Psalmen 1:1 ‘Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters;’
Bestaat zo’n man wel, die zo perfect leeft, dat goddeloosheid en zonde uit zijn leven wegblijven? Ja, die bestaat, zijn naam is Jezus. Hij heeft als mens zondeloos geleefd, niet meegedaan met spotters, maar altijd Gods wetten gevolgd en Hem geĆ«erd in alles. Daarom was Hij succesvol en slaagde alles wat Hij ondernam. De zonde had niets in Hem. Deze bevoorrechte positie bij God is nu de onze geworden door Hem. Zijn rechtvaardigheid en liefde zijn ons gegeven uit genade. Daarom mogen we de zegen van Psalm 1 ook op ons eigen leven leggen. We zullen zijn als een boom aan het water geplant die op tijd zijn vrucht geeft. Het is Gods eer dat in ons leven uit te werken. Hij is dat goede werk begonnen in ons en zal het ook tot het einde volmaken. Jezus houdt van mensen, ook van zondaars, zoveel zelfs dat Hij al hun zonden op zich nam en voor eeuwig wegdeed. In Hem en door Hem en uit Hem dragen we vrucht, tot eer van het Lam dat geslacht is, die dood was en zie Hij leeft. En wij met Hem.