Psalmen 103:1-5 ‘Loof de HERE, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam; loof de HERE, mijn ziel, en vergeet niet een van zijn weldaden; die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest, die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, die uw ziel verzadigt met het goede.’
Hoe bekend zijn deze regels uit Psalm 103 en toch staan we er vaak niet bij stil. We leven bij de dag en laten ons leiden door de omstandigheden zoals we die ervaren. Dat soort van leven maakt je niet gelukkig. Het is Gods bedoeling dat we genieten van het leven, omdat Hij met ons is. Hij heeft ons verlost, bevrijd en genezen van de zonde. Het leert ons om als zonen en dochters van God te leven, bewust van onze status bij Hem. Gekroond met genade om te heersen over alles wat onze positie bij Hem bedreigt. Veel van deze regels uit Psalm 103 zijn al vervuld, maar het laatste stukje is nu nog bezig. Onze hemelse Vader is bezig onze ziel te verzadigen (zodat er geen ruimte is voor iets anders) met het goede, dat is met Jezus. We bedenken wat waar is, we bedenken wat boven is, we bedenken wie Jezus is en hoe wij in Hem aan Hem gelijk zijn gemaakt. Wie kan zich dan nog druk maken om de tijdelijke omstandigheden van deze dag? Loof de Here, mijn ziel, en laat je niet naar beneden trekken.