al deze dingen met ons verstand, maar als je probeert je de situatie voor te stellen, dan is het niet anders dan een bovennatuurlijke openbaring van liefde. Jezus toonde zijn liefde aan het kruis. Jezus toonde de liefde van de Vader aan het kruis. Bovennatuurlijke, onvoorwaardelijke liefde voor zondaren, haters en spotters. Hoeveel te meer zal God nu vandaag zijn liefde willen betonen aan zijn kinderen?

vrijdag 11 december 2009

Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde

Psalm 141:5 (1)
“Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Zelfs rijst mijn gebed nog onder hun boze handelingen;”

Deze ene regel uit deze psalm heeft een heel rijke inhoud. Ik zal er twee dagen voor nemen om er iets over te schrijven. Ik probeer altijd in de Psalmen de Here Jezus te ontdekken. Er zijn heel veel profetische woorden verstopt als het ware in de psalmen, vooral in die van David. Deze regel lees ik alsof hij uit de mond van de Here Jezus komt. De Rechtvaardige die slaat is God de Vader, die het vonnis over de zonde aan Zijn Zoon gaat voltrekken. Daarom is dit slaan liefde. Het is geen liefdesuiting naar de Here Jezus, want Hij zal zijn hoofd niet weigeren, Hij zal de toorn dragen, nee, het is een liefdesuiting naar de wereld. God bewijst Zijn liefde aan de wereld door Zijn Zoon te geven. De Zoon bewijst Zijn liefde aan de Vader door zich beschikbaar te stellen. Zie je de diepte in dit vers ook?

donderdag 10 december 2009

Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven, de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.

Psalm 140:13
“Ik weet, dat de HERE het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen. Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven, de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.”

Het geding van de ellendige is berecht. Jezus heeft het volbracht. De pleitzaak van de armen is voltooid. Voor wie de genade van God heeft aangenomen, geldt dat de ellende en de armoede voorbij is. Geestelijk is alles volmaakt volmaakt geworden en het zal een uitwerking krijgen op je ziel en je lichaam. Voortaan heten we rechtvaardigen in plaats van ellendigen. Voortaan zijn we rijk in plaats van arm en dat in alle opzichten. We zijn Gods kinderen, huisgenoten en wonen voor altijd voor Zijn aangezicht.

woensdag 9 december 2009

Ik weet, dat de HERE het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen.

Psalm 140:12
“Ik weet, dat de HERE het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen. Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven, de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.”

‘Ik weet.’ Dat zijn krachtige woorden, die uitgesproken worden op momenten dat er kracht nodig is. Wanneer de vijand dreigt toe te slaan, wanneer je de depressie voelt opkomen, wanneer alles lijkt te mislukken, dan zijn dit krachtige woorden. De hamvraag is natuurlijk wat je dan zo zeker weet. Job zegt temidden van zijn ellende: ‘Dit weet ik, dat mijn verlosser leeft.’ Zo kunnen wij ook heel veel zeker weten: ‘Ik weet op wie ik mijn vertrouwen heb gesteld.’ ‘Ik weet dat God voor de uitkomst zal zorgen.’ ‘Ik weet, dat ik hiertegen bestand ben.’ ‘Ik weet, dat niets mij kan scheiden van Gods liefde.’ ‘Ik weet dat God voor mij is.’ Er zijn heel wat zekere zaken die je weet. De vraag is of je ze op het juiste moment bedenkt en toepast om staande te blijven.

dinsdag 8 december 2009

Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.

Psalm 139:18
”Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God, hoe overweldigend is haar getal. Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand; als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.”

Nadenken over God dat doen veel mensen, maar dan zijn dat je eigen gedachten. David denkt na over Gods gedachten en daarover verwondert hij zich. ‘Hoe kan God gedachten van liefde en trouw hebben tegenover falende mensen?’, dat is wat hij zich afvraagt. ‘Hoe kan God genadig zijn, als mijn gedrag zo onvolkomen is?’ Het kan niet anders of je moet ontdekken, dat Gods liefde en trouw niet afhankelijk zijn van ons gedrag. Wij kunnen Gods liefde voor ons niet verkleinen of vergroten. Gods liefde voor ons vindt zijn oorsprong in Gods hart. David zegt, en dat is dan een soort conclusie, die uit Gods genade voortkomt: ‘Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.’ Het is maar hoe je kijkt: is God nog bij jou of ben jij nog bij God? Het maakt niet uit. God zal ons nooit begeven of verlaten. Hij is altijd bij ons, in ons, met ons en voor ons. Hij is nooit tegen ons en niets of niemand kan scheiding brengen tussen mij en Zijn liefde.

maandag 7 december 2009

Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.

Psalm 139:6
“Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, HERE, Gij kent het volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.”

Gods goedheid is niet te peilen. Je kunt het aanvaarden en je verblijden. Genade is een onverdiende gunst. Liefde en genade zijn hetzelfde. Goddelijke liefde tenminste. Bij de menselijke liefde gaat het om wat krijg ik ervoor terug, maar de goddelijke liefde geeft. Omgeeft van voren en van achteren en omarmt je. En hoewel God je door en door kent en dus ook al je gebrekkigheden door en door kent, omgeeft Hij je van voren en van achteren en legt Hij zijn hand op je. Niet om je te arresteren, maar om je te bemoedigen. Het is alsof Hij zeggen wil: ‘Laat je niet in de war brengen door een vergissing, ik ken je, het komt goed, vertrouw Mij.’ Ja, dat soort liefde is te wonderlijk om te begrijpen, daar kan ik niet bij. Het is te verheven, maar o zo reëel.

zondag 6 december 2009

Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.

Psalm 139:3
“Van David. Een psalm. HERE, Gij doorgrondt en kent mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten; Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.”

Dit is een van de bekendste psalmen. We lezen hierin hoe intiem God ons kent, hoe betrokken Hij is bij ons leven. We hoeven Hem niets uit te leggen, want Hij weet het al. Ons leven is voor Hem geen geheim. Voor sommige mensen kan dat een schrikbeeld zijn, omdat ze dan meteen denken aan hun tekortkomingen en aan straf. Maar dat is nu juist niet de bedoeling. God kent ons volkomen en Hij weet dat we vanuit onszelf onvolmaakt zijn. De schuld en de straf daarvan heeft Hij weggenomen en zelf gedragen, dat is voorbij. Wat nu overblijft is dat we Gods oprechte liefde beantwoorden, door Hem te vertrouwen en te geloven dat Hij ons nooit zal veroordelen, nooit zal verlaten en dat Hij als een Vader, die weet wat zijn kinderen nodig hebben, overvloedig geeft. God houdt van ons, leeft met ons mee, maar neemt niet onze beslissingen. Het is onze eigen keuze of we Zijn vertrouwde omgang omarmen of afwijzen.

zaterdag 5 december 2009

Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord, Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.

Psalm 138:3
“Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord, Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel. Alle koningen der aarde zullen U, o HERE, loven, wanneer zij de woorden van uw mond gehoord hebben; zij zullen zingen van de wegen des HEREN, want de heerlijkheid des HEREN is groot.”

Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord. God antwoordt meteen, op hetzelfde moment dat een vraag wordt gesteld, geeft God antwoord. Maar soms wordt dat antwoord gehinderd, omdat onze oren niet op Hem zijn afgestemd. Er kan zelfs weken zitten tussen het uitzenden van het antwoord en de ontvangst. Daniël heeft dat meegemaakt, maar dat was wel uitzonderlijk. Tegen ons zegt God: ‘Bid en je zal ontvangen.’ Een keer bidden is genoeg, maar veel mensen geloven niet dat God antwoord geeft en bidden opnieuw. Ik ken maar een gebed, dat niet meteen werd beantwoord: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” Daar was stilte, maar eigenlijk hoefde dat gebed ook niet te worden beantwoord, want Jezus wist het antwoord al. Hij wist dat Hij verlaten zou worden en zou sterven en zou opstaan. Maar dat gebed staat er voor ons. Jezus liet weten dat onze verlatenheid door Hem is gedragen, opdat wij nooit zonder antwoord zouden hoeven zijn. Nooit zal God ons verlaten. Nooit hoeven we te roepen: “God, waar bent U toch?” Hij is altijd bij en in ons. Hij bemoedigt onze ziel met kracht. Zijn woord en Geest openbaren de antwoorden aan ons hart. Maar zijn we op Hem afgestemd? Of laten we Gods stem verstikken in het geluid van onze omstandigheden? De heerlijkheid des Heren is groot voor wie het zien en horen wil.

vrijdag 4 december 2009

Want Gij hebt, om uws grote naams wil, uw toezegging heerlijk gemaakt.

