zaterdag 31 december 2011

Eer past niet bij een dwaas

Spreuken 26:1
‘Zoals sneeuw niet bij de zomer past, en regen niet bij de oogst, zo past eer niet bij een dwaas.’
Sommige dingen gaan niet samen. Bijvoorbeeld onheiligheid gaat nooit samen met heiligheid. Daarom was er een afscheiding in Gods huis tussen de heilige plaats van God en de onheilige wereld daarbuiten. God krijgt alle eer en alle oneer is voor de dwaze wereld. Offers kunnen de dwaasheden van een mens niet verbergen er zijn steeds weer nieuwe. God geeft zijn eer niet aan een ander, leert de Bijbel. En nu komt het: Zie je wat Jezus heeft gedaan? Hij nam de oneer van de wereld op zich en bracht elke verloste onder Gods eer. De voorhang is niet langer nodig, we hebben vrije toegang tot Gods troon van genade. Dat betekent dat we nu net zo heilig zijn gemaakt als God zelf, door het bloed van Jezus. Het verschil tussen licht van God en duisternis van onze zonden bestaat niet meer: we zijn nu zelf licht en wandelen in het licht. Niets kan ons meer scheiden van God en zijn liefde. Eer past niet bij een dwaas, dat klopt, maar we zijn geen dwazen meer! We zijn nu Gods geliefde kinderen, kostbaar en hooggeschat.

vrijdag 30 december 2011

Zelfbeheersing

Spreuken 25:28
“Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht.”

Zelfbeheersing is een vrucht, geen wortel. Mensen denken vaak – zeker in deze tijd van het jaar: ‘Vanaf nu ga ik het beter doen.’ Ik ga minder eten en meer sporten, ik stop met roken en eet voortaan gezond. Ik ga sterk zijn en ik laat me niet langer overheersen door mijn verkeerde gewoontes [ander woord voor zonde]. Heb je gezien hoe vaak al het woordje ‘ik’ is gebruikt? Je kunt niet vanuit je wil zelfbeheersing voortbrengen, het is een vrucht van de Geest. De Geest van God vertelt je wat je gezegende positie bij God inhoudt en hoe je van daaruit mag regeren over elk terrein van je leven. De duivel wil je verleiden zelf de strijd aan te gaan met slechte gewoontes, maar je mag rusten in het volbrachte werk van Jezus. Dat is de zelfbeheersing die de Geest je schenkt. Blijf waar je bent, houd je positie bij God vast en laat je denken vernieuwen, deze kant op.

donderdag 29 december 2011

Overmatig honing eten

Spreuken 25:27
“Overmatig honing eten is niet goed, overmatig eer zoeken al evenmin.”

Wie zijn keuzes laat bepalen door zijn ‘gevoel’, komt vroeg of laat bedrogen uit. Koning Saul verloor zijn koningschap omdat zijn gevoel zei, dat hij een offer moest brengen, terwijl de profeet had gezegd dat hij moest wachten. De duivel verleidde Eva door haar gevoel te misbruiken. De Bijbel zegt dat de verboden vrucht ‘begeerlijk’ was om van te eten. Het kostte de mens zijn gezegende plaats in de hof van Eden. Het motief om teveel te zoeken naar een goed gevoel, komt voort uit de behoefte geliefd te zijn. Dat is een prima behoefte, maar kan niet worden gevoed door tijdelijke genoegens. Die werken uiteindelijk uit dat je je niet geliefd gaat voelen. Je wordt veel te dik van al die honing, of je gevoel zegt dat mensen je afwijzen. Je behoefte geliefd te zijn wordt door God zelf gevoed. Neem van Hem zoveel je lust, dan zul je merken dat al het andere steeds minder aantrekkelijk wordt om je goed te voelen.

woensdag 28 december 2011

Geen troebele bron

Spreuken 25:26
“Een rechtvaardige die een goddeloze niet weerstaat, is als een troebele bron, een vergiftigde put.”

Van een rechtvaardige mag je verwachten dat hij het kwaad stopt en aan de kaak stelt. Dat is precies wat Jezus deed. Hij kwam de werken van de boze vernietigen. Ziekte, gebondenheid, armoede en elke andere vloek die door de zonde op aarde is gaan heersen, moet wijken voor de naam van Jezus. Wij hebben zijn rechtvaardigheid ontvangen uit genade en ook van ons wordt verwacht dat we de boze weerstaan, vast in het geloof. Dat betekent dat we de boze tegemoet treden in het volle besef dat hij zijn macht over ons heeft verloren. In Christus zijn we niet alleen rechtvaardig, maar ook meer dan overwinnaar. Wanneer we belijden dat Jezus onze rechtvaardigheid is en dat we de boze weerstaan in Zijn naam, zal de duivel van ons vlieden. In Christus zijn we geen partij voor hem, hij zal ons met rust moeten laten.

dinsdag 27 december 2011

Koel water voor dorstige kelen

Spreuken 25:25
“Een goed bericht uit een ver land is als koel water voor een dorstige keel.”

