2Corintiërs 4:8 ‘We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde.’
Als alles tegen zit, als je aan alle kanten belaagd wordt, als de vertwijfeling toeslaat, als de wanhoop de overhand krijgt, dan nog zijn we niet te overwinnen. Wat Paulus hier schrijft, komt uit de praktijk van zijn eigen leven. Wat een druk heeft hij moeten doorstaan en toch hield hij stand, omdat God met hem was. ‘Door Gods genade ben ik wat ik ben’, schrijft hij. Israël leek verslagen, maar God gaf een pad door de zee. De vrienden van Daniël leken een prooi van het vuur te worden, maar God beschermde hen en geen haar werd hen gekrenkt. De opstandingskracht die God geeft aan ieder die gelooft, is niet te overtreffen. We hebben in Christus onvernietigbaar leven ontvangen. Als wij niet weten hoe het verder moet, weet God raad. Hij sterkt en bemoedigt ons door Zijn woord en Geest. Als alles je wordt afgenomen, kun je nog steeds in tongen bidden en God lofzingen. Soms worden we geveld, maar we gaan nooit te gronde. Die macht heeft de boze niet.