Matthëus 19:6 ‘Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.’
Man en vrouw zijn door God samengevoegd tot een mens. Maar voordat het zover was, werd de vrouw uit Adam geformeerd. Je zou kunnen zeggen dat God daarna de eenheid herstelde. Zo is het ook met Christus en de Gemeente, Zijn bruid. De Gemeente is uit Christus voortgekomen, uit Hem geboren, om vervolgens met Hem een onlosmakelijke eenheid te vormen. Niemand kan dat scheiden. Het is een liefdesrelatie die aan Gods kant begonnen is. Een menselijk huwelijk mag hier een afstraling van zijn. Een perfecte eenheid op basis van Gods liefde. Dat kan alleen bestaan als God de bron van liefde is en niet wordt vervangen door menselijke liefde. Menselijke liefde schiet tekort als het erop aan komt. Die heeft te weinig verdraagzaamheid, te weinig geduld, te weinig onbaatzuchtigheid. Daarom is het onmenselijk van een huwelijk te eisen dat het blijft bestaan, zonder dat er Goddelijke liefde wordt gekend. Aan de andere kant is de Goddelijke liefde zo krachtig, dat zelfs moeilijke tijden daarmee kunnen worden doorstaan. Het gaat dus om Gods liefde, daar vloeit alles uit voort.