Tegenwoordig zijn afstanden geen probleem meer en nieuws is van over heel de wereld in seconden bij je. Maar in de tijd van Salomo was dat anders. Schepen voeren uit en kwamen maanden of soms jaren later pas terug. Het nieuws dat je kreeg was vaak al weken of maanden oud. Toch kan ook oud nieuws koel water zijn voor een dorstige keel. Het nieuws dat God de zonden van de wereld heeft weggedaan is oud nieuws. Maar voor wie er dorstig naar is betekent het eeuwig leven. Je kunt geen beter nieuws horen dan het nieuws over Gods liefde en genade. Geen oordeel of dreiging, geen zorgen of gebrek, maar leven en overvloed. Dit goede nieuws gaat de hele aarde rond en steeds opnieuw ontdekken mensen dat het hun dorst wegneemt. Help mee dit goede nieuws te verspreiden en breng koel water naar dorstige kelen.

maandag 26 december 2011

Niet het dak op

Spreuken 25:24
“Je kunt beter in een hoekje op het dak wonen dan in één huis met een vrouw die ruzie zoekt.”

God is liefde en Hij heeft de mens geschapen om liefde te ontvangen en te geven, in die volgorde. We ontvangen de liefde van God en geven liefde aan elkaar. Als je relatie met God onder druk komt te staan, gaat dat gevolgen krijgen voor je huisgenoten. Degenen die het dichtst bij je staan merken het eerst dat er in je hart iets niet goed gaat. Als er niets wordt veranderd gaat de relatie steeds verder achteruit. Je houdt het gewoon niet uit met iemand die steeds ruzie zoekt. De beste dienst die je elkaar kan bewijzen, is je relatie met God op peil houden. Aan God zal het niet liggen, Hij staat altijd klaar om je te omarmen en te troosten. Hij begrijpt je gevoelens en weet wat je nodig hebt. Laat je lekker door Hem verwennen, dat is toch veel beter dan een hutje op de hoek van het dak?

zondag 25 december 2011

Zwijgen uit liefde

Spreuken 25:23
“Zoals de noordenwind een striemende regen brengt, zo brengt geroddel woedende blikken.”

Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik uit boosheid vertel wat een ander me heeft aangedaan. Daarmee zet ik de ander in een kwaad daglicht en probeer ik mezelf te rechtvaardigen. Misschien lucht het even op, maar al snel weet je dat je dat niet had moeten doen en voel je je schuldig. Kwaadsprekerij is uit de boze en het maakt relaties stuk. Het levert woedende blikken op en brengt helemaal niets goeds voort. Er is iemand die alles van ons weet, zelfs onze gedachten kent Hij van verre. Als iemand iets over ons zou kunnen vertellen is Hij het, maar Hij zwijgt in zijn liefde. Al het kwade uit ons leven heeft Hij op zich genomen en weggedaan, zodat de boze ons niet langer kan aanklagen. Er is betaald voor elke zonde en elke schuld. Als wij kwaad spreken over anderen, vergeten we dat God de rechter is over allen en vrijspraak heeft uitgesproken. Zoals God genadig is geweest naar mij, zo mag ik het zijn naar anderen. Wanneer we leren zwijgen uit liefde, houden de boze blikken op en worden relaties hersteld.

zaterdag 24 december 2011

Gloeiende kolen

Spreuken 25:22
“Dan stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, en de HEER zal je belonen.”

Paulus haalt deze tekst aan in de brief aan de Romeinen en voegt eraan toe: ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ Wanneer mensen je vijandig gezind zijn, kun je ze met liefde en goedheid raken. De vurige kolen op je hoofd zul je zeker gaan voelen en je zult er vanaf willen komen. Als Petrus door Jezus wordt gezegend met een boot vol vis, begint meteen zijn geweten te spreken. ‘Ga weg van mij, ik ben een zondig mens.’ Als God ons overlaadt met goedheid en zegen gebeurt hetzelfde. Gods barmhartigheid leidt tot boetvaardigheid. Het is Gods manier om de zonde in ons aan te pakken. Niet door straf, maar door liefde. Hij schenkt ons onverdiend vergeving en zegent ons overvloedig met het goede. De meest krachtige aanpak als je wilt dat je vijanden veranderen en je gaan liefhebben.

vrijdag 23 december 2011

Als je vijand honger heeft

Spreuken 25:21
“Als je vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken.”

Wie zou dit ooit hebben bedacht? Je vijand te eten en te drinken geven? Hier zie je Gods hart voor de zondige mens. God wil geen oog om oog en tand om tand. Dat was de spiegel van het oude verbond, waardoor er geen verandering kwam, maar angst. Gods hart weet een betere manier om vijanden te raken, liefde en ontferming. Geef je vijanden te eten. Jezus zegt als Hij naar het kruis gaat om te sterven: ‘Eet, dit is mijn lichaam voor u.’ Achter elke vijandschap.’ zit honger naar echte liefde. Dorst naar echte vriendschap. Alleen God kent het hart van de mens. Daarom zegt Hij: ‘Geef je vijanden te eten en als ze dorst hebben te drinken.’ Zo stopt de spiraal van geweld op aarde. Zo wordt de vijand verslagen.

donderdag 22 december 2011

Zing niet voor iemand die bedroefd is

Spreuken 25:20
“Als je zingt voor iemand die bedroefd is, is het of je je ontkleedt op een koude dag, of azijn op loog giet.”

Een oud spreekwoord zegt: ‘In het huis van de gehangene, spreekt men niet over de galg.’ Hoe goed bedoeld ook, sommige manieren om iemand op te bouwen zijn ongepast. Zingen voor iemand die bedroefd is doet pijn. In veel gevallen is zwijgen beter dan spreken. Het feit dat je niets weet te zeggen, is vaak troostrijker dan de mooiste woorden. Jezus vertelde dat Hij de Trooster zou zenden, om altijd bij ons te zijn. En de Trooster wijst altijd naar Jezus. ‘Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen’, legde Jezus uit. Degene die weet wat er in een mensenhart omgaat, is de enige die kan troosten en bemoedigen. Hij gebruikt daarvoor mensen die op Hem zijn afgestemd. En wij moeten leren zwijgen als Hij zwijgt. Hij kan zonder woorden troosten, door gewoon aanwezig te zijn en te laten weten dat Hij het weet. De beste dienst die je iemand kan bewijzen is afgestemd zijn op Jezus en doen wat Hij je zegt.

woensdag 21 december 2011

Vertrouwen in nood

Spreuken 25:19
“Vertrouwen op een onbetrouwbaar mens in tijden van nood is als eten met een rottend gebit, lopen met een verzwikte enkel.”

Er zijn twee kleine woordjes die een mens onbetrouwbaar maken. Het zijn de woordjes ja en nee. Wie ja zegt en nee doet is onbetrouwbaar en andersom geldt hetzelfde. Het is misschien niet prettig om nee te zeggen als iemand je om een gunst vraagt, maar je bent wel betrouwbaar. Dat wordt toch hoger gewaardeerd dan ja zeggen en nee doen. Jezus leert de mensen in de bergrede om niet uit te gaan boven hetgeen ze hebben gezegd. ‘Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze.’ God heeft Zijn Woord gegeven en al Zijn beloftes betekenen: Ja. Hij heeft de verlossing aangekondigd en uitgevoerd. Hij heeft ons vrijgesproken en dus zijn we vrij. Daarom is er in tijden van nood geen betere hulp dan God. Al Zijn beloftes – hoeveel het er ook zijn – zijn altijd Ja en Amen in Christus. In tijden van nood staat Hij borg voor ons leven. Hij zal met de beproeving voor de uitkomst zorgen, zodat we ertegen bestand zijn.

dinsdag 20 december 2011

Een vals getuigenis

Spreuken 25:18
“Wie een vals getuigenis tegen een ander aflegt, is als een bijl, een zwaard, een scherpe pijl.”

Een bijl, een zwaard en een scherpe pijl zijn bedoeld om te verwonden. De woorden die erbij passen zijn hakken, steken, raken. Die woorden gebruiken we ook om aan te geven dat we pijnlijk zijn getroffen. ‘Het hakt erin’, zeggen we dan, of: ‘Dat steekt me. Dat raakt me diep.’ Valse getuigenissen raken ons diep. Je kunt je verweren, maar wie gelooft je? Het beste is ze te negeren en je aandacht op Jezus te richten. Ook Hij werd vals beschuldigd en op grond daarvan ter dood veroordeeld. Maar door Zijn dood behaalde Hij juist de grootste overwinning over de duivel en het kwade. Jezus liet zich treffen, Hij verdroeg de slagen en de striemen, de spot en de vernedering, omdat Hij iets beters met ons voor had. Omdat Hij zich liet vernederen, kan Hij ons verhogen en door Zijn striemen zijn wij genezen. Moeten we dan degenen dankbaar zijn die Hem vals hebben beschuldigd? Nee, we moeten dankbaar zijn aan Hem die dat alles heeft verdragen voor ons heil.

maandag 19 december 2011

Bezoek een vriend niet te vaak

Spreuken 25:17
“Bezoek een vriend alleen zo nu en dan, anders word je hem te veel en gaat hij je haten.”