Psalm 138:2
“Van David. Ik zal U loven met mijn ganse hart, in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen. Ik zal mij nederbuigen naar uw heilige tempel en uw naam prijzen om uw goedertierenheid en trouw, want Gij hebt, om uws grote naams wil, uw toezegging heerlijk gemaakt.”

David is toch een heel bijzonder mens geweest. Als jongen leerde hij God kennen en overdacht Hem bij zijn schapen. Later als koning is dat niet veranderd. Hoewel hij zelf steeg op de matschappelijke ladder, bleef hij op God gericht. David is een van de weinigen uit het oude testament die zo volkomen met God leefde. Hij verheugde zich over Gods goedheid en hij loofde God temidden van de mensen. Hij schaamde zich niet voor het goede nieuws. En hoewel hij nog lang niet wist wat wij nu weten, kon de Heilige Geest hem gebruiken om liederen te maken die wij nu nog gebruiken. Het geheim van David was, dat hij in alles Gods grootheid zag. Hij was op God gericht en verheugde zich in Hem. Dat is door alle eeuwen heen nog steeds het beste om te doen.

donderdag 3 december 2009

Hem, die grote wonderen doet, Hij alleen

Psalm 136:4
“Hem, die grote wonderen doet, Hij alleen, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die met verstand de hemel schiep, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die de aarde op de wateren uitbreidde, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die de grote lichten maakte, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; de zon tot heerschappij over de dag, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; de maan en de sterren tot heerschappij over de nacht, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;”

Wij mensen hebben moeite met wonderen, want die kunnen we niet verklaren. En als de wetenschap er geen raad mee weet, wordt al snel gedacht dat het wonder helemaal niet gebeurd is. Zo is het ook met de schepping. De wetenschap heeft bedacht dat een oerknal de oorsprong is van hemel en aarde en dat er van een God helemaal geen sprake is. Zou dat de reden zijn dat de Heilige Geest in deze psalm regel voor regel uitlegt welke wonderen God gedaan heeft? Gisteren was het God is goed, vandaag is het: God is Schepper, Hij alleen.

woensdag 2 december 2009

Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.

Psalm 136:1
“Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Looft de God der goden, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Looft de Heer der heren, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.”

Deze psalm heeft 26 verzen en elk vers eindigt met de woorden: ‘Want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.’ Het lijkt wel of de Heilige Geest heeft aangevoeld, dat we dit maar moeilijk geloven. De eerste zin is kort en duidelijk: ‘Looft de HERE, want Hij is goed.’ Dus niet: Hij is af en toe goed, Hij is soms goed, Hij is voor sommigen goed, of iets dergelijks; nee, God is goed. Punt uit. Alles wat uit Gods hand en mond komt is goed. Dus alles wat kwaad of verkeerd is, komt niet van God. Dat is de strekking. God is niet de auteur van het kwaad. Ook heeft God met de duivel geen afspraakje over hoe ver hij mag gaan. Nee, God is goed en het goede komt van God, want zijn goedertietrenheid is tot in eeuwigheid en is niet afhankelijk van hoe wij ons gedragen. Halleluja. God is goed.

dinsdag 1 december 2009

Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.

Psalm 135:18
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

De tekst van vandaag is de afsluiting van een serie van drie dagen. We hebben nagedacht over wat er in het hart van mensen leeft. Is het goud en zilver en prestatie, of is het God? Wat ademt je leven uit, dood of leven? Waar ben je op gericht, op jezelf of op God? De keuze is heel belangrijk, want wat je maakt dat word je. Wie zich met de dood voedt, gaat dood, maar wie zich met het leven voedt, leeft. Nogmaals, het gaat er niet over wat wij allemaal voor God kunnen doen, maar wat Hij voor ons heeft gedaan. Hem kennen betekent leven. Zijn genade is genoeg. Door op Hem gericht te zijn, gaan we steeds meer op Hem lijken.