maandag 7 december 2009

Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.

Psalm 139:6
“Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, HERE, Gij kent het volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.”

Gods goedheid is niet te peilen. Je kunt het aanvaarden en je verblijden. Genade is een onverdiende gunst. Liefde en genade zijn hetzelfde. Goddelijke liefde tenminste. Bij de menselijke liefde gaat het om wat krijg ik ervoor terug, maar de goddelijke liefde geeft. Omgeeft van voren en van achteren en omarmt je. En hoewel God je door en door kent en dus ook al je gebrekkigheden door en door kent, omgeeft Hij je van voren en van achteren en legt Hij zijn hand op je. Niet om je te arresteren, maar om je te bemoedigen. Het is alsof Hij zeggen wil: ‘Laat je niet in de war brengen door een vergissing, ik ken je, het komt goed, vertrouw Mij.’ Ja, dat soort liefde is te wonderlijk om te begrijpen, daar kan ik niet bij. Het is te verheven, maar o zo reĆ«el.