Vriendschappen zijn mooi, maar ook kwetsbaar, ze kunnen stuk gaan. Wanneer je elkaar gaat irriteren, staat de vriendschap onder spanning. Gelukkig kunnen goede vriendschappen wel tegen een stootje, maar het advies van God is hier toch bijzonder. Bezoek elkaar niet te vaak. Wanneer ik dan denk aan mijn vriendschap met God, wordt het nog meer bijzonder dat Hij zegt: ‘Ik zal altijd bij je zijn.’ Dat betekent dat Hij er vertrouwen in heeft, dat Hij mij niet gaat vervelen, maar nog veel meer, dat Hij er vertrouwen in heeft dat ik Hem niet ga vervelen. Gods vriendschap is volmaakt. Hij geeft alles en verdraagt alles. Als menselijke vriendschappen verdwijnen, zal Gods vriendschap nog steeds bestaan. Zelfs als je vader of moeder je verlaten, God zal je nooit verlaten. Op Hem kun je altijd rekenen.

zondag 18 december 2011

Overeet je niet

Spreuken 25:16
“Als je honing hebt gevonden, eet dan niet meer dan goed voor je is, spaar je maag, anders braak je het uit.”

Honing is een beeld van Jezus en zijn goedheid, daar kun je toch niet teveel van nemen? Toch wel, want je voedsel moet afgestemd zijn op je behoefte. Er is een tijd voor melk en een tijd voor vast voedsel. Het hoort bij je geestelijke ontwikkeling om te eten, maar teveel eten leidt niet tot snellere groei. Je lichaam verzet zich tegen teveel eten en geestelijk is dat ook zo. God wil dat we nemen wat we vandaag nodig hebben, morgen is er weer nieuw. Het manna was er elke dag, maar slechts voor die ene dag, behalve bij de sabbat dan was er voor twee dagen. Gods gunstbewijzen zijn elke dag nieuw, net als de dauw. Vers voedsel is veel lekkerder dan oud. Eet zoveel, dat je ervan genieten kan, maar eet zo weinig dat je er weer naar verlangt zodra het verwerkt is. De voorraad is onbeperkt, dus er is altijd genoeg. Vandaag en ook morgen.

zaterdag 17 december 2011

Kalme woorden breken krachtige tegenstand

Spreuken 25:15
“Een heerser laat zich overtuigen door geduld, kalme woorden breken krachtige tegenstand.”

Tegenstand komt van de tegenstander. Hij wil ons geloof vernietigen en gebruikt daarvoor beproeving en verdrukking. Maar Jezus leert, dat dat een eer voor ons is, als we om Christus wil moeten lijden. Zegen wie u vervolgen, zegen en vervloek niet. In de tijd dat christenen bereid waren zingend te sterven, stopte keizer Nero zijn vingers in zijn oren. Uiteindelijk stopte het gruwelijke martelen in de arena’s, omdat het een groot getuigenis was van het geloof van degenen die gingen sterven. In plaats van hun geloof op te geven, waren ze bereid de dood te ondergaan met Gods naam op hun lippen. De tegenstander was machteloos en stopte met deze gruwelijke marteling. De kracht van het goede overwint het kwade. Jezus was uit liefde bereid te sterven voor de haat van de wereld. Zo ontwapende Hij de duivel en de dood. Het krachtigste getuigenis is niet een grote mond, maar een groot geloof. Dat breekt uiteindelijk elke tegenstand.

vrijdag 16 december 2011

Wolken zonder regen

Spreuken 25:14
“Wie prat gaat op een geschenk zonder waarde, is als wind en wolken zonder regen.”

