vrijdag 30 januari 2009

Want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen;

Psalm 30:5
"Een psalm. Een lied voor de tempelwijding. Van David. Ik zal U verhogen, HERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden geen vreugde over mij gegeven. HERE, mijn God, tot U riep ik om hulp, en Gij hebt mij genezen. HERE, Gij deedt mij opkomen uit het dodenrijk, Gij hebt mij leven gegeven, zodat ik niet in de groeve nederdaalde. Psalmzingt de HERE, gij zijn gunstgenoten, en looft zijn heilige naam; want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich."

Deze psalm laat profetisch de opstanding van Christus zien. De Gemeente kan nu worden ingewijd, het werk is voltooid. We ‘zien’ onze Heer in deze psalm vol vreugde, omdat Hij is opgetrokken uit het dodenrijk. Er staat zo prachtig dat het lijden aan het kruis maar een ogenblik heeft geduurd ten opzichte van de eeuwigheid vol welbehagen. Wat moet het een onbeschrijfelijke voldoening voor de Here Jezus zijn, dat nu het jaar van zijn welbehagen is aangebroken. Na het ogenblik van Gods toorn aan het kruis, duurt Zijn welbehagen eeuwig. Wat zijn er toch prachtige dieptes verborgen in de psalmen. Glorie aan God.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten