donderdag 31 december 2009

Alles wat adem heeft, love de HERE. Halleluja.

Psalm 150:6
“Alles wat adem heeft, love de HERE. Halleluja.”

Oplettende lezers zeggen wellicht: ‘Hé, dezelfde tekst als op 30 mei.’ Dat klopt, dat kwam nu net zo uit en het is een mooie tekst om dit jaar mee af te sluiten. We zijn dit jaar twee keer door de psalmen gegaan. De eerste keer nog wat meer op zoek naar het specifiek profetische over de Here Jezus. De tweede keer ook wat meer op onszelf gericht. Ik hoop dat er stukjes bij waren die hebben geïnspireerd om er nog eens over na te denken. Misschien heeft het uw kijk op wie God is en hoe Hij zich bekend maakt verrijkt, ik hoop het. Wat ik vooral heb trachten te benadrukken is de liefde en genade van God. Hij is geen boze rechter, die klaar staat om te oordelen en te straffen, maar een liefdevolle Vader, die klaarstaat om te troosten, bemoedigen en zegenen.
Vanaf morgen begint een nieuwe serie uit de Spreuken van Salomo. Ik eindig met de vraag: ‘Heb je adem, dan weet je wat je ermee doen kan.’

woensdag 30 december 2009

Looft Hem met tamboerijn en reidans, looft Hem met snarenspel en fluit.

Psalm 150:4
“Looft Hem met bazuingeschal, looft Hem met harp en citer, looft Hem met tamboerijn en reidans, looft Hem met snarenspel en fluit, looft Hem met klinkende cimbalen, looft Hem met schallende cimbalen.”

De een houdt van hard, de ander van zacht. De een houdt van tokkelen, de ander van blazen en weer een ander van slaan op een trom. De een houdt van dansen, de ander van ingetogen poësie. Wat je voorkeur ook heeft, God houdt van alle lofuitingen die gemeend en oprecht zijn. Gebruik wat je hebt en wat je kunt om God te prijzen, want Hij is het waard. En bovendien is Hij de enige die onze aanbidding op waarde weet te schatten. Zijn liefde voor jou wordt er niet groter door, maar wel jouw liefde voor Hem.

dinsdag 29 december 2009

Looft Hem naar zijn geweldige grootheid.

Psalm150:2
“Looft Hem om zijn machtige daden, looft Hem naar zijn geweldige grootheid.”

God is groot in elk opzicht, geweldig groot. Geweldig groot is Zijn liefde; Hij stierf voor ons toen we nog zondaren waren. Geweldig groot is Zijn woord; Hij sprak en het was er, gebood en het stond er. Geweldig groot is Zijn kracht; Hij heeft er de duivel door verslagen en stond erdoor op uit de dood. Geweldig groot is Zijn genade; voor de hele wereld is er verzoening door het ene offer van Christus. Geweldig groot is Zijn trouw; Hij laat nooit varen het werk dat Zijn hand begon. Geweldig groot is Zijn gevoel; Hij kan meevoelen met onze zwakheden en kent ons door en door. Geweldig groot is Zijn koningschap; Hij is de Koning der koningen en de Here der heren, Zijn koningschap kent geen einde. Geweldig groot is Zijn creativiteit; kijk naar de schepping en geniet van alle vormen, kleuren en geuren. Ja, onze God is geweldig groot in alle opzichten. Looft Hem naar Zijn geweldige grootheid.

maandag 28 december 2009

Looft God in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;

Psalm 150:1
”Halleluja. Looft God in zijn heiligdom, looft Hem in zijn machtig uitspansel;”

We zijn gekomen bij de laatste psalm in de Bijbel. Het is een psalm vol jubel en oproep om God te prijzen. De eerste psalm begon met de man die niet wandelt in de weg der goddelozen, heel individueel, maar nu in de laatste psalm wordt alles zo groot mogelijk gemaakt. Het hele uitspansel, de hele schepping, alles wat adem heeft, iedereen en overal moet Hem loven. In de psalmen kun je jezelf herkennen, maar vooral Godzelf. Wat Hij gedaan heeft, wat Hij gevoeld heeft, wat Hij nog zal doen, het staat er allemaal in. Wanneer je ogen daarvoor opengaan, wanneer je hart zacht wordt, dan kun je niet anders doen dan Hem prijzen. Halleluja.

zondag 27 december 2009

Want de HERE heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil.

Psalm 149:4
“Halleluja. Zingt de HERE een nieuw lied, zijn lof in de gemeente der vromen. Israel verheuge zich in zijn Maker, laten de kinderen Sions juichen over hun Koning; laten zij zijn naam loven met reidans, Hem psalmzingen met tamboerijn en citer. Want de HERE heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil.”

Vrede op aarde en in mensen een welbehagen. Hoe kan dat? Door Jezus Christus. Hij is Gods welbehagen, Hij is de vredevorst die gezegd heeft: ‘Mijn vrede geef ik u.’ God heeft altijd een welbehagen gehad in de mens, God is een ontfermer. Hij zag de mens verdwalen en in de macht van de zonde komen. Gods goedheid en welbehagen, Gods genade en liefde hebben een einde gemaakt aan deze slavernij. Er is verzoening voor heel de wereld. Maar het heil is niet automatisch je deel. Het is voor de ootmoedigen, voor degenen die weten dat ze in zichzelf God niet kunnen behagen. Maar de nederigen, degenen die Gods genade herkennen, degenen die hun eigen gerechtigheid voor vuilnis verklaren, voor hen is Gods heil beschikbaar. Wie zich laat vinden door Gods goedheid, wordt gekroond met glorie en eer. Verheug je in Gods welbehagen, verheug je in je Maker.

zaterdag 26 december 2009

Want zijn naam alleen is verheven, zijn majesteit is over aarde en hemel.

Psalm 148:13
“Gij bergen en alle heuvelen, vruchtbomen en alle ceders; gij wild gedierte en alle vee, wat kruipt en wat met vleugelen vliegt; gij koningen der aarde en alle natien, gij vorsten en alle richters der aarde; gij jongelingen en ook maagden, gij ouden en jongen tezamen. Dat zij de naam des HEREN loven, want zijn naam alleen is verheven, zijn majesteit is over aarde en hemel.”

Jezus heeft de naam boven alle naam. Door Hem is alles geschapen, de zichtbare en de onzichtbare dingen. Het Woord dat God spreekt is een woord van gezag, een scheppend woord vol kracht. Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. En deze naam is gegeven aan de Gemeente, die Hij heeft vrijgekocht. Wij zijn met autoriteit bekleed, net als Adam eertijds, om te spreken namens God. Elk woord van God dat door onze mond wordt gesproken, heeft dezelfde kracht alsof God het zelf sprak. De Here Jezus zei: ‘Als mijn woorden in je blijven, draag je veel vrucht.’ Dat betekent dat ikniet spreek wat de duivel wil, of wat ik zelf wil, maar dat ik spreek naar Gods wil. Dan heeft mijn spreken kracht en zal de majesteit van God worden gezien in de hemel en op de aarde.

vrijdag 25 december 2009

Vuur en hagel, sneeuw en nevel, gij stormwind, die zijn woord volbrengt;

Psalm 148:8
“Looft de HERE op de aarde, gij grote zeedieren en alle waterdiepten, vuur en hagel, sneeuw en nevel, gij stormwind, die zijn woord volbrengt;”

Gods woord heeft alle dingen geschapen en alle dingen worden gedragen door het woord van Zijn kracht. De hele schepping gehoorzaamt aan de wetten die God heeft gesteld. De sterren in de lucht staan vast door dat woord en het gras op aarde groeit door dat woord. De enige wezens die een keuze hebben gekregen, zijn de mensen. Wij hebben de mogelijkheid Gods woord te negeren en er dwars tegenin te gaan. Natuurlijk heeft dat gevolgen, de geschiedenis is daar duidelijk over. De mens heeft zichzelf in de problemen gewerkt en alleen Gods Woord kon redding brengen. ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond’, schrijft Johannes. Het Woord is gekomen, vol van genade en waarheid. Door het ene woord: ‘Het is volbracht’, is alles veranderd. Wat dood was gaat leven en er is herstel voor alles wat in de duisternis was. De eerste schepping was genade, de tweede schepping is genade op genade. Gods woord is levend en krachtig, luister ernaar, denk erover na, pas het toe in je leven en de kracht ervan wordt vrijgezet door geloof.

donderdag 24 december 2009

Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.

Psalm 147:3
“De HERE bouwt Jeruzalem, Hij verzamelt Israels verdrevenen; Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden.”

De Here Jezus wilde de inwoners van Jeruzalem verzamelen, maar ze hebben het niet gewild. Paulus schrijft aan de Galaten dat het huidige Jeruzalem in slavernij is en dat onze moeder Sion is, het hemelse Jeruzalem. Maar zoals de Heer het hemelse Jeruzalem bouwt en de gewonden geneest, zo zal Hij dat ook doen met het aardse. Voor ieder die nu nog in de slavernij van de zonde leeft, is er verlossing. En de dag zal komen dat alles onder één hoofd wordt samengevat: Christus. Onze God is een ontfermer en een heelmeester. Het enige wat aan ons is overgelaten is voor Hem te kiezen en onze wil ondergeschikt te maken aan de Zijne. Daar word je absoluut beter van.

woensdag 23 december 2009

Looft de HERE, want het is goed, onze God te psalmzingen, ja, het is liefelijk, een lofzang is betamelijk.

Psalm 147: 1
“Looft de HERE, want het is goed.”

God loven is goed. Daar zijn vele redenen voor. Allereerst is het goed omdat Hij goed is, Hij is het waard, Hij verdient het dat we Hem prijzen. Dat staat los van onze omstandigheden en daarmee komen we bij een andere reden: God prijzen verheft je hoofd boven je vijanden. Je dwingt jezelf naar iets anders te kijken dan jezelf. Een derde reden is dat het liefelijk is, dit in tegenstelling tot veel van onze gedachten en woorden, vooral als we benadeeld worden of zijn. Negativiteit komt vanzelf in je op en het is o zo gemakkelijk er aan toe te geven. Kies voor liefelijk en ga de Heer prijzen. Het gevolg is dat een andere geest actief wordt in je binnenste.

dinsdag 22 december 2009

Die trouwe houdt tot in eeuwigheid;

Psalm 146:6
”Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft, wiens verwachting is op de HERE, zijn God, die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is, die trouwe houdt tot in eeuwigheid;”

Trouw is tegenwoordig een woord met beperkte houdbaarheid. We blijven trouw tot we ontrouw zijn. Je ziet het in de sport, contracten en woorden worden net zo makkelijk gebroken als ijs na een enkele winternacht. We rechtvaardigen deze ontrouw door te wijzen op de voordelen die de ontrouw biedt. ‘Deze gelegenheid mag ik toch niet voorbij laten gaan’, is vaak het argument. Dit soort trouw is gebaseerd op hebzucht. Bij God is liefde het motief. Gods liefde is de garantie voor Zijn trouw. De Bijbel zegt dat als wij ontrouw zijn, God trouw blijft, want Hij kan zichzelf niet verloochenen. Liefde en trouw vormen de basis van Gods genade. Daarom zal je verwachting bij God ook nooit beschaamd worden. Wat Hij beloofd heeft, doet Hij en een gegeven woord neemt Hij niet terug. Heerlijk.

maandag 21 december 2009

Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen heil is;

Psalm 146:3
“Halleluja. Loof de HERE, mijn ziel. Ik zal de HERE loven, mijn leven lang, mijn God psalmzingen, zolang ik nog ben. Vertrouwt niet op edelen, op een mensenkind, bij wie geen heil is; gaat zijn adem uit, dan keert hij weder tot zijn aarde, te dien dage vergaan zijn plannen.”

Er zijn heel veel kundige mensen en ze kunnen veel voor je betekenen, maar geen enkel mens kan je heil bieden. Waar moet je heen om eeuwig heil te krijgen? Geen mens is daartoe in staat. Zelfs de beste pogingen schieten tekort. Je brengt jezelf onder een vloek als je op een mens vertrouwt, zelfs als je op jezelf vertrouwt voor je heil. Heil betekent heelmaking en daar is een Heiland voor nodig. De Here Jezus is die Heelmeester en Hij schenkt zijn heil gratis aan iedereen. Geen voorwaarden, geen tegenprestatie, maar uit liefde voor jou verlost Hij je uit alle ellende. Wanneer je hebt ontdekt wat Jezus voor jou heeft gedaan, dan is het geen wonder dat je uitroept: ‘Halleluja. Loof de HERE, mijn ziel. Ik zal de HERE loven, mijn leven lang.’

zondag 20 december 2009

De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.