Het Bijbelboek Judas spreekt uitgebreid over deze wolken zonder water. Het zijn mensen die de Geest niet hebben, maar zich voordoen als christen. Het zijn dwaalsterren, ze lijken op de vijgenboom die door Jezus werd vervloekt. Ze lijken vol blad te staan en gezond te zijn, maar ze dragen geen vrucht. De Bijbel leert dat er in de laatste dagen veel van dit soort mensen zullen komen. Ze brengen scheuringen teweeg en volgen hun vlees. Het zijn mensen die de genade van God veranderen in losbandigheid en zo zichzelf en degenen die hen volgen te schande maken. ‘Wie roemt, roeme in de Heer’, schrijft Paulus. In Hem hebben we een geschenk vol waarde. In Hem hebben we vergeving van zonden ontvangen en gezondheid naar ziel, geest en lichaam. Dat verkondigen wij en belijden wij, daar laten we dan ook de vruchten van zien. Een boodschap zonder inhoud is net zo erg als een leugen. Wolken zonder regen, houden alleen het licht tegen.

donderdag 15 december 2011

Een betrouwbare bode

Spreuken 25:13
“Een betrouwbare bode is voor zijn opdrachtgever als een koele dronk tijdens de oogst: hij beurt hem op.”

Op het eerste gezicht denk je dat de ontvanger van de bode blij moet zijn en opgebeurd wordt, maar het gaat echt over de opdrachtgever, over de zender van de bode. Hij is blij dat de bode zijn werk betrouwbaar uitvoert. De bode komt namelijk namens de opdrachtgever. De bode moet overbrengen wat de opdrachtgever heeft bedoeld. Zo was Jezus op aarde een betrouwbare bode van God. Hij was de afdruk van Gods wezen. Door Hem krijgen we een goed beeld van de Vader. Geen wonder dat de opdrachtgever blij is met een betrouwbare bode. Hoe lang heeft God moeten toezien dat op aarde van alles namens en over Hem werd verteld wat onbetrouwbaar was? En nog steeds wordt God afgeschilderd als iemand waarvoor je angst moet hebben. Nog steeds doen mensen hun best om God te behagen. Terwijl de werkelijke boodschap is, dat God de wereld liefheeft en haar schuld heeft verzoend. Wie een betrouwbaar beeld van God geeft, redt niet alleen mensen, maar zorgt ook voor veel vreugde in de hemel. Maar hoe zal men spreken zonder gezonden te zijn?

woensdag 14 december 2011

Een luisterend oor

Spreuken 25:12
“Een wijze vermaning voor een luisterend oor is als een gouden ring, een sieraad van het zuiverste goud.”

Wie heeft er nog een luisterend oor? Wie wil er nog opgevoed worden? Wie is er nog bereid lessen te leren van wie wijzer is? Als dat onze houding naar God is, zullen we beloond worden, het wordt een sieraad genoemd van het zuiverste goud. Het zuiverste goud spreekt van Gods wijsheid en zuiverheid, zijn heiligheid en schoonheid. Je ziet dat terug in de voorwerpen in het heiligdom, de tempel. Alles wat van goud was of met goud bedekt, wees heen naar de heerlijkheid van Christus. Wanneer we op Hem zijn afgestemd, Zijn heerlijkheid zien, veranderen we zelf ook naar dat beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid. Luisteren en doen horen bij elkaar. Je door God laten vernieuwen in je denken, betekent meer glorie en eer in jouw leven en meer eer en glorie voor Hem.

dinsdag 13 december 2011

Het juiste woord

Spreuken 25:11
“Het juiste woord op de juiste tijd is als een gouden appel op een zilveren schaal.”

Iedereen heeft het wel eens meegemaakt, dat je spijt hebt van wat je zegt of hebt gezegd. Je kunt het niet meer herstellen, want de woorden zijn eruit. Jarenlange vetes beginnen met verkeerde woorden. Misschien verkeerd gezegd, of wellicht verkeerd begrepen, maar de gevolgen zijn er niet minder om. Met je woorden kun je een oorlog beginnen, maar ook beëindigen. ‘Vader, vergeef het hun, ze weten niet wat ze doen’, sprak Jezus toen hij werd gekruisigd. Daarmee toonde Hij zijn bewogenheid voor de wereld die Hem had verworpen. Die woorden bezitten nog steeds hun kracht en dat gebed is meteen verhoord. Onze zonden zijn vergeven en we zijn verzoend met God. Zijn liefde raakt ons hart en Zijn woorden zegenen ons. Dat is heilzaam voor ons verwonde hart. We herstellen en worden gezond, ook in ons spreken.

maandag 12 december 2011

Hij maakt je [niet] te schande

Spreuken 25:10
“Als hij dat te weten komt, word je zelf het slachtoffer: hij maakt je te schande.”

Wie geheimen verklapt van een ander, moet niet verbaasd zijn zelf te schande te worden gemaakt. Zo gaat dat in de wereld. Wat je zaait, zul je oogsten. Daar staat tegenover: wie goed doet, goed ontmoet. Ook dat is zaaien en oogsten. Jezus leert: ‘Ik ben niet gekomen om te veroordelen, maar om te redden.’ Hij verklapt geen geheimen, Hij verbergt ze. De diepste geheimen van ons leven, zijn Hem bekend. Hij is vertrouwd met al onze wegen. Maar we hoeven nooit te vrezen, dat Hij op een dag alle vuile was van ons leven gaat buitenhangen. Hij zal zwijgen over onze zonden en alleen spreken over Zijn liefde voor ons. Hij bemoedigt en zegent ons zo uitbundig, dat we de behoefte niet meer hebben om onszelf omhoog te trekken ten koste van een ander. En wordt er toch schande over ons uitgesproken, dan mogen we het afwentelen op Hem. Hij heeft ook onze smarten gedragen. Vanuit Zijn vrede, kunnen we vredestichters zijn.

zondag 11 december 2011

Onthul geen geheimen

Spreuken 25:9
“Als je een rechtsgeding met iemand hebt, onthul dan geen geheimen van een ander.”

Mensen die onder veroordeling leven, hebben steeds de neiging zich te verdedigen. In een rechtbank gaat het daar ook om. Je wordt beschuldigd, maar je mag je verdedigen. Veel mensen zien God ook alleen als rechter. Hij beoordeelt of je het goed of fout hebt gedaan in je leven, of op deze dag. De werkelijkheid is, dat God je niet veroordeelt, maar vrij spreekt. Hij heeft het oordeel op Jezus gelegd en het vonnis over de zonde voltrokken aan het kruis. Daarmee is wat God betreft het zondeverhaal klaar. Hij denkt er niet meer aan. Nu moeten de mensen die vrij geworden zijn, leren in die vrijheid te leven. Daar is God op gericht. Maar voor de duivel is de rechtzaak nog in volle gang, hij blijft je aanklagen en beschuldigen. Daarom is Jezus onze advocaat, onze voorspraak. Hij neemt het voor ons op en bevestigt onze vrijspraak. We hoeven ons niet te verdedigen of te rechtvaardigen voor God, het is in orde. Het is niet nodig de geheimen van een ander te vertellen om je goed te voelen, je mag je geliefd weten en als kind van God ben je niet langer onder wat voor oordeel dan ook. Je leeft onder Gods goedkeuring en zegen.

zaterdag 10 december 2011

Ik veroordeel je niet

Spreuken 25:8
“Als je denkt dat iemand iets misdaan heeft, sleep hem dan niet overijld voor het gerecht. Wat zou je moeten doen als hij je te schande maakt?”

‘Waarom lijd je niet liever onrecht?’, vraag Paulus aan de gemeente van Corinthe. Daar waren broeders in het geloof die elkaar voor het gerecht sleepten om hun gelijk te krijgen. ‘Dan is de zaak al verloren’, schrijft Paulus. Wanneer je hart niet meer op Jezus is gericht, zak je terug in je oude patronen. Als je niet meer beseft dat God voor je zorgt, ga je je weer gedragen als een wees. Hoe zouden de oudsten en Farizeeërs zich hebben gevoeld toen Jezus zei: ‘Wie van u zonder zonde is, werpe de eerste steen?’ Ze waren gekomen voor de overwinning, maar dropen als verliezers af. ‘Ik veroordeel je niet, ga heen en zondig niet meer.’ Dat is de volgorde van liefde. Draai het niet om, maar laat het ‘niet veroordelen’ vooraf gaan aan het ‘zondig niet meer’.

vrijdag 9 december 2011

De eerste plaats

Spreuken 25:7
“Het is beter dat de koning je naar voren roept dan dat hij je plaats laat maken voor een edelman.”

In Lukas 14 kun je lezen dat Jezus dit voorbeeld gebruikte tegenover de Farizeeërs die graag zelf de voornaamste plaatsen innamen. Hij sloot af met: ‘Al wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’ Meestal wordt dat uitgelegd als: ‘Doe maar gewoon, verbeeld je maar niks.’ Maar het gaat hier over wet en genade. De wet wordt door mensen gebruikt om zichzelf te verhogen. Je kunt jezelf vergelijken met anderen en vinden dat jij het beter doet. Maar wie zichzelf vernedert, door te erkennen nooit aan de wet te kunnen voldoen, wordt door genade verhoogd. Jezus liet zich vernederen om ons te verhogen. Dat mag je van de daken schreeuwen. Daar hoef je niet bescheiden over te doen. Laat dat licht van genade niet verborgen blijven. Jezus heeft jou naar voren geroepen en de beste plaats gegeven, omdat Hij zich voor jou heeft vernederd.

donderdag 8 december 2011

Eer aan het Lam

Spreuken 25:6
“Gedraag je niet aanmatigend in aanwezigheid van de koning, ga niet op de plaats van een voornaam persoon staan.”

