Johannes 16:25 ‘Dit heb Ik in beelden tot u gesproken; er komt een ure, dat Ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar u vrijuit over de Vader spreken zal.’
De Bijbel spreekt in beelden. Personen zijn beelden, verhalen zijn beelden, voorwerpen zijn beelden, tijden zijn beelden. Al die beelden spreken maar over een ding: Jezus. En toen Jezus op aarde was, sprak Hij ook in beelden. Tegen de FarizeeĆ«rs zegt Jezus: ‘De Schriften zijn het die van Mij getuigen.’ Bij zijn afscheid zegt Jezus, dat Hij tot nu toe in beelden heeft gesproken. ‘Maar er komt een tijd, dat Ik vrijuit over de Vader zal spreken.’ Die tijd is gekomen door de uitstorting van de Heilige Geest. Hij openbaart ons de Vader. Hij opent de beelden, zodat we Jezus kunnen zien. Hij opent ons verstand, zodat we Gods waarheid kunnen bevatten. Zonder de Geest begrijp je niets van de beelden, zie je ze niet eens. Maar ons is het voorrecht gegund niet alleen de beelden te kennen, maar ook hun betekenis. Hoe meer je ogen worden geopend, hoe meer je ziet dat de Bijbel alleen over Jezus gaat. En Jezus is de afdruk van Gods wezen. Wie Hem ziet, ziet het hart van de Vader.