Psalm 145:18
“De HERE is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.”

Let op de woorden ‘al’ en ‘allen’ in deze regels. Aan Gods kant is er geen voorkeur, Hij is voor allen goed. Toch staat er een voorwaarde voor Zijn nabijheid. Gods genade en goedheid zijn het deel van allen die Hem aanroepen in waarheid. Sommigen denken wellicht dat God je helpt, wanneer je niet liegt en altijd de waarheid spreekt. Op zichzelf is dat geen slechte eigenschap, maar voor God geen reden om je te zegenen. Nee, de waarheid die hier wordt bedoeld is Christus. We komen niet onder Gods zegen in onze eigen naam, of in eigen kracht. Gods genade is voor hen die in Christus zijn en die God de Vader benaderen in de naam van Jezus. De enige manier om aan die voorwaarde te voldoen is dat we geloven in Hem. Dat we geloven dat Jezus ons gered, bevrijd en verlost heeft van schuld, zonde, ziekte en dood en dat we door Zijn ene offer voor altijd rechtvaardig zijn voor God. Wie dat gelooft, staat in de waarheid en ontvangt onder alle omstandigheden Gods goedkeuring en zegen.

zaterdag 19 december 2009

Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.

Psalm 145:16
“De HERE schraagt allen die vallen, Hij richt alle gebogenen op. Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze; Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.”

Hier worden zo maar even wat genadebewijzen van God opgenoemd. Het lijkt wel of de Heilige Geest alle moeite moet doen om ons mensen te overtuigen van Gods goedheid; dat het geen goedheid is, die je als loon zelf hebt verdiend, maar juist in tegendeel, onverdiende goedheid. Mensen die vallen, zijn niet succesvol. Mensen die gebogen lopen maken ook geen sterke indruk. Mensen die gespijzigd moeten worden, hebben geen overvloed. Maar ondanks al deze weinig succesvolle voorbeelden, doet God met welbehagen Zijn hand open en geeft tot verzadiging toe. En dit doet Hij met al wat leeft, het is dus voor iedereen, geen uitzondering mogelijk. Denk er eens aan wanneer je zelf minder succesvol overkomt, dat God je ondanks alles gewoon blijft vertroetelen, want Hij houdt van je.

vrijdag 18 december 2009

De HERE is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.

Psalm 145:9
“Genadig en barmhartig is de HERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. De HERE is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.”

God houdt er geen lievelingetjes op na, Hij is voor allen goed. Het offer van de Here Jezus aan het kruis was voor de zonde van de hele wereld. Zijn dood en opstanding is een genadegeschenk aan iedereen. De genade van God komt vanuit Zijn hart, Hij is genadig en goed vanuit zichzelf. Geen mens hoeft Hem aan te sporen, geen mens hoeft God te smeken om genade. Vergeving en verlossing zijn een geschenk voor iedereen. God biedt ieder een nieuw leven aan, gratis en uit liefde. De enige voorwaarde is dat je Hem gelooft en wilt ontvangen wat Hij je schenkt. Je bent door God gerechtvaardigd om Zijn genade te ontvangen door geloof, niet door werken.

donderdag 17 december 2009

Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.

Psalm 145:7
”Geslacht aan geslacht zal uw werken roemen, zij zullen uw machtige daden verkondigen. Ik zal van de heerlijke luister uwer majesteit en van uw wonderdaden gewagen. Zij zullen spreken van de macht uwer geduchte daden, en uw grootheid wil ik vertellen. Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.”

Het is een voorrecht om kinderen te hebben, maar het is een nog groter voorrecht als je aan je kinderen de grootheid van God mag vertellen. En het is helemaal een voorrecht om mee te maken, dat je kinderen tot geloof komen en zelf gaan getuigen van Gods grootheid. David houdt zijn vreugde niet voor zichzelf, maar hij verheugt zich in de geslachten die komen en die door hem ook van Gods goedheid gaan horen. David heeft oog voor de geslachten, oog voor de toekomst. Ik zal en zij zullen, ik en zij, alle geslachten zullen de grootheid van God bejubelen, maar ik doe het nu, voor nu en voor later.

woensdag 16 december 2009

De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.

Psalm 145:3
“Een loflied van David. Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer; te allen dage zal ik U prijzen, uw naam loven voor altoos en immer. De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.”

Soms kun je overvallen worden door een bovennatuurlijke vreugde. Met geen pen te beschrijven, wat er dan met je gebeurt. Je zit dan zo vol met vreugde en blijdschap, dat je het gevoel hebt te barsten. Je zoekt woorden, maar kan ze niet vinden. Het enige wat er dan nog uit komt zijn klanken. David kende dat ook. Zo schrijft hij over zijn vijanden die hem bedreigen, maar dan opeens is daar die jubelroep. Hij krijgt dan weer nieuwe openbaringen over wie God werkelijk voor hem is. Zoals Johannes niet verder komt dan goud en edelstenen als hij Gods glorie moet beschrijven, zo zegt David: zijn grootheid is ondoorgrondelijk. Wat een heerlijke zegen als deze vergezichten over Gods grootheid jouw zorgen en gedachten gaan overstemmen. Dan is er alleen nog de vrede en vreugde van het geloof. Richt je aandacht op God, overdenk Zijn beloftes, dan komt deze zegen vanzelf.

dinsdag 15 december 2009

Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de HERE is!

Psalm 144:15
“Dat onze zonen zijn als planten, hoog opgegroeid in haar jeugd, onze dochters als hoekzuilen, gebeeldhouwd als voor een paleis; dat onze voorraadschuren gevuld zijn, leverende allerlei waren, dat onze kudden bij duizenden, bij tienduizenden zich vermeerderen op onze weiden; dat onze runderen wel dragen; dat er geen bres zij en geen vlucht, en geen geschreeuw op onze pleinen. Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de HERE is!”

Wat David hier allemaal opnoemt aan zegen is allemaal beloofd en gegeven onder het oude verbond. In Deuteronomium 28 staan ze allemaal opgenoemd. De enige voorwaarde voor deze zegen was een rechtvaardig leven naar de wet van Mozes. De meeste tijd voldeed Israël niet aan die voorwaarde en moest daarom de vloek dragen in plaats van de zegen. Veel gelovigen in onze tijd denken dat dit nog steeds zo is. Dat God je zegent als je aan de voorwaarden van de wet voldoet. Maar de werkelijkheid is veel beter. Wij hebben deel aan een beter verbond met betere beloften. God vraagt van ons geen werken, maar geloof. Geloof in het volbrachte werk van Jezus Christus. Wat ons daardoor ten deel valt gaat de zegen van het oude verbond verre te boven. Wij zijn gezegend met ALLE hemelse zegeningen, onze erfenis is de volheid van God zelf. Welzalig het volk, welks God de HERE is!

maandag 14 december 2009

Voer naar uw gerechtigheid mijn ziel uit de benauwdheid

Psalm 143:11
“Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God, uw goede Geest geleide mij in een effen land. Om uws naams wil, HERE, behoud mij in het leven, voer naar uw gerechtigheid mijn ziel uit de benauwdheid, verdelg mijn vijanden naar uw goedertierenheid, en richt te gronde allen die mij benauwen, want ik ben uw knecht.”

Gij zijt mijn God. Ik ben uw knecht. In deze regels zie je de Here Jezus aan het kruis, vol verlangen om de wil van God te doen, het sterven voor de schuld van de wereld. Tegelijk het verlangen om uit de benauwdheid gered te worden en weer in een effen land te zijn. Maar uiteindelijk toch de overgave, want ik ben uw knecht. Wat een worsteling tussen de angst voor het lijden en het verlangen Gods wil te doen. Om voor de gerechtigheid door de benauwdheid te gaan. Wat een geweldig liefdeoffer heeft de Here Jezus gebracht. Door Hem alleen mogen wij kinderen van God zijn, geen knechten, maar kinderen, zonen en dochters. In een effen land gebracht vol zegen en overvloed, dank zij deze bereidwillige overgave van de Heer. De vijanden zijn verdelgd, dat zijn geen mensen, maar alle kwade machten van de duisternis. Ze zijn ontwapend en overwonnen. Nu kunnen wij ze weerstaan door de naam van Jezus te noemen en onze ogen op Hem alleen gericht te houden. Hij is in het leven behouden en wij met Hem ook.

zondag 13 december 2009

Tot U roep ik, HERE; ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats, mijn deel in het land der levenden.

Psalm 142:5
“Een leerdicht van David, toen hij in de spelonk was. Een gebed. Met luider stem roep ik tot de HERE, met luider stem smeek ik de HERE; ik stort mijn klacht voor zijn aangezicht uit, ik maak Hem mijn benauwdheid bekend. Wanneer mijn geest in mij versmacht, kent Gij mijn pad. Op de weg die ik ga, verbergen zij mij een strik; schouw ik naar rechts en zie ik uit; niemand ziet naar mij om. Is mij de toevlucht ontvallen; niemand vraagt naar mij. Tot U roep ik, HERE; ik zeg: Gij zijt mijn schuilplaats, mijn deel in het land der levenden.”

‘God is een toevlucht voor de zijnen, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.’ Allerlei moeilijkheden kunnen ons overkomen, maar er is altijd een uitweg. Het belangrijkste is je hart te bewaren. Voor je het weet zit je jezelf te beklagen en de ander te beschuldigen. Dat is geen goede oplossing. Dat is slecht voor je hart. Je vreugde en vrede gaan er aan op die manier. Beter is om je in zo’n situatie te realiseren, dat God naast je staat. David deed dat. Hij stortte zijn hart uit bij de Here en vervolgens sprak hij uit dat hij een schuilplaats had en een erfdeel bij de Here. Dat is de weg die je moet kiezen. Spreek uit wat je in Christus hebt ontvangen, spreek tot je hart over je erfdeel en je vrede zal terugkomen en daarna de vreugde, of net andersom.

zaterdag 12 december 2009

Zelfs rijst mijn gebed nog onder hun boze handelingen;

Psalm 141:5 (2)
"Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Zelfs rijst mijn gebed nog onder hun boze handelingen;"

De Here Jezus heeft zijn hoofd niet geweigerd. De doornenkroon heeft Hij gedragen, de spot en de hoon. Mensen sloegen Hem op zijn hoofd, trokken de haren uit zijn baard. Zijn ogen zagen de spot en zijn oren hoorden alle woorden die werden gezegd. ‘Anderen heeft Hij gered, laat Hij nu zichzelf redden.’ En temidden van al deze boosheid en haat, temidden van al deze boze handelingen, rijst zijn gebed omhoog. Niet voor zichzelf, maar voor degenen die Hem dit aandoen. Hij bidt voor zijn haters. ‘Vader vergeef het hun, ze weten niet wat ze doen.’ We weten al deze dingen met ons verstand, maar als je probeert je de situatie voor te stellen, dan is het niet anders dan een bovennatuurlijke openbaring van liefde. Jezus toonde zijn liefde aan het kruis. Jezus toonde de liefde van de Vader aan het kruis. Bovennatuurlijke, onvoorwaardelijke liefde voor zondaren, haters en spotters. Hoeveel te meer zal God nu vandaag zijn liefde willen betonen aan zijn kinderen?

vrijdag 11 december 2009

Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde

Psalm 141:5 (1)
“Slaat een rechtvaardige mij, het is liefde, kastijdt hij mij, het is olie voor mijn hoofd, die mijn hoofd niet zal weigeren. Zelfs rijst mijn gebed nog onder hun boze handelingen;”

Deze ene regel uit deze psalm heeft een heel rijke inhoud. Ik zal er twee dagen voor nemen om er iets over te schrijven. Ik probeer altijd in de Psalmen de Here Jezus te ontdekken. Er zijn heel veel profetische woorden verstopt als het ware in de psalmen, vooral in die van David. Deze regel lees ik alsof hij uit de mond van de Here Jezus komt. De Rechtvaardige die slaat is God de Vader, die het vonnis over de zonde aan Zijn Zoon gaat voltrekken. Daarom is dit slaan liefde. Het is geen liefdesuiting naar de Here Jezus, want Hij zal zijn hoofd niet weigeren, Hij zal de toorn dragen, nee, het is een liefdesuiting naar de wereld. God bewijst Zijn liefde aan de wereld door Zijn Zoon te geven. De Zoon bewijst Zijn liefde aan de Vader door zich beschikbaar te stellen. Zie je de diepte in dit vers ook?

donderdag 10 december 2009

Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven, de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.

Psalm 140:13
“Ik weet, dat de HERE het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen. Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven, de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.”

Het geding van de ellendige is berecht. Jezus heeft het volbracht. De pleitzaak van de armen is voltooid. Voor wie de genade van God heeft aangenomen, geldt dat de ellende en de armoede voorbij is. Geestelijk is alles volmaakt volmaakt geworden en het zal een uitwerking krijgen op je ziel en je lichaam. Voortaan heten we rechtvaardigen in plaats van ellendigen. Voortaan zijn we rijk in plaats van arm en dat in alle opzichten. We zijn Gods kinderen, huisgenoten en wonen voor altijd voor Zijn aangezicht.

woensdag 9 december 2009

Ik weet, dat de HERE het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen.

Psalm 140:12
“Ik weet, dat de HERE het geding van de ellendige berecht, de pleitzaak der armen. Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven, de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.”

‘Ik weet.’ Dat zijn krachtige woorden, die uitgesproken worden op momenten dat er kracht nodig is. Wanneer de vijand dreigt toe te slaan, wanneer je de depressie voelt opkomen, wanneer alles lijkt te mislukken, dan zijn dit krachtige woorden. De hamvraag is natuurlijk wat je dan zo zeker weet. Job zegt temidden van zijn ellende: ‘Dit weet ik, dat mijn verlosser leeft.’ Zo kunnen wij ook heel veel zeker weten: ‘Ik weet op wie ik mijn vertrouwen heb gesteld.’ ‘Ik weet dat God voor de uitkomst zal zorgen.’ ‘Ik weet, dat ik hiertegen bestand ben.’ ‘Ik weet, dat niets mij kan scheiden van Gods liefde.’ ‘Ik weet dat God voor mij is.’ Er zijn heel wat zekere zaken die je weet. De vraag is of je ze op het juiste moment bedenkt en toepast om staande te blijven.

dinsdag 8 december 2009

Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.

Psalm 139:18
”Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God, hoe overweldigend is haar getal. Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand; als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.”

Nadenken over God dat doen veel mensen, maar dan zijn dat je eigen gedachten. David denkt na over Gods gedachten en daarover verwondert hij zich. ‘Hoe kan God gedachten van liefde en trouw hebben tegenover falende mensen?’, dat is wat hij zich afvraagt. ‘Hoe kan God genadig zijn, als mijn gedrag zo onvolkomen is?’ Het kan niet anders of je moet ontdekken, dat Gods liefde en trouw niet afhankelijk zijn van ons gedrag. Wij kunnen Gods liefde voor ons niet verkleinen of vergroten. Gods liefde voor ons vindt zijn oorsprong in Gods hart. David zegt, en dat is dan een soort conclusie, die uit Gods genade voortkomt: ‘Als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.’ Het is maar hoe je kijkt: is God nog bij jou of ben jij nog bij God? Het maakt niet uit. God zal ons nooit begeven of verlaten. Hij is altijd bij ons, in ons, met ons en voor ons. Hij is nooit tegen ons en niets of niemand kan scheiding brengen tussen mij en Zijn liefde.

maandag 7 december 2009

Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.

Psalm 139:6
“Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, HERE, Gij kent het volkomen; Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.”

Gods goedheid is niet te peilen. Je kunt het aanvaarden en je verblijden. Genade is een onverdiende gunst. Liefde en genade zijn hetzelfde. Goddelijke liefde tenminste. Bij de menselijke liefde gaat het om wat krijg ik ervoor terug, maar de goddelijke liefde geeft. Omgeeft van voren en van achteren en omarmt je. En hoewel God je door en door kent en dus ook al je gebrekkigheden door en door kent, omgeeft Hij je van voren en van achteren en legt Hij zijn hand op je. Niet om je te arresteren, maar om je te bemoedigen. Het is alsof Hij zeggen wil: ‘Laat je niet in de war brengen door een vergissing, ik ken je, het komt goed, vertrouw Mij.’ Ja, dat soort liefde is te wonderlijk om te begrijpen, daar kan ik niet bij. Het is te verheven, maar o zo reëel.

zondag 6 december 2009

Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.

Psalm 139:3
“Van David. Een psalm. HERE, Gij doorgrondt en kent mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten; Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.”

Dit is een van de bekendste psalmen. We lezen hierin hoe intiem God ons kent, hoe betrokken Hij is bij ons leven. We hoeven Hem niets uit te leggen, want Hij weet het al. Ons leven is voor Hem geen geheim. Voor sommige mensen kan dat een schrikbeeld zijn, omdat ze dan meteen denken aan hun tekortkomingen en aan straf. Maar dat is nu juist niet de bedoeling. God kent ons volkomen en Hij weet dat we vanuit onszelf onvolmaakt zijn. De schuld en de straf daarvan heeft Hij weggenomen en zelf gedragen, dat is voorbij. Wat nu overblijft is dat we Gods oprechte liefde beantwoorden, door Hem te vertrouwen en te geloven dat Hij ons nooit zal veroordelen, nooit zal verlaten en dat Hij als een Vader, die weet wat zijn kinderen nodig hebben, overvloedig geeft. God houdt van ons, leeft met ons mee, maar neemt niet onze beslissingen. Het is onze eigen keuze of we Zijn vertrouwde omgang omarmen of afwijzen.

zaterdag 5 december 2009

Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord, Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.

Psalm 138:3
“Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord, Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel. Alle koningen der aarde zullen U, o HERE, loven, wanneer zij de woorden van uw mond gehoord hebben; zij zullen zingen van de wegen des HEREN, want de heerlijkheid des HEREN is groot.”

Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord. God antwoordt meteen, op hetzelfde moment dat een vraag wordt gesteld, geeft God antwoord. Maar soms wordt dat antwoord gehinderd, omdat onze oren niet op Hem zijn afgestemd. Er kan zelfs weken zitten tussen het uitzenden van het antwoord en de ontvangst. Daniël heeft dat meegemaakt, maar dat was wel uitzonderlijk. Tegen ons zegt God: ‘Bid en je zal ontvangen.’ Een keer bidden is genoeg, maar veel mensen geloven niet dat God antwoord geeft en bidden opnieuw. Ik ken maar een gebed, dat niet meteen werd beantwoord: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” Daar was stilte, maar eigenlijk hoefde dat gebed ook niet te worden beantwoord, want Jezus wist het antwoord al. Hij wist dat Hij verlaten zou worden en zou sterven en zou opstaan. Maar dat gebed staat er voor ons. Jezus liet weten dat onze verlatenheid door Hem is gedragen, opdat wij nooit zonder antwoord zouden hoeven zijn. Nooit zal God ons verlaten. Nooit hoeven we te roepen: “God, waar bent U toch?” Hij is altijd bij en in ons. Hij bemoedigt onze ziel met kracht. Zijn woord en Geest openbaren de antwoorden aan ons hart. Maar zijn we op Hem afgestemd? Of laten we Gods stem verstikken in het geluid van onze omstandigheden? De heerlijkheid des Heren is groot voor wie het zien en horen wil.

vrijdag 4 december 2009

Want Gij hebt, om uws grote naams wil, uw toezegging heerlijk gemaakt.

Psalm 138:2
“Van David. Ik zal U loven met mijn ganse hart, in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen. Ik zal mij nederbuigen naar uw heilige tempel en uw naam prijzen om uw goedertierenheid en trouw, want Gij hebt, om uws grote naams wil, uw toezegging heerlijk gemaakt.”

David is toch een heel bijzonder mens geweest. Als jongen leerde hij God kennen en overdacht Hem bij zijn schapen. Later als koning is dat niet veranderd. Hoewel hij zelf steeg op de matschappelijke ladder, bleef hij op God gericht. David is een van de weinigen uit het oude testament die zo volkomen met God leefde. Hij verheugde zich over Gods goedheid en hij loofde God temidden van de mensen. Hij schaamde zich niet voor het goede nieuws. En hoewel hij nog lang niet wist wat wij nu weten, kon de Heilige Geest hem gebruiken om liederen te maken die wij nu nog gebruiken. Het geheim van David was, dat hij in alles Gods grootheid zag. Hij was op God gericht en verheugde zich in Hem. Dat is door alle eeuwen heen nog steeds het beste om te doen.

donderdag 3 december 2009

Hem, die grote wonderen doet, Hij alleen

Psalm 136:4
“Hem, die grote wonderen doet, Hij alleen, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die met verstand de hemel schiep, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die de aarde op de wateren uitbreidde, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; die de grote lichten maakte, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; de zon tot heerschappij over de dag, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid; de maan en de sterren tot heerschappij over de nacht, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;”

Wij mensen hebben moeite met wonderen, want die kunnen we niet verklaren. En als de wetenschap er geen raad mee weet, wordt al snel gedacht dat het wonder helemaal niet gebeurd is. Zo is het ook met de schepping. De wetenschap heeft bedacht dat een oerknal de oorsprong is van hemel en aarde en dat er van een God helemaal geen sprake is. Zou dat de reden zijn dat de Heilige Geest in deze psalm regel voor regel uitlegt welke wonderen God gedaan heeft? Gisteren was het God is goed, vandaag is het: God is Schepper, Hij alleen.

woensdag 2 december 2009

Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.

Psalm 136:1
“Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Looft de God der goden, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Looft de Heer der heren, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.”

Deze psalm heeft 26 verzen en elk vers eindigt met de woorden: ‘Want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.’ Het lijkt wel of de Heilige Geest heeft aangevoeld, dat we dit maar moeilijk geloven. De eerste zin is kort en duidelijk: ‘Looft de HERE, want Hij is goed.’ Dus niet: Hij is af en toe goed, Hij is soms goed, Hij is voor sommigen goed, of iets dergelijks; nee, God is goed. Punt uit. Alles wat uit Gods hand en mond komt is goed. Dus alles wat kwaad of verkeerd is, komt niet van God. Dat is de strekking. God is niet de auteur van het kwaad. Ook heeft God met de duivel geen afspraakje over hoe ver hij mag gaan. Nee, God is goed en het goede komt van God, want zijn goedertietrenheid is tot in eeuwigheid en is niet afhankelijk van hoe wij ons gedragen. Halleluja. God is goed.

dinsdag 1 december 2009

Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.

Psalm 135:18
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

De tekst van vandaag is de afsluiting van een serie van drie dagen. We hebben nagedacht over wat er in het hart van mensen leeft. Is het goud en zilver en prestatie, of is het God? Wat ademt je leven uit, dood of leven? Waar ben je op gericht, op jezelf of op God? De keuze is heel belangrijk, want wat je maakt dat word je. Wie zich met de dood voedt, gaat dood, maar wie zich met het leven voedt, leeft. Nogmaals, het gaat er niet over wat wij allemaal voor God kunnen doen, maar wat Hij voor ons heeft gedaan. Hem kennen betekent leven. Zijn genade is genoeg. Door op Hem gericht te zijn, gaan we steeds meer op Hem lijken.

maandag 30 november 2009

Ook is er geen adem in hun mond.

Psalm 135:17
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

Wat triest als je een mond hebt, maar niet kan spreken, ogen hebt, die niet zien en oren die niet horen. De Here Jezus kwam zulke mensen tegen en Hij verweet hen de hardheid van hun hart. Want dat is het als je oren en ogen het niet doen. Het is als een auto zonder motor of een mens zonder adem. En dat is nu juist waar het hier om gaat. De adem van God moet uit onze mond komen. De ruach van God, Zijn Geest die leven brengt en levend maakt. Die maakt het verschil. Je kunt meteen horen of iemand die adem heeft, want die zal altijd leven openbaren en dat leven is Christus. Wie de levende God kent en Zijn Geest heeft ontvangen, is levend geworden en gaat spreken, waardoor ook anderen gaan leven. Een mond heeft iedereen, maar een mond die ademt, is van iemand die leeft.

zondag 29 november 2009

De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden.

Psalm 135:15
“De afgoden der heidenen zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden. Zij hebben een mond, maar spreken niet, zij hebben ogen, maar zien niet, zij hebben oren, maar horen niet, ook is er geen adem in hun mond. Wie hen maakten, zullen worden als zij, allen die op hen vertrouwen.”

Over deze verzen zullen we drie dagen nadenken. Vandaag staan we stil bij wat mensen belangrijk vinden: goud en zilver en het werk van mensenhanden. Dat is waar iedereen over spreekt, daar is ons hart van nature vol van. Hoe groot is je bankrekening en wat presteer je allemaal? Geen wonder dat die dingen afgoden zijn geworden voor de mensen. Het zijn pronkgewaden, waarmee we indruk willen maken. We willen ons een naam maken door wat we hebben en kunnen. Bij God telt dit alles niet. Bij God gaat het niet om wat wij hebben en kunnen, maar om wat Hij heeft en kan. Ware godsdienst is niet langer jezelf zoeken, maar God, die ons alles rijkelijk geschonken heeft uit genade. Opdat niemand zou roemen. Dus wil je God grootmaken, kom dan niet aan met je prestaties en je bezit, maar ga naar God met een hart vol dankbaarheid en bewondering om alle goedheid en genade die Hij schenkt.

zaterdag 28 november 2009

Want de HERE doet zijn volk recht, over zijn knechten ontfermt Hij Zich.

Psalm 135:14
“O HERE, uw naam is tot in eeuwigheid, HERE uw gedachtenis is van geslacht tot geslacht. Want de HERE doet zijn volk recht, over zijn knechten ontfermt Hij Zich.”

Weer een paar heerlijke verzen die de Heer centraal stellen. Uw naam, uw gedachtenis is tot in eeuwigheid. Zoveel mensen hebben het steeds over hun eigen daden en stellen zichzelf centraal. Maar de werkelijkheid is, dat het leven niet om ons draait, maar om Hem die het leven geeft. Hij heeft zijn volk recht gedaan. Dat wil zeggen, dat Hij dat recht aan zichzelf heeft voltrokken. Als ons recht werd gedaan, zouden we veroordeeld worden, maar Hij heeft dat op zich genomen en daardoor ons Zijn recht verleend. Wanneer je gaat begrijpen wat Jezus uit genade gedaan heeft, ga je ook snappen dat alles om Hem draait en niet om ons. Hij heeft ons recht gedaan en dat zal in gedachtenis blijven van geslacht op geslacht. Hij is degene die zich over ons heeft ontfermd en daarom is alle aandacht en eer voor Hem.

vrijdag 27 november 2009

De HERE heeft David een dure eed gezworen, waarop Hij niet terugkomt:

Psalm 132:11
“De HERE heeft David een dure eed gezworen, waarop Hij niet terugkomt: Een van uw lijfelijke zonen zal Ik op uw troon zetten. Als uw zonen mijn verbond houden en mijn getuigenis, die Ik hun leer, dan zullen ook hun zonen voor immer op uw troon zitten.”

‘Een van uw lijfelijke zonen’, dat is de Here Jezus. Hij is Davids Zoon waarover God sprak met David. Hij zal voor eeuwig op de troon zitten en namens God de hele aarde en de hemel besturen. Het was een dure eed, want het kostte Hem zijn leven. Maar nu heeft Hij daardoor vele zonen tot heerlijkheid gebracht. Wij mogen met Hem regeren op Zijn troon. Hij deelt Zijn heerschappij met ons, de gelovigen die Zijn lichaam vormen. Wij bezitten de autoriteit van Zijn naam voor eeuwig.

donderdag 26 november 2009

Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.

Psalm 130:8
“Ik verwacht de HERE, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord; mijn ziel wacht op de Here, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen. Israel hope op de HERE, want bij de HERE is goedertierenheid, bij Hem is veel verlossing; Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.”

‘Hij zelf zal Israël verlossen.’ Dat is het kenmerkende van Gods genade, dat Hij zegt: ‘Ik zal.’ Bij het oude verbond was het steeds: ‘Gij zult.’ Maar niemand is in staat God de losprijs voor zijn leven te betalen. Hoewel er nog steeds mensen zijn die daar heel erg hun best voor doen, is de werkelijkheid dat God alleen in staat was ons te verlossen en dat heeft Hij gedaan. Het is volbracht. Wij kunnen nu zeggen: ‘God zelf heeft ons verlost van al onze ongerechtigheden.’ En hoewel niemand foutloos is, zal God onze zonden niet langer gedenken, want ze zijn eens voor altijd verzoend, betaald, vereffend, weggedaan. Het is volbracht. Waar we nu nog als wachters op de morgen naar uitzien is de prachtige, glorieuze wederkomst van onze Heer. Wanneer Hij verschijnt in al Zijn volheid, zullen wij Hem gelijk zijn. Wij zullen met Hem verschijnen in heerlijkheid. Niet langer uitzien naar verlossing, maar uitzien naar de volkomen openbaring van al Gods glorie en heerlijkheid.

woensdag 25 november 2009

Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!

Psalm 126:2
“Een bedevaartslied. Toen de HERE de gevangenen van Sion deed wederkeren, waren wij als degenen die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, onze tong met gejuich. Toen zeide men onder de heidenen: De HERE heeft grote dingen bij hen gedaan!”

Na de tweede wereldoorlog werden de kampgevangenen bevrijd. Als magere skeletten kwamen ze naar buiten, uitgemergeld en zo goed als dood. En de wereld zag met eigen ogen wat de vijand had aangericht. ‘Dat nooit meer’, werd er gezegd. Toen Israël werd bevrijd uit Babel, zagen ze er beter uit dan de slachtoffers uit de oorlog, maar de vreugde was er niet minder om. Maar de grootste bevrijding vond plaats zonder dat iemand het zag. Miljoenen mensen werden voor eeuwig bevrijd door de dood en de opstanding van Christus. Het evangelie is zo goed, dat velen moeite hebben het te geloven. Maar als het gaat doordringen wat God gedaan heeft, vervult het onze mond met lachen en onze tong met gejuich. De Here heeft grote dingen gedaan! Zelfs de heidenen merken het verschil en spreken ervan.

dinsdag 24 november 2009

Want de scepter der goddeloosheid zal niet blijven rusten op het erfdeel der rechtvaardigen

Psalm 125:3
“Rondom Jeruzalem zijn bergen; zo is de HERE rondom zijn volk van nu aan tot in eeuwigheid. Want de scepter der goddeloosheid zal niet blijven rusten op het erfdeel der rechtvaardigen, opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken naar onrecht.”

Paulus schrijft, dat we vroeger slaven waren van de zonde en dat de zonde als koning over ons heerste. Dat is verleden tijd. De scepter der goddeloosheid heerst niet langer over ons, want ons erfdeel is Christus de Rechtvaardige. Zijn erfdeel is ons gegeven; door Zijn verlossingswerk aan het kruis en Zijn opstanding uit de dood, zijn wij voor eeuwig verlost uit de macht van de zonde. Niet langer hebben we te doen wat de goddeloosheid eist, maar we zijn vrij om onze Heer te volgen in het goede. Christus heeft ons Zijn erfdeel en gerechtigheid gegeven. Het is nu aan ons om uit die volheid van genade te leven.

maandag 23 november 2009

Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Psalm 121:2
“Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren. Zie, de Bewaarder van Israel sluimert noch slaapt.”

Een bedevaartslied, dat gezongen werd op weg naar Jeruzalem. Maar dan moest je wel door die gevaarlijke bergen vol gevaar. Wie zal je helpen? Een psalm om jezelf moed in te zingen door de waarheid uit te spreken. De dreiging kan nooit groter zijn dan de belofte van God om te helpen. Hij is de almachtige schepper, Hij is mijn helper, Hij is mijn Vader. Wij hoeven niet meer naar God toe te gaan, Hij is naar ons gekomen en woont in ons door de Heilige Geest. Wanneer ons leven wordt bedreigd, mogen we weten en uitspreken dat we in Hem meer dan overwinnaar zijn. Vervolging of benauwdheid kunnen ons niet scheiden van de liefde van God. Wanneer we ons overgeven aan die liefde, zijn we onaantastbaar.

zondag 22 november 2009

Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking.

Psalm 119:99
“Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij. Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. Ik heb meer inzicht dan de ouden, want ik bewaar uw bevelen.”

De wijsheid van God is ons gegeven door de Heilige Geest. De diepste geheimen van Gods hart worden ons daardoor geopenbaard. Geen menselijke kennis kan daar tegenop. De wijsheid van de wereld is dwaasheid bij God. Wanneer wereldse gedachten zich opdringen, zet Gods waarheid alles in het licht. Wanneer ons gevoel ons aanklaagt, is er Gods wijsheid om dat te herstellen. Gods wijsheid is net als de waarheid een persoon. Het is Jezus zelf, die Gods wijsheid en waarheid is. Hij is aan ons gegeven en woont in ons door de Heilige Geest. We zijn door Hem en in Hem wijzer en verstandiger en hebben veel meer inzicht dan de grootste geleerden van deze aarde. De vraag is: waarmee voed je je gedachten?

zaterdag 21 november 2009

Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen.

Psalm 119:89
“Voor eeuwig, o HERE, houdt uw woord stand in de hemelen. Van geslacht tot geslacht is uw trouw, Gij hebt de aarde gegrond, zodat zij staat; Naar uw verordeningen staan zij heden ten dage, want zij alle zijn uw knechten.”

God is van eeuwigheid dezelfde en Zijn woord houdt eeuwig stand. De aarde verandert, de tijden veranderen, de opvattingen en meningen van mensen veranderen, maar de waarheid blijft altijd de waarheid. In alle tijden en onder alle omstandigheden kun je vasthouden aan Gods uitspraken en beloftes. Hij is door en door betrouwbaar voor alle geslachten.

vrijdag 20 november 2009

Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen.

Psalm118:24
“Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. Och HERE, geef toch heil, och HERE, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des HEREN; wij zegenen u uit het huis des HEREN.”

De dag des heils is aangebroken. De tijd van herstel is in volle gang. Dit is de dag die de Here gemaakt heeft. Een dag dat de gebondenen vrij zijn, de blinden gaan zien en de gebukten worden opgericht, het aangename jaar des Heren. Toch blijven er mensen roepen: ‘Och Here geef toch heil, geef toch voorspoed!’ Dat moet vreemd klinken in de oren van Iemand die alles heeft gegeven. Nee, in plaats van smeken om heil, brengen we heil. Geen zegen vragen, maar zegen geven, omdat we zelf overvloedig gezegend zijn. Vanuit Gods huis kunnen we in deze dag des heils iedereen tegemoet treden met zegen.

donderdag 19 november 2009

Van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.

Psalm 118:23
“Ik loof U, omdat Gij mij geantwoord hebt en mij tot heil geweest zijt. De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden; van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.”

Profetisch zien we hier de dankbaarheid van de Here Jezus voor het feit dat God de Vader Hem tot heil is geweest, door Hem te laten opstaan uit de dood. De steen die versmaad werd aan het kruis, werd een hoeksteen door de opstanding. En dan komt die prachtige zin: ‘Van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen.’ Niet omdat iemand iets verdiende, maar geheel vanuit Gods liefde heeft Hij zijn genade getoond. Het is alles uit Hem en door Hem en tot Hem. Uit genade zijn we behouden en uit genade groeien we op. Geen oordeel, geen dreiging, geen straf, alleen maar liefde. Wonderlijk.

woensdag 18 november 2009

Dit is de poort des HEREN, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen.

Psalm 118:20
“De HERE heeft mij zwaar gekastijd, maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven. Ontsluit mij de poorten der gerechtigheid, ik zal daardoor binnengaan, ik zal de HERE loven. Dit is de poort des HEREN, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen.”

Deze psalm openbaart de weg naar gerechtigheid. Het is een poort die door de Here Jezus is geopend. Dwars door de dood moest Hij gaan om die weg voor ons te ontsluiten. De Here Jezus is zwaar gekastijd, maar Hij deed het met vreugde, omdat Hij wist dat de poort der gerechtigheid daardoor zou opengaan. En wie mogen er nu binnengaan? De rechtvaardigen! Maar er is toch niemand rechtvaardig voor God? Niet in jezelf vind je de rechtvaardigheid, maar wel in Christus. Hij heeft jou rechtvaardig gemaakt door Zijn zware kastijding. Wat een liefde.

dinsdag 17 november 2009

Ik zal niet sterven, maar leven en ik zal de daden des HEREN vertellen.