Genade maakt je nederig. Je bent net gered van de dood, dan kun je maar beter even zwijgen. Ook Jezus leert dat aan zijn discipelen als hij zegt dat ze bij een feest beter naar voren geroepen kunnen worden, dan naar achteren gestuurd. Als je iemand wilt eren, doe het dan je Redder. Ook al heeft Hij je net zo rijk gemaakt als Hij zelf is, ook al deelt Hij zijn eigen troon met jou, in de hemel weet iedereen om wie het gaat. Alle eer, rijkdom, aanbidding is voor het Lam dat geslacht is. Alle kronen worden aan Zijn voeten gelegd en alle levende wezen verklaren: ‘U alleen bent waardig te ontvangen, U alleen komt het toe.’

woensdag 7 december 2011

Geen goddelozen om te troon

Spreuken 25:5
“Als de koning zich ontdoet van goddelozen, schraagt gerechtigheid zijn troon.”

Van Gods troon wordt in Psalm 89 het volgende gezegd: “Uw troon rust op recht en gerechtigheid, liefde en waarheid staan in uw dienst.’ Recht en gerechtigheid spreekt over wet, maar liefde en waarheid over genade. Beide zijn rondom Gods troon in perfecte harmonie. Jezus verbindt die twee. Hij heeft ervoor gezorgd dat Gods recht en gerechtigheid, zijn liefde en waarheid niet hinderen ons lief te hebben. God heeft ons als koningen aangesteld om te heersen op aarde. Voor ons is het daarom ook belangrijk dat we geen goddeloze raadgevers toelaten. Gods recht en Gods genade zijn ons genoeg. Zijn gerechtigheid en Zijn genade maken ons succesvol in alles waarover we heersen (besluiten nemen), te beginnen bij ons eigen leven.

dinsdag 6 december 2011

Een mooie vaas

Spreuken 25:4

“Als het zilver van onzuiverheden is ontdaan, maakt de edelsmid een prachtige vaas.”

Als zilver in het vuur wordt gelegd, komen de onzuiverheden bovendrijven. Wanneer je die wegschept, heb je zuiver zilver over. Dat is wat Jezus deed met onze zonden in het oordeel. Hij nam onze zonden op zich en ging door het vuur van Gods toorn. God schepte alle ongerechtigheden weg en toen Jezus opstond uit de dood, was Hij zo zuiver en rein, dat God Hem niet langer hoefde af te wijzen. Ons leven is gezuiverd van zonden, wij mogen dat zo goed gaan beseffen, dat ons geweten erdoor gezuiverd wordt van besef van kwaad. We mogen ons nu verbazen en verheugen over de prachtige vaas die God van ons maakt. Een vat van eer voor de glorie van God.

maandag 5 december 2011

Hoog als de hemel en diep als de zee

Spreuken 25:3
“Zo peilloos hoog als de hemel, zo peilloos diep als de aarde, zo peilloos is het hart van een koning.”

Het hart van de koning is niet te doorgronden. Ik kan me voorstellen dat dit voor de meeste onderdanen van de koning geldt. Ze hebben te gehoorzamen, zonder uitleg over de motieven. God is onze Koning en Zijn hart is ook niet te doorgronden. Trouwens zelfs je eigen hart is niet te doorgronden. ‘Wie zal het kennen?’, schrijft de profeet Jeremia. Maar God laat zijn hart wel kennen. Hij openbaart de diepte van Zijn hart aan Zijn kinderen. Door de Heilige Geest wordt het ons duidelijk, in Gods hart zit allemaal liefde voor ons. Paulus schrijft hierover, dat de Heilige Geest alles uit de diepte van Gods hart aan ons openbaart, zodat we weten wat God ons uit genade geschonken heeft. Het hart van God is niet te doorgronden, maar je mag wel weten wat daarin leeft voor jou. Jezus liet het hart van God zien in alles wat Hij zei en deed. Het is een hart zonder veroordeling, zonder dreiging, zonder afwijzing voor wie Hem wil kennen.

zondag 4 december 2011

Eer aan God

Spreuken 25:2
“Eer aan God, omdat hij dingen verbergt, eer aan de koning, omdat hij dingen onderzoekt.”

Het gaat in dit vers over God en de koning van Israël. Laten we met het laatste beginnen. De koning moest regelmatig een uitspraak doen in conflictsituaties, hij bekleedde het hoogste gezag. De koning was omgeven door raadgevers en liet zich graag adviseren. God is nu onze Koning en raadgevers heeft Hij niet nodig. Hij doorgrondt alle dingen en alles is bij Hem bekend. Zaken die niet zo mooi zijn – de vruchten van ons vlees – houdt Hij verborgen, maar Hij doorzoekt wel ons hart. De profeet Sefanja schrijft dat God zal zwijgen (over onze tekortkomingen en fouten) in zijn liefde, maar dat Hij over ons juicht met gejubel. Dat is de vrucht van het werk van Jezus. God kan zwijgen omdat alles volbracht is en Hij kan juichen, omdat Hij na grondig onderzoek het Lam heeft goedgekeurd. In ons hart ziet God Jezus en zijn liefde , het wordt er steeds mooier. Over de rest kan en blijft Hij zwijgen.

zaterdag 3 december 2011

Dienaren van koning Hizkia

Spreuken 25:1
“Hier volgen andere spreuken van Salomo, die de dienaren van koning Hizkia van Juda hebben gekopieerd.”

Ruim 200 jaar na koning Salomo liet koning Hizkia de spreuken van Salomo overschrijven. Salomo (vredevorst) was zo wijs dat zijn latere opvolgers er nog gebruik van maakten. Met gevoel voor historisch besef is het toch wonderlijk dat wij nu ruim 3000 jaar later diezelfde wijsheden ook nog kunnen lezen. God heeft ze voor ons bewaard, omdat ze van zijn Zoon getuigen. Alles wat Jezus mooier kan maken wordt door God gekoesterd. Alles waardoor we Hem beter leren kennen, is aan ons geschonken. Deze Spreuken hebben maar een doel: Hem te kennen in Zijn wijsheid en liefde voor mensen. Te genieten van wat God in de Schriften heeft verborgen over Zijn geliefde Zoon. Jezus liet het zien aan de Emmaüsgangers en de discipelen, alles wat er over Hem stond geschreven, te beginnen bij Mozes (Genesis). Ook aan ons is dat voorrecht gegund om meer en meer te zien hoe Jezus het hoofdthema is van de Bijbel. Hizkia heeft van dit alles nog niets geweten, maar God heeft ervoor gezorgd dat hij de opdracht gaf om te schrijven. Wonderlijk toch?

vrijdag 2 december 2011

Geen armoede bij God

Spreuken 24:34
“Armoede overvalt je als een struikrover, als een bandiet slaat gebrek je neer.”

Armoede en gebrek worden hier gekoppeld aan de struikrover en de bandiet. Het is niet God die jou arm maakt of gebrek laat lijden. Adam en Eva hadden geen gebrek en kenden geen armoede. God had hen in een omgeving gebracht van voorspoed en zegen. Maar door de zonde kwam er een vloek op aarde en werd de mens buiten Gods hof geplaatst. Met zweet je geld verdienen en als je lui bent betekent dat armoede. Maar ook dat heeft Jezus hersteld. Hij heeft de vloek gedragen en ons verlost uit de macht van de zonde. We zijn overgezet in het koninkrijk van Gods liefde. We staan weer midden in de genade. In alles is voorzien. En als we niet altijd goed handelen, is de zegen er toch, want we zijn niet onder de wet (die veroordeelt), maar onder de genade (Gods onverdiende gunst). In de wereld kun je arm worden, maar niet bij God. Wie zijn blik op Jezus gericht houdt en zijn mond laat spreken over Gods gunst, zal ontvangen wat hij gelooft en belijdt.

donderdag 1 december 2011

Nog even blijven liggen

Spreuken 24:33
“Nog even dan? Nog even slapen, nog een beetje rusten, een ogenblik nog blijven liggen?”

Soms is het heerlijk om nog even te blijven liggen en dat geeft ook helemaal niets. Maar als het de gewoonte wordt om zo lang mogelijk te blijven liggen, dan wordt het een structureel probleem. Wat kan de reden zijn om nog niet op te staan? Als het lichamelijke vermoeidheid is, dan is dat van korte duur. Maar als je geestelijk moe bent, als je tegen de dag opziet, dan helpt wat langer blijven liggen je alleen maar verder in de put. In dat geval zou ik zeggen sta op en zeg: ‘Vader, ik red het niet zonder uw kracht, maar ik geloof dat u mij uw kracht hebt gegeven om stand te houden in de druk. Deze dag zal ik uw uitkomst zien.’ Gods genade is met je, juist in tijden dat je jezelf onmachtig voelt. Vertrouw op Gods genade voor vandaag, maar wees niet passief en lui. Gooi het bijltje er niet bij neer, want daar is de boze juist op uit. Het kleine beetje kracht dat je nog hebt wil hij je ook afnemen, maar Jezus heeft aan het kleinste beetje genoeg om je weer krachtig en sterk te maken.