dinsdag 1 december 2009

Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.

Psalm 135:18
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

De tekst van vandaag is de afsluiting van een serie van drie dagen. We hebben nagedacht over wat er in het hart van mensen leeft. Is het goud en zilver en prestatie, of is het God? Wat ademt je leven uit, dood of leven? Waar ben je op gericht, op jezelf of op God? De keuze is heel belangrijk, want wat je maakt dat word je. Wie zich met de dood voedt, gaat dood, maar wie zich met het leven voedt, leeft. Nogmaals, het gaat er niet over wat wij allemaal voor God kunnen doen, maar wat Hij voor ons heeft gedaan. Hem kennen betekent leven. Zijn genade is genoeg. Door op Hem gericht te zijn, gaan we steeds meer op Hem lijken.