Psalm 118:17
“De HERE is mijn sterkte en mijn psalm, Hij is mij tot heil geweest. Hoort! jubellied en zegezang in de tenten der rechtvaardigen: De rechterhand des HEREN doet krachtige daden, de rechterhand des HEREN verhoogt, de rechterhand des HEREN doet krachtige daden! Ik zal niet sterven, maar leven en ik zal de daden des HEREN vertellen.”

De rechterhand des Heren staat hier in het middelpunt. We weten allemaal wie daar is aan de rechterhand van de Vader. Hij is mij tot heil geweest. De krachtige daden zijn volbracht. We zijn verhoogd uit de vernedering, verlost uit de dood en uit de macht van de zonde. Ik zal niet sterven maar leven. Alles in dit gedeelte draait om wat Jezus heeft gedaan en om wat de gevolgen ervan zijn. Daarom is er jubellied en zegezang. Laten we stoppen onszelf in het middelpunt te plaatsen en vanaf nu alleen spreken over de rechterhand des Heren, die ons zoveel vreugde heeft gebracht.

maandag 16 november 2009

Kostbaar is in de ogen des HEREN de dood van zijn gunstgenoten.

Psalm 116:15
“De beker der verlossing zal ik opheffen, ik zal de naam des HEREN aanroepen. Mijn geloften zal ik de HERE betalen, in de tegenwoordigheid van al zijn volk. Kostbaar is in de ogen des HEREN de dood van zijn gunstgenoten.”

Jezus Christus heeft de beker der verlossing opgeheven en met Hem zijn wij gestorven als zondaren. Het vonnis is voltrokken en nu zijn we voor eeuwig vrij van schuld en straf. Met Christus opgestaan uit de dood zijn we opnieuw geboren, nieuwe scheppingen. Het is kostbaar voor God dat wij, zijn gunstgenoten, gestorven zijn. Dat betekent dat de boze geen rechten meer kan doen gelden op ons leven. We zijn onder een nieuwe heerschappij, die van de gerechtigheid. Het is een belediging voor God als we onszelf zondaren blijven noemen, terwijl we zonen en dochters van de gerechtigheid zijn geworden. God heeft ons heilig en rechtvaardig verklaard voor eeuwig. De dood van Christus was en is kostbaar voor God, maar veel christenen vinden hun zonden belangrijker dan de genade de ze allemaal voor eeuwig heeft weggedaan.

zondag 15 november 2009

Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt;

Psalm 116:10
“Keer weder, mijn ziel, tot uw rust, omdat de HERE u heeft welgedaan. Want Gij hebt mijn leven van de dood gered, mijn oog van tranen, mijn voet van aanstoot. Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEREN in de landen der levenden. Ik heb geloofd, zelfs toen ik sprak: Ik ben zeer verdrukt; toen ik in mijn angst zeide: Alle mensen zijn leugenachtig.”

Wanneer alles lijkt te mislukken en vrienden je verlaten, wanneer je voor de dood staat en je haters je bespotten, dan is het moeilijk om tot je ziel te zeggen: ‘Keer weder, mijn ziel, tot uw rust.’ De Here Jezus heeft dit gedaan. In Getsémané, toen de angst ondraaglijk werd, bracht Jezus zichzelf terug in de rust en gaf zich over om gekruisigd te worden. Zijn gedachte was: ‘Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEREN in de landen der levenden.’ Niet de dood heeft het laatste woord. Dat is de kracht van geloof, om in moeilijke momenten staande te blijven, rustig te blijven, omdat je weet dat je zal leven. Laat je oog ook hierin alleen gericht zijn op Jezus, Hij is de leidsman van het geloof.

zaterdag 14 november 2009

De HERE heeft onzer gedacht; Hij zal zegenen

Psalm 115:12
“De HERE heeft onzer gedacht; Hij zal zegenen, Hij zal zegenen het huis Israels, Hij zal zegenen het huis van Aaron; Hij zal zegenen wie de HERE vrezen, kleinen zowel als groten.”

Onze Vader is een bron van zegen. Hij zegent niet omdat we het verdienen, maar omdat we door Hem gerechtvaardigd zijn. Hij houdt van ons, daarom zegent Hij. De vloek die door de zonde op aarde is gaan heersen, heeft Hij op zich genomen en vernietigd. Nooit meer zal er veroordeling zijn voor wie in Christus is. Wij kunnen geen aanspraak maken op zegen, maar wel uit genade ontvangen wat God ons geschonken heeft. Uit liefde zijn we vrijgesproken van schuld en straf. Uit liefde ontvangen we genade op genade. De bron is God zelf. Hij heeft besloten ons te zegenen, omdat we uit Hem geboren zijn. We zijn Zijn kinderen, daarom zegent Hij. Hij denkt voortdurend aan ons welzijn en heeft ons met Christus alle dingen geschonken. Genade kun je niet verdienen en niet kwijtraken. Genade is een liefdesdaad van God aan ieder die gelooft.

vrijdag 13 november 2009

Die de onvruchtbare huisvrouw doet wonen als een blijde moeder van kinderen. Halleluja.

Psalm 113:9
“Die de geringe opricht uit het stof, de arme omhoog heft uit het slijk, om hem te doen zitten bij de edelen, bij de edelen van zijn volk; die de onvruchtbare huisvrouw doet wonen als een blijde moeder van kinderen. Halleluja.”

Hier zie je het hart van God. De geringe en onvruchtbare wordt omhoog getrokken en tot een edele gemaakt. Hetzelfde is gebeurd met ons christenen. We waren dood, maar werden levend. We hadden geen vrucht voor God, maar nu dragen we steeds meer vrucht in Hem. De onvruchtbare vrouw als beeld van de Gemeente, maar evengoed als een beeld van het volk Israël, wordt een blijde moeder, die steeds meer kinderen voortbrengt. Daarom is het Halleluja volkomen terecht: Prijs de Heer.

donderdag 12 november 2009

Wie is als de HERE, onze God

Psalm 113:5
“Wie is als de HERE, onze God, die zeer hoog woont, die zeer laag neerziet, in de hemel en op de aarde?”

Het antwoord is niemand. God is zeer hoog verheven en is zeer laag neergedaald op aarde. De goddelijke ruil blijft je elke dag verbazen. Omdat Hij zeer laag, tot in het dodenrijk, is geweest, zijn wij met Hem opgetrokken tot in de hemel der hemelen. Daar waar God troont vindt ons leven nu haar oorsprong. ‘Wanneer we Hem zien, zullen we Hem gelijk wezen’, schrijft Johannes. En dezelfde apostel schrijft: ‘Zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld.’ Wie is als de Here onze God? Niemand, of toch? God heeft ons in Zijn grote genade aan Hem gelijk gemaakt. Mijn verstand kan dat niet vatten. Mijn opvoeding sputtert tegen. Maar Gods woord is er duidelijk over. We zijn even rechtvaardig, hebben evenveel liefde, kunnen net zo genadig zijn als onze God. Daar word ik stil van.

woensdag 11 november 2009

Zijn hart is standvastig, hij vreest niet, terwijl hij met vreugde op zijn vijanden ziet.

Psalm 112:8
“Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent, die zijn zaken recht behartigt; want hij zal nimmer wankelen, tot eeuwige gedachtenis zal de rechtvaardige zijn. Voor een kwaad gerucht zal hij niet vrezen, zijn hart is gerust, vol vertrouwen op de HERE; zijn hart is standvastig, hij vreest niet, terwijl hij met vreugde op zijn vijanden ziet.”

Gods koninkrijk werkt precies andersom dan de wereld. Ontfermen en uitlenen, eerlijk je zaken doen en nooit falen, kom er maar eens om in deze wereld. Maar bij God is het heel normaal en dat moet het ook voor ons zijn. We hebben de Geest van Christus. Hij liet zien wat leven in het licht betekent. Hij was standvastig, vreesde niemand en zag met vreugde op zijn vijanden, omdat Hij wist dat Hij overwinnaar zou zijn. Wij kunnen net als Jezus leven met een gerust hart, vol vertrouwen op de Here. Wanneer we beseffen dat de strijd al gestreden is, kunnen we rusten in het volbrachte werk van Jezus. Ontfermen en uitlenen is wegggeven. Het is het zaad van Gods koninkrijk. Daardoor groeit de liefde op aarde.

dinsdag 10 november 2009

Hij heeft voor zijn wonderen een gedachtenis gesticht

Psalm 111:4
“Hij heeft voor zijn wonderen een gedachtenis gesticht; genadig en barmhartig is de HERE. Hij gaf spijze aan wie Hem vrezen, en gedenkt voor eeuwig zijn verbond.”

Wat is het grootste wonder dat God heeft gedaan? Waar zal tot in eeuwigheid over worden gesproken? Het is het wonder van de Here Jezus, dat Hij stierf voor de schuld van de wereld en opstond voor hun rechtvaardiging. Een wonder van genade en liefde. Een wonder met eeuwige gevolgen. Voor eeuwig heeft Hij verlossing gebracht en voor eeuwig zal Zijn naam worden genoemd. In de naam van Jezus buigen hemel en aarde zich neer. Een eeuwig verbond heeft God gesloten met ieder die gelooft. Jezus zelf is onze spijze geworden, ons eten en drinken, ons leven. Ja, Gods gedachtenis bestaat uit geredde mensen, die voor eeuwig Zijn bruid zullen zijn en met wie Hij voor eeuwig zal leven.

maandag 9 november 2009

Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij voerde hen uit hun angsten;

Psalm 107:28
“Toen riepen zij tot de HERE in hun benauwdheid, en Hij voerde hen uit hun angsten; Hij maakte de storm tot een zacht suizen, zodat de golven stil werden. Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen, en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte. Dat zij de HERE loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen;”

God heeft al heel veel mensen geholpen die in hun benauwdheid tot Hem riepen. We kennen allemaal de vele voorbeelden uit de Bijbel. Jozef, David, Daniël, Jona, om er maar een paar te noemen. God is een Helper. Hij is een Voorziener. Angst is niets anders dan geloof in het kwade. Terwijl de goede God je Zijn liefde heeft bewezen, ben je nog steeds beïnvloedbaar door het negatieve. Redeneringen van mensen die tegenover Gods waarheid staan, beïnvloeden ons denken. Roepen tot God is goed, maar dan moet je ook geloven dat Hij je heeft gehoord en zal voorzien. Na het roepen moet er rust zijn. Mijn Vader weet het nu en zal komen. Het is net als wanneer je met panne langs de weg staat en je belt de Wegenwacht. De hulp zal komen. Misschien moet je even geduld hebben, maar je weet dat je gebeld hebt en dat is genoeg.

zondag 8 november 2009

Indien Mozes, zijn uitverkorene niet voor Hem in de bres had gestaan

Psalm 106:23
”Toen zeide Hij, dat Hij hen zou verdelgen; indien Mozes, zijn uitverkorene niet voor Hem in de bres had gestaan om zijn grimmigheid af te wenden, zodat Hij hen niet verdierf. Zij versmaadden het kostelijke land, zij geloofden zijn woord niet; zij morden in hun tenten, zij luisterden niet naar de stem des HEREN.”

Wat een boosheid en ongeloof spreekt er uit deze woorden. Vier dingen worden genoemd die stuk voor stuk een reden zijn om Gods toorn te verdienen. Morren, mopperen, kwaadspreken, niet luisteren, niet tevreden zijn, kortom mensen zonder geloof. Het gevoel van depressie krijgt de overhand. Zelfmedelijden verblindt de waarheid. Het is geen ziekte, maar een houding ten opzichte van God en Zijn woord. Indien Mozes niet in de bres had gestaan, zou God hen vernietigd hebben. Maar Mozes stond wel in de bres en het volk bleef in leven. Toch heeft het merendeel zijn bestemming niet bereikt. Ondanks de genade en de voorbede van Mozes, bleven hun harten verhard. Zelfs Mozes ging eraan ten gronde, ook hij werd erdoor beïnvloed en liet zich gaan. Paulus roept ons op om alles te bedenken wat waar en waardig is. Dan zal Gods vrede, die heilzaam is, over je gedachten gaan heersen en je leven zegenen.

zaterdag 7 november 2009

Hij gaf hun wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren.

