zaterdag 17 januari 2009

Mijn treden hielden uw spoor, mijn schreden wankelden niet

Psalm 17:5
"Hoor, HERE, naar een rechtvaardige zaak, sla acht op mijn smeking; leen het oor aan mijn gebed, gesproken met onbedrieglijke lippen. Laat het oordeel over mij van uw aangezicht uitgaan: uw ogen schouwen wat recht is. Toetst Gij mijn hart, onderzoekt Gij des nachts, beproeft Gij mij, Gij vindt niets; wat ik ook bedenk, mijn mond overtreedt niet. Wat betreft daden van mensen, naar het woord uwer lippen heb ik mij gewacht voor de paden van de geweldenaar; mijn treden hielden uw spoor, mijn schreden wankelden niet."

Waarlijk een mens in wie geen kwaad wordt gevonden. Ook deze psalm laat ons de Here Jezus zien, wandelend temidden van zijn tegenstanders. Hij richt zich op God, alleen het oordeel van God wil Hij dragen. Dat was zijn opdracht en verlangen. Temidden van vijanden weet Hij zijn gedachten te bewaren en behoedt Hij zijn mond om bedrog te spreken. Gij toetst mijn hart en Gij vindt niets, zegt Hij. Mijn treden, zegt Hij, hielden uw spoor, mijn schreden wankelden niet. Hij is nooit afgedwaald van de weg die Hij moest gaan. Een keer heeft Hij toch gewankeld, maar dat was onder het gewicht van het kruis. Ook dat was de weg van God. De rechtvaardige moest sterven voor onrechtvaardigen, zodat ieder die in Hem gelooft door dat geloof is gerechtvaardigd. Onze schreden kunnen vast zijn, omdat Hij niet heeft gewankeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten