vrijdag 30 maart 2012

Een rechtvaardige erkent de rechten van de armen

Spreuken 29:7
‘Een rechtvaardige erkent de rechten van de armen, een goddeloze is daar blind voor.’

Een van de eerste genadegaven van God is een nieuwe Geest in ons binnenste. Het is de nieuwe motor van een rechtvaardig mens. De nieuwe Geest maakt ons levend en vernieuwt ons denken. De nieuwe Geest maakt ons ook tot ontfermers, omdat we leren dat geven gelukkiger maakt dan ontvangen. Onze ogen gaan open voor de verwoestende werking van de boze in mensenlevens. Door onze nieuwe relatie met God – geen veroordeling meer – weten we dat er voor ons altijd wordt gezorgd. We kunnen nu omzien naar anderen en hun rechten op een goed leven erkennen. Vanuit Gods rust en vrede gaan onze ogen steeds verder open voor wat werkelijk waardevol is in het leven. Niet de tijdelijke aardse schatten, maar de blijvende hemelse maken een mens gelukkig. We verwijten een blinde niet dat hij niet zien kan, maar openen zijn ogen met de kracht van het evangelie. Gods liefde en genade zijn gekomen, heilbrengend voor alle mensen.