Psalm 106:15
”Doch spoedig vergaten zij zijn daden en wachtten niet op zijn raad; zij werden met lust bevangen in de woestijn en verzochten God in de wildernis. Hij gaf hun wat zij begeerden, maar henzelf deed Hij wegteren.”

Begeren is een groot kwaad. Het betekent dat je niet gelooft dat God goed voor je zorgt. ‘Had ik maar …’ of ‘Was ik maar …’ laten zien, dat je niet gelooft op de plaats van zegen te zijn. In deze tekst zie je het volk Israël op weg naar het beloofde land. God had hen met sterke arm uit Egypte bevrijd, alle tegenstanders waren verslagen. ‘Doch spoedig vergaten zij Zijn daden en wachtten niet op Zijn raad.’ Een Bijbel was er nog niet in die tijd, maar God zelf was met hen in de vorm van de wolkkolom en de vuurkolom. Dag en nacht werden ze zo herinnerd aan Zijn aanwezigheid. En toch waren ze niet tevreden. Lust en begeerte kregen de overhand. ‘Egypte was toch beter, zeker wat het eten betreft’, dat was wat ze dachten en bespraken. ‘Waar zullen we uitkomen als we zo doorgaan?’ Ongeloof komt door foute redeneringen. ‘En daarna’, zegt Jakobus, ‘als deze gedachten worden bevrucht, baren ze de dood.’ We hebben een vrije wil gekregen, om zelfs te kiezen wat ons vernietigen zal. Dat is niet Gods wil voor ons leven. Wees tevreden en heb geloof. Je Vader in de hemel weet wat je nodig hebt en zal het ook geven.

vrijdag 6 november 2009

Toen geloofden zij zijn woorden, zij zongen zijn lof.

Psalm 106:12
“Hij dreigde de Schelfzee, en zij verdroogde, Hij deed hen gaan door de waterdiepten als door een woestijn. Hij verloste hen uit de macht van de hater, en bevrijdde hen uit de macht van de vijand; want de wateren bedekten hun tegenstanders, niet een van hen bleef over. Toen geloofden zij zijn woorden, zij zongen zijn lof.”

Let op het woordje ‘toen’. Dat was veel te laat. God had daarvoor al gesproken wat Hij zou doen, maar het ongeloof had de overhand. Daarom was er de angst en de paniek bij het eerste obstakel op weg naar Kanaän. Het is makkelijk om achteraf te geloven en dankbaar te zijn, maar dat is geen uiting van geloof. Geloof richt zich op wat God heeft beloofd. Geloof ziet dwars door alle obstakels Gods woord en Zijn trouw. Geloof zegt tegen obstakels: ‘Ga opzij.’ God heeft uit genade een uitweg gegeven uit Egypte, het pad door de zee was een genadedaad van God. Zo heeft Hij Israël bevrijd van hun vijanden. Maar hoewel zij de Egyptenaren dood en verslagen voor hun ogen zagen drijven, bleef de angst in hun hart zitten. Er zouden immers nieuwe vijanden komen, nieuwe tegenslagen opdoemen. Ze geloofden dat ze zouden omkomen in de woestijn en dat is om die reden ook gebeurd. Angst en twijfel aan Gods woord (dat is hetzelfde), zorgen ervoor dat je omkomt, dat je het beloofde niet ontvangt. Angst en twijfel worden gezaaid, net als Gods woord. Waar vul je je gedachten mee? Wat je gelooft, bepaalt of je Gods toegezegde zegen ontvangt of niet.

donderdag 5 november 2009

Maar Hij verloste hen om zijns naams wil, om zijn kracht bekend te maken.

Psalm 106:8
“Onze vaderen in Egypte sloegen geen acht op uw wonderen, zij gedachten niet aan uw talrijke gunstbewijzen, doch waren weerspannig bij de zee, bij de Schelfzee. Maar Hij verloste hen om zijns naams wil, om zijn kracht bekend te maken.”

De plagen in Egypte waardoor God zijn volk verloste, worden hier wonderen genoemd. Het waren Gods gunstbewijzen, dat wil zeggen dat God op die manier liet zien, dat Hij voor hen was en niet tegen hen. De reactie was ongeloof, vergeetachtigheid (nogal snel) en angst. Allemaal uitingen van zelfzucht en egocentrisch gedrag. En dan is Gods reactie dat Hij hen verlost, opnieuw. De zee gaat open (wat een wonder) en God laat zijn kracht zien. Ook voor ons heeft God zijn kracht laten zien, door dwars door de dood een weg te maken naar nieuw leven. Dezelfde kracht waarmee Jezus opstond uit de dood is nu in ons. Toch zingen veel christenen nog steeds uit volle borst: ‘Laat uw kracht zien.’ Dat zijn uitingen van vergeetachtigheid, maar om Zijns Naams wil rekent God deze zonde niet toe. Laten we stoppen met ongeloof en angst door onze blik te richten op Hem, die in ons Zijn kracht heeft vrijgezet.

woensdag 4 november 2009

Welzalig zij, die het recht onderhouden, die te allen tijde gerechtigheid doen.

Psalm 106:3
“Halleluja. Looft de HERE, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. Wie kan de machtige daden des HEREN uitspreken, al zijn lof doen horen? Welzalig zij, die het recht onderhouden, die te allen tijde gerechtigheid doen.”

Dit lijkt een onmogelijkheid, te allen tijde gerechtigheid doen. Dat betekent dat je je niet een keer mag vergissen. Dat lukt ons nog geen uur. Wat is de Here Jezus dan een geweldig toegewijd mens geweest. Hij leefde 33 jaar op aarde zonder ook maar een keer te zondigen. Alles wat Hij deed was rechtvaardig en goed. Hij alleen heeft het recht onderhouden. En juist Hij werd gedood vanwege de zonde en de ongerechtigheid van de wereld. ‘Opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem’, schrijft Paulus. Zie je wat er staat? Wij zijn gerechtigheid geworden. We doen het niet, maar we zijn het. Dat betekent dat het nooit meer veranderen zal. Het detail wat je niet mag missen is, dat we de gerechtigheid van God zijn IN HEM. God heeft ons de gerechtigheid van Christus geschonken. Nu kunnen we voor altijd welzalig zijn.

dinsdag 3 november 2009

Raakt mijn gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen kwaad.

Psalm 105:15
“Toen zij weinige mensen in getal waren, een kleine schare en vreemdelingen daarin, en van volk tot volk trokken, van het ene koninkrijk tot de andere natie, gedoogde Hij niet, dat enig mens hen verdrukte, en bestrafte Hij koningen om hunnentwil: Raakt mijn gezalfden niet aan, en doet mijn profeten geen kwaad.”

Vaak wordt deze tekst misbruikt door leiders die hun gezag willen afdwingen en geen kritiek dulden. De gezalfden des Heren zijn allen die Zijn Geest hebben ontvangen. Elk kind van God is een gezalfde en behoort profetisch te zijn, dat wil zeggen, dat zij de woorden van God bekendmaken. God heeft ons allen de kracht van Zijn naam gegeven. Daar kan geen vijand tegenop. We kunnen door de vijand beproefd worden, maar God gedoogt niet dat het boven vermogen zal zijn. Hij zal zorgen dat er altijd een uitkomst is en dat we ertegen bestand zijn. Beproevingen komen niet van God, het zijn geen examens om aan te tonen wat we al geleerd hebben, of om ons iets te leren. God voedt op door Zijn woord. En door datzelfde woord worden we beschermd en bewaard.

maandag 2 november 2009

Gij hebt een grens gesteld, die zij niet overschrijden: zij zullen de aarde niet weer bedekken.

Psalm 104:9
“Hij heeft de aarde op haar grondslagen gevestigd, zodat zij nimmermeer wankelt. De waterdiepte; Gij hebt haar als met een kleed bedekt, boven de bergen stonden de wateren; zij vloden voor uw dreigen, zij haastten zich weg voor de stem van uw donder; bergen rezen op, dalen zonken neer op de plaats waar Gij hun grondslag hebt gelegd. Gij hebt een grens gesteld, die zij niet overschrijden: zij zullen de aarde niet weer bedekken.”

God heeft grenzen gesteld. Grenzen voor het water, er zal geen zondvloed meer zijn. Dat betekent niet dat elke beweging van het water nu door God wordt aangestuurd. Jezus moest de zee en de storm tot bedaren brengen, maar zij gaan niet buiten Gods grenzen. Er is slechts een ding waaraan geen grens is gesteld en dat is Gods liefde en genade. Die is voor iedereen altijd beschikbaar. Of we erdoor gezegend worden, hangt echter af van onszelf. Net zoals de storm en de zee kunnen worden beïnvloed door kwade machten, kunnen wij dat ook. Maar wij hebben een eigen wil, wij kunnen tegen elke macht zeggen: ‘Tot hier en niet verder.’ En in de naam van Jezus zullen ze luisteren en gehoorzamen, want die grens heeft God ook gesteld.

zondag 1 november 2009

Looft de HERE, al zijn werken, aan alle plaatsen zijner heerschappij.

Psalm 103:22
“De HERE heeft zijn troon in de hemel gevestigd, zijn koningschap heerst over alles. Looft de HERE, gij zijn engelen, gij krachtige helden die zijn woord volvoert, luisterend naar de klank van zijn woord. Looft de HERE, al zijn heerscharen, gij zijn dienaren, die zijn wil volbrengt. Looft de HERE, al zijn werken, aan alle plaatsen zijner heerschappij. Loof de HERE, mijn ziel.”

De laatste keer een stukje uit Psalm 103. Wanneer je gezien hebt dat God genadig is en een ontfermer, dat Hij een Vader is die Zijn kinderen liefheeft, ondanks hun aardse gebreken, dan past alleen nog aanbidding. Al zijn werken aan alle plaatsen zijner heerschappij, je kan ook zeggen: iedereen en overal moet God loven. Alles wat adem heeft, alles wat leeft, alles is geschapen om God te loven. Laten we ophouden met klagen over onze omstandigheden en ons richten op de God onzer vreugde. Halleluja. Looft Hem.

zaterdag 31 oktober 2009

Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.

Psalm 103:14
”Gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt Zich de HERE over wie Hem vrezen. Want Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.”

Wie zou ons beter kennen dan onze Maker? Let in dit gedeelte op het woordje ‘want’. God kent onze kwetsbaarheid, Hij is vertrouwd met al onze wegen en onze gedachten kent Hij van verre. Daarom ontfermt Hij zich als een Vader over ons. We kunnen niet zonder Zijn bescherming, we zouden omkomen. Als het niet de omstandigheden zijn, dan wel onze gevoelens, maar beproevingen zijn er elke dag. Gelukkig hebben we een Vader die met ons meevoelt in onze zwakheden. Hij veroordeelt niet, maar bemoedigt en wijst op de voorziening die Hij heeft gebracht in Christus. In al onze behoeftes is rijkelijk voorzien door Zijn dood en opstanding. Zijn Geest is in ons binnenste en dat verheft ons boven onze vijanden. Dank God voor Zijn ontferming.

vrijdag 30 oktober 2009

Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden;

Psalm 103:10
”Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; maar zo hoog de hemel is boven de aarde, zo machtig is zijn goedertierenheid over wie Hem vrezen. Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons;”

God heeft ons uit genade gered. We zijn behouden uit liefde. Niemand kan iets verdienen bij God. Je werken brengen God niet in beweging. Je kunt Gods genade ontvangen als een liefdedaad van God. Probeer dat niet af te kopen, daarmee doe je Gods liefde tekort. Bovendien is elke inspanning ontoereikend om iets van Gods zegen te verdienen. Het enige wat God vraagt is Hem te vrezen, dat is geen angst, maar vertrouwen, geloof. Verheug je in Gods liefde. Een ander woord voor Goddelijke liefde is genade. Wanneer je van die genade hebt genomen, word je zelf ook genadig naar anderen. Ook dat heet liefde, agapé, niet menselijk maar Goddelijk.

donderdag 29 oktober 2009

Niet altoos blijft Hij twisten, niet eeuwig zal Hij toornen;

Psalm 103:9
“Hij maakte Mozes zijn wegen bekend, de kinderen Israels zijn daden. Barmhartig en genadig is de HERE, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid; niet altoos blijft Hij twisten, niet eeuwig zal Hij toornen;”

Veel mensen zijn in verwarring over God. Is Hij nu barmhartig en genadig en graag vergevend, of is Hij nu de rechter over zonde en kwaad en is het vreselijk in Zijn handen te vallen? Veel mensen weten wel dat God liefde is, maar blijven toch maar liever wat stappen uit Zijn buurt. Het antwoord is dat God barmhartig en genadig is en dat ook altijd zal blijven. Maar het twisten en toornen over de zonde, dat is iets waartoe de mensen Hem hebben gedwongen, maar daar komt een einde aan. Sterker nog, voor wie in Jezus gelooft is er al een einde aan gekomen. Hij heeft namelijk Gods toorn over de zonde gedragen voor ieder, omdat God barmhartig en genadig is. Uit liefde heeft Hij zelf de straf en de vloek gedragen, omdat Hij wel verplicht was de zonde te oordelen, maar ons wilde sparen. 'Zo is er dan nu geen veroordeling meer', schrijft Paulus, 'voor wie in Christus Jezus is.' Je kan dus heel dicht bij God komen, zonder angst voor veroordeling. De enige die veroordeelt is de duivel. Hij is de aanklager, maar hij liegt altijd. Negeer hem en ontvang de liefdevolle aandacht van je Vader.

woensdag 28 oktober 2009

Loof de HERE, mijn ziel, en al wat in mij is

Psalm 103:1
“Van David. Loof de HERE, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam; loof de HERE, mijn ziel, en vergeet niet een van zijn weldaden;”

Ik geef vandaag het commentaar op dit vers door van John Stevenson:
‘Al wat in mij is.’ Laat je bewustzijn de HERE loven, door onverdeelde trouw. Laat je beoordeling Hem loven, door beslissingen die overeenstemmen met Zijn woord. Laat je dromen Hem loven, door zuivere en heilige overpeinzingen. Laat je gevoelens Hem loven, door te verlangen naar wat Hij verlangt. Laat je wensen Hem loven, door alleen Zijn eer te zoeken. Laat je geheugen Hem loven, door geen van Zijn zegeningen te vergeten. Laten je gedachten Hem loven, door na te denken over Zijn volmaaktheden. Laat je hoop Hem loven, door uit te zien en te verlangen naar Zijn komende glorie. Laat elk van je gedachten Hem loven, door trouw, elk van je woorden door waarheid en elk van je daden door zuivere toewijding.

dinsdag 27 oktober 2009

Om de ten dode gedoemden te bevrijden;

Psalm 102:20
“Dit worde opgeschreven voor een volgend geslacht, en het volk dat geschapen zal worden, zal de HERE loven; want Hij heeft uit zijn heilige hoogte neergezien, de HERE heeft uit de hemel op aarde geschouwd, om het zuchten der gevangenen te horen, om de ten dode gedoemden te bevrijden; opdat men de naam des HEREN in Sion vertelle, en zijn lof in Jeruzalem, wanneer de volken altegader en de koninkrijken zich zullen verzamelen om de HERE te dienen.”

In deze psalm staat de Here Jezus centraal, met name in zijn lijden, maar ook in zijn verheerlijking. Dwars door alles heen zie je Gods genade. De ten dode gedoemden worden bevrijd, maar dat is niet alles. Ze worden ook herschapen tot een nieuw geslacht. Dat nieuwe geslacht bestaat uit mensen die uit God geboren zijn. Een generatie die geen slaaf van de zonde is, maar van de gerechtigheid. Ze hebben een nieuwe Geest in hun binnenste en de duivel heeft geen rechten meer in hun leven. Het is een geslacht van overwinnaars, van koningen en priesters voor hun God de Vader. Dat nieuwe geslacht bestaat uit de mensen die vroeger ten dode gedoemd waren, maar die nu door Gods liefde en genade zijn gered. Glorie aan het Lam van God die het oordeel heeft weggenomen.

maandag 26 oktober 2009

In mijn huis zal geen bedrieger wonen; de leugenspreker zal niet bestaan voor mijn ogen.

Psalm 101:7
“Wie zijn naaste heimelijk lastert, die zal ik verdelgen; wie hoog van ogen en trots van hart is, die duld ik niet. Mijn ogen zijn op de getrouwen in den lande om bij mij te wonen; wie onberispelijk wandelt, die zal mij dienen. In mijn huis zal geen bedrieger wonen; de leugenspreker zal niet bestaan voor mijn ogen. Elke morgen zal ik verdelgen alle goddelozen des lands, en uit de stad des HEREN uitroeien alle bedrijvers van ongerechtigheid.”

David nam zijn koningschap heel serieus. Wanneer je deze woorden leest, krijg je de indruk dat hij weinig personeel heeft gehad. Ook zelf was hij niet smetteloos. Dat zie je vaker, dat mensen die hun eigen zonden haten, doorslaan naar perfectie. Alsof ze daarmee willen bewijzen dat ze best wel goed zijn. Als ik deze psalm lees, denk ik aan Gods huis. Hij duldt geen bedrieger of leugenaar in zijn nabijheid. En dan zie ik de uitwerking van het offer van Christus. Door één volmaakt offer heeft Hij allen volmaakt die in Hem geloven. Voor God zijn we geen bedriegers en leugenaars meer, maar volmaakte kinderen van God. Zie je de genade, of probeer jij ook te bewijzen dat je goed bent?

zondag 25 oktober 2009

Want de HERE is goed, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, en zijn trouw tot in verre geslachten.

Psalm 100:5
“Erkent, dat de HERE God is; Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe, zijn volk, de schapen die Hij weidt. Gaat met een loflied zijn poorten binnen, zijn voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst zijn naam; want de HERE is goed, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, en zijn trouw tot in verre geslachten.”

Een prachtige psalm, die de aandacht geheel op God richt. Hij is God, Hij is goed, Hij is trouw, Zijn goedertierenheid duurt eeuwig. God is onveranderlijk dezelfde. In het Oude Testament was Hij dezelfde als in het Nieuwe Testament. Zijn goedheid is niet altijd gezien, Zijn liefde en trouw niet altijd begrepen. De mens denkt zekerder te zijn, wanneer hij zijn eigen inzichten volgt, maar het gevolg is dat de dood greep krijgt op je leven. Wat is het toch geweldig dat door het ene offer van Christus onze blinde ogen zijn opengegaan voor de grootheid en schoonheid van onze Vader. Hij heeft altijd van ons gehouden, maar kon het pas duidelijk maken door Jezus. En zelfs nu nog zien velen Zijn goedheid niet. Maar God is trouw tot in verre geslachten. Laten we met een loflied deze dag doorgaan, looft Hem en prijst Zijn naam, want Hij is goed en Hij houdt van je.

zaterdag 24 oktober 2009

Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in rechtmatigheid

Psalm 98:9
“De zee bruise en haar volheid, de wereld en wie erin wonen; dat de stromen in de handen klappen, de bergen tezamen jubelen voor het aangezicht des HEREN, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in rechtmatigheid.”

De wereld wordt nu bestuurd door machthebbers, die slechts een belang op het oog hebben, namelijk het eigen belang. Gerechtigheid wordt uitgelegd in het eigen voordeel en meestal betekent dat in het nadeel van de ander. Wat een verademing moet het voor de wereld zijn, wanneer Jezus komt om Gods koninkrijk op aarde te vestigen. Recht en gerechtigheid zullen heersen op aarde. Het motief zal liefde zijn. Alles zal tot bloei komen en zich ontwikkelen, zoals God het vanaf de schepping heeft bedoeld. De aarde hunkert naar recht en gerechtigheid. De natuur kijkt met reikhalzend verlangen uit naar die tijd. En hoe is het met ons? Kijken wij ook met verlangen uit naar die tijd? Wij leven nu al in Gods koninkrijk, maar de wereld nog niet. Daarom zijn we nu nog vreemdelingen en bijwoners, maar wel kan het licht van het komende koninkrijk al door ons heen gezien worden, tenminste, dat is de bedoeling. Niet langer leven we wereldgelijkvormig, maar wereldveranderend.

vrijdag 23 oktober 2009

Juicht voor de Koning, de HERE

Psalm 98:6
“Juicht de HERE, gij ganse aarde, breekt uit in gejubel en psalmzingt. Psalmzingt de HERE met de citer, met de citer en met luide zang, met trompetten en met bazuingeschal; juicht voor de Koning, de HERE.”

Het klinkt een beetje als juichen op commando. Je ziet het wel eens bij tv-shows, dat er iemand met een groot bord loopt met daarop het woord APPLAUS. Zodra het bord verschijnt, moet de zaal klappen. Het moet er echt en spontaan uitzien, want stel je voor, dat de kijkcijfers tegenvallen… Deze oproep om te juichen voor de Koning, is dan ook geen oproep, maar een uitroep. Van pure vreugde wordt iedereen opgeroepen mee te juichen. Geen show, geen geklap op afroep, maar spontane, echte vreugdeuiting. Dat zal op een dag de hele aarde vullen, maar wij beginnen nu al. Heerlijk, om eens alleen maar te juichen en God te vertellen hoe je van Hem geniet.

donderdag 22 oktober 2009

Gij rechtvaardigen, verheugt u in de HERE en looft zijn heilige naam.

Psalm 97:12
“Het licht is voor de rechtvaardige gezaaid, en vreugde voor de oprechten van hart. Gij rechtvaardigen, verheugt u in de HERE en looft zijn heilige naam.”

Als ’s morgens de zon weer opkomt, is dat voor jou. Dat de bozen er ook van genieten is genade, trouwens dat hij schijnt voor ons ook. Maar de gedachte is prachtig: het licht is voor de rechtvaardige gezaaid. God schiep hemel en aarde voor de mens, om van te genieten. Het is een zichtbaar beeld van Gods aanwezigheid. God wil dat we genieten. Hij wil dat we met blijdschap deze aarde bewonen. Nu is er veel mis met de aarde vanwege de vloek der zonde, maar Gods gedachten zijn niet veranderd. God is ons licht en in Hem kunnen we ons verheugen. Hij heeft ons rechtvaardig verklaard en weer in het licht gezet. Gij rechtvaardigen, verheugt u in de HERE en looft zijn heilige naam.

woensdag 21 oktober 2009

Hij, die de zielen van zijn gunstgenoten bewaart, redt hen uit der goddelozen hand.

Psalm 97:10
“Want Gij, HERE, zijt de Allerhoogste over de ganse aarde, Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden. Gij, die de HERE liefhebt, haat het kwade; Hij, die de zielen van zijn gunstgenoten bewaart, redt hen uit der goddelozen hand.”

Wat een mooi woord is het woord ‘gunstgenoten’. Gunst is genade. God bewaart Zijn gunstgenoten. Daarmee is dit stukje al klaar. Maar er staat ook: ‘Gij die de HERE liefhebt, haat het kwade.’ Je kunt niet God liefhebben en ook de wereld waaruit je verlost bent. Je zult moeten beseffen, dat je als Gods gunstgenoot ook iets achter je moet laten. Sterker nog, we worden opgeroepen alles te haten, wat ons van God heeft afgehouden. Het helpt om steeds tegen jezelf te zeggen: ‘Ik ben Gods gunstgenoot.’ Zo bevestig je de waarheid en heeft de leugen geen vat op je.

dinsdag 20 oktober 2009

Majesteit en luister zijn voor zijn aangezicht, sterkte en glorie in zijn heiligdom.

Psalm 96:6
“Vertelt onder de volken zijn heerlijkheid, onder alle natien zijn wonderen. Want de HERE is groot en zeer te prijzen, geducht is Hij boven alle goden; want alle goden der volken zijn afgoden, maar de HERE heeft de hemel gemaakt; majesteit en luister zijn voor zijn aangezicht, sterkte en glorie in zijn heiligdom.”

Veel christenen beseffen niet hoe hecht ze met God verbonden zijn door de Heilige Geest. We hoeven God niet uit te nodigen dichtbij te komen, want Hij is voor eeuwig bij ons. Veel christenen beseffen niet dat ze zelf Gods heiligdom zijn. Dus de sterkte en de glorie is al bij je. Je hebt het in je geest allemaal ontvangen, vanaf het moment dat je gelovig werd. Door deze dingen te weten en te geloven, ga je ze ook belijden. Je gaat er anders door leven. Door onze veranderde levens vertellen we Gods heerlijkheid aan de volken. Een getuigenis zonder verandering zijn slechts woorden. Laat Gods glorie zien door op Hem te vertrouwen die bij je en in je is. Maak je keuzes en vorm je woorden door te beseffen wie je bent in Hem en wie Hij is in jou.

maandag 19 oktober 2009

Zingt de HERE, prijst zijn naam, boodschapt zijn heil van dag tot dag.

Psalm 96:2
“Zingt de HERE een nieuw lied, zingt de HERE, gij ganse aarde. Zingt de HERE, prijst zijn naam, boodschapt zijn heil van dag tot dag.”

Wat een inhoud hebben deze simpele zinnen. Een nieuw lied zingen, spreekt van echtheid, geen oude rituelen die maar herhaald blijven worden. Zeg vandaag eens iets nieuws tegen de Heer, of zeg eens iets op een andere manier. Prijst zijn naam, spreekt van gericht zijn op wie Hij is. Wanneer je over God nadenkt, komt er vanzelf verwondering en aanbidding. Boodschap zijn heil, betekent dat je laat zien wat de uitwerking van je geloof is in je eigen leven. Heil betekent heelwording, herstel. Laat de wereld maar zien hoe blij je met God bent en dat je vertrouwt op Zijn woorden. Zo ben je een bron van vreugde voor God en mensen.

zondag 18 oktober 2009

Daarom heb Ik gezworen in mijn toorn: Tot mijn rustplaats zullen zij niet komen!

Psalm 95:11
“Verhardt uw hart niet, gelijk bij Meriba, gelijk ten dage van Massa, in de woestijn, toen uw vaderen Mij verzochten, Mij op de proef stelden, ofschoon zij mijn werk hadden gezien. Veertig jaren heb Ik Mij geergerd aan dat geslacht, Ik zeide: Het is een volk, dwalende van hart, en zij kennen mijn wegen niet.”

Het verharden van je hart betekent niet dat je een keihard karakter vertooont zonder liefde, maar dat je niet gelooft wat God je zegt. Het gevolg is dat je ook niet in Gods rust binnengaat. Dat is niet de hemel of zo, maar gewoon de dagelijkse rust van het kennen van God. De gerustheid van Zijn beloftes en van Zijn tegenwoordigheid. Wanneer je God liefhebt, ga je op Zijn woord vertrouwen en doen wat Hij zegt. Het gevolg is dat er een bovennatuurlijke rust in werking treedt, die je gedachten gaan behoeden. Je zorgen veranderen in gerustheid. Je gedachten stoppen met malen, want je bent in Gods tegenwoordigheid. Hij zorgt voor je. 'Kom tot Mij', zegt Jezus, 'en Ik geef je rust.'

zaterdag 17 oktober 2009

Och, of gij heden naar zijn stem hoordet!

Psalm 95:7
“Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen, knielen voor de HERE, onze Maker; want Hij is onze God, en wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen zijner hand. Och, of gij heden naar zijn stem hoordet!”

Er zijn zoveel stemmen om naar te luisteren, dat we vaak geneigd zijn de stem van God te vergeten, of gewoon niet te geloven wat Hij zegt. Tijdens de bevrijding uit Egypte had Israël gezien waartoe God in staat is en toch sloegen telkens angst en ongeloof toe als het erop aan kwam. God ergerde zich daaraan en je kunt je Zijn wanhoop voorstellen: Hij wilde hen helpen, maar kon dat niet wegens hun houding van ongeloof. In deze psalm doet de Heilige Geest een dringende oproep om toch vooral te luisteren naar wat God zegt, omdat Hij ons wil zegenen en beschermen. Hij is onze God, niet onze tegenstander!

vrijdag 16 oktober 2009

Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten uw vertroostingen mijn ziel.

Psalm 94:19
“Wie treedt voor mij op tegen de slechtaards? Wie stelt zich voor mij tegen de bedrijvers van ongerechtigheid? Indien de HERE mijn hulp niet was geweest, mijn ziel zou bijna in de stilte gewoond hebben. Als ik dacht: Mijn voet wankelt dan ondersteunde mij uw goedertierenheid, o HERE. Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste verkwikten uw vertroostingen mijn ziel.”

De meeste strijd speelt zich af in onze gedachten. Daar zitten bolwerken die geslecht moeten worden. Leugens, beschuldigingen, aanklachten en bedreigingen, ze zijn er in alle soorten en maten. Maar wat een zegen als daar ook de vertroostingen van de Heer zijn, en die zijn er altijd. Wanneer slechtaards ons bedreigen, dan is de Here onze sterkte. Zijn trouw is ons pantser. Het tijdelijke van de bedreigingen valt weg in het perspectief van de eeuwige vertroosting. Mocht vandaag je voet wankelen, zorg dan dat je de vertroostingen van de Heer paraat hebt. Daar zijn ze voor.

donderdag 15 oktober 2009

Boven de stemmen van vele wateren, van de geweldige baren der zee, is de HERE geweldig in den hoge.

Psalm 93:4
“Stromen verheffen, o HERE, stromen verheffen hun stem, stromen verheffen hun bruisen; boven de stemmen van vele wateren, van de geweldige baren der zee, is de HERE geweldig in den hoge. Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar, de heiligheid is uw huis tot sieraad o HERE, tot in lengte van dagen.”

‘Met wie wil je Mij vergelijken?’, zegt de Heer. Al het zichtbare is uit Gods scheppende spreken voortgekomen. Met wie of wat kunnen we Hem dan vergelijken? De Schepper vergelijken met Zijn schepping? Dat is onmogelijk. Daarom is elke poging om Gods grootheid te beschrijven bij voorbaat mislukt. Het geluid van de zee? De zandkorrels van de zee? De sterren aan de hemel? Ze zijn niets vergeleken met Gods almacht. Boven de stemmen van vele wateren, boven de geweldige baren der zee, is de Here geweldig in de hoge. Boven wat een mens kan zien, horen of bedenken is Gods woord betrouwbaar en Zijn heiligheid tot sieraad in Zijn huis voor eeuwig. Prachtig toch? En die grote God, die liefdevolle Vader, die is met ons en zorgt voor ons. Halleluja. Wees niet bezorgd, maar blij en prijs Hem.

woensdag 14 oktober 2009

Hoe groot zijn uw werken, o HERE; zeer diep zijn uw gedachten.

Psalm 92:5
“Een redeloos mens verstaat het niet, en een dwaas begrijpt dit niet: wanneer de goddelozen uitspruiten als het groene kruid en alle bedrijvers van ongerechtigheid bloeien, zij zullen voor immer verdelgd worden. Maar Gij, o HERE, zetelt in den hoge voor eeuwig.”

Als je geen onderscheid kan maken tussen het tijdelijke en het eeuwige, ben je als een mens zonder verstand. Het zichtbare is tijdelijk en het onzichtbare is eeuwig. Wie alleen voor dit leven zijn hoop op God heeft gesteld, is de beklagenswaardigste van alle mensen. Het zijn heldere uitspraken, die de Bijbel doet. God heeft ervoor gekozen om de onzichtbare dingen belangrijker te maken dan de zichtbare. Zijn liefde en trouw, Zijn eeuwige goedheid en genade, je moet geloven om ze te ervaren. Maar de aardse mens is vaak zo op de aarde gericht, dat de diepte van het leven hem dikwijls ontgaat. Maar als je door het geloof en met de hulp van Gods Geest de eeuwige dingen gaat zien, dan krijgt je leven perspectief en dan kun je ook het tijdelijke verdragen. Heb je vandaag een tegenslag of een moeilijkheid te verduren, denk dan aan de eeuwige God en verblijd je in Hem.

dinsdag 13 oktober 2009

Want Gij, HERE, hebt mij verheugd door uw daden, over de werken uwer handen zal ik jubelen.

Psalm 92:4
“Het is goed de HERE te loven, uw naam psalmen te zingen, o Allerhoogste, in de morgenstond uw goedertierenheid te verkondigen, en uw trouw in de nachten, op het tiensnarig instrument en op de harp, bij snarenspel op de citer. Want Gij, HERE, hebt mij verheugd door uw daden, over de werken uwer handen zal ik jubelen.”

Is dit het begin van uw dag, het verkondigen van Gods goedheid? Of begint u uw dag met vragen en klagen? Waar ben je op gericht als je ’s morgens je ogen weer open doet? Waar wil je op gericht zijn de rest van de dag? In de morgenstond of in de nachten, elk moment is goed om de Heer te loven. Om uit te spreken dat Hij een goede God is, een lieve Vader. Om wat Hij gedaan heeft kun je juichen, om wie Hij is nog veel meer. Zijn trouw en liefde, zijn goedheid en genade omringen ons. ‘Ik ben met je’, heeft de Heer gezegd, dat moet voldoende zijn.

maandag 12 oktober 2009

Op leeuw en adder zult gij treden, jonge leeuw en slang zult gij vertrappen.

Psalm 91:13
“Want Gij, o HERE, zijt mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld; geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen; want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot. Op leeuw en adder zult gij treden, jonge leeuw en slang zult gij vertrappen.”

Is het niet opmerkelijk hoe goed de duivel weet wat er profetisch over hem is gesproken? Satan viel de Here Jezus lastig met deze tekst. Hij probeerde Hem te verleiden van het dak van de tempel te springen met de woorden: ‘Hij zal aangaande U zijn engelen gebieden, …’ Als Jezus was ingegaan op deze list, zou de rest krachteloos geworden zijn: ‘Op leeuw en adder zult gij treden, jonge leeuw en slang zult gij vertrappen.’ De Here Jezus is gekomen om de kop van de slang te vermorzelen. ‘De duivel zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi’, schrijft Petrus. Voor ons gelovigen geldt: ‘De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld; geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen; want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen.’ Dank Jezus voor Zijn volbrachte werk.

zondag 11 oktober 2009

Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken;

Psalm 91:7
“Gij hebt niet te vrezen voor de verschrikking van de nacht, voor de pijl, die des daags vliegt; voor de pest, die in het duister rondwaart, voor het verderf, dat op de middag vernielt. Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken; slechts zult gij het met uw ogen aanschouwen, en de vergelding aan de goddelozen zien.”

Er komt een tijd, dan zullen Gods oordelen over de aarde gaan, wegens de goddeloosheid en hardnekkigheid der ongelovigen. Je ziet er al voorbeelden van in het oude en nieuwe testament. Denk aan de zondvloed in de tijd van Noach, Sodom en Gomorra, de plagen in Egypte, de oordelen tijdens de woestijnreis, enz. Het oordeel stopte steeds bij een bepaalde grens. Die grens had God gesteld. Tot zover en niet verder. Als de Israëlieten in Egypte bloed aanbrachten aan hun deuren, zoals God gezegd had, waren ze veilig, wie ze ook waren. De plagen in de woestijn stopten daar waar verzoening werd gebracht. Bij de vuurpan met heilig vuur, bij de staf van Mozes met de koperen slang. Het oordeel was niet voor iedereen. Wie geloofde in wat God zei en er naar handelde, werd gespaard. Zo is het nog. Jezus stopt het oordeel voor wie gelooft. Hij is het markeerpunt. Achter Hem ben je veilig. De poorten van de hel zullen je niet overweldigen. Ook de oordelen die nog zullen komen, zullen de gelovigen niet treffen. Wat ons wel treffen zal, zijn de vervolgingen wegens ons geloof. Dat zijn geen straffen, maar dat is de prijs die we betalen om getuigen van Christus te zijn. Het is genade, wanneer je moet lijden vanwege de gerechtigheid. Je loon zal groot zijn in de hemel. Maar oordelen van God over de zonde, zijn door het kruis voor goed gestopt voor allen die in Hem geloven. Zij zijn voor eeuwig gerechtvaardigd en geheiligd.

zaterdag 10 oktober 2009

Zijn trouw is schild en pantser.

Psalm 91:4
“Ik zeg tot de HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw. Want Hij is het, die u redt van de strik des vogelvangers, van de verderfelijke pest. Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn trouw is schild en pantser.”

Het zijn niet zozeer Gods vleugels waar we vertrouwen in hebben om onder te schuilen, maar het is Zijn trouw. Zijn vleugels zijn sterk genoeg, maar wil Hij me wel beschermen? Ben ik niet te slecht? Heb ik het niet verprutst? Het antwoord is: ja. Je bent te slecht en je hebt het verprutst, maar je veiligheid ligt niet in je gedrag, maar in Gods trouw. Hij heeft je verlost van schuld