woensdag 20 mei 2009

HERE Here, Sterkte mijner verlossing, Gij beschermt mijn hoofd ten dage van de strijd.

Psalm 140:7
"Voor de koorleider. Een psalm van David. Red mij, o HERE, van de boze mensen, bewaar mij voor de mannen van het geweld, die boze dingen in hun hart beramen, de ganse dag strijd verwekken; zij hebben hun tong gescherpt als een slang, addervergif is onder hun lippen. sela Behoed mij, o HERE, voor de handen van de goddelozen, bewaar mij voor de mannen van het geweld, die zich voornemen mij de voet te lichten. Hovaardigen verborgen voor mij een strik en koorden, zij spanden een net langs het pad, zetten vallen voor mij op. sela Ik zeg tot de HERE: Gij zijt mijn God, neem ter ore, o HERE, mijn luide smekingen. HERE Here, Sterkte mijner verlossing, Gij beschermt mijn hoofd ten dage van de strijd."

Niemand anders dan Jezus kent de druk van het omringd zijn door boze mensen. Met tongen vol addervergif waren de Farizeeƫrs en schriftgeleerden rondom Hem. Mannen van geweld die Hem zochten te doden. Blijf dan maar eens jezelf. Houd dan maar eens je tong in toom. De Here Jezus deed het. Hij kwam niet om te veroordelen, maar om te behouden. Hij moest voortdurend in Gods nabijheid blijven. Hij kon terecht zeggen: Gij beschermt mijn hoofd ten dage van de strijd. Wij zouden ook eens wat vaker aan ons hoofd moeten denken. Hoe denken we, hoe spreken we, wat gaat er in dat hoofd om? Alleen wanneer we op Gods verlossing zijn gericht, kunnen we onze tong in toom houden, onze gedachten behoeden en niet zondigen. Als je erover nadenkt hoe moeilijk dat is, heeft de Here Jezus ook hierin een bovenmenselijke prestatie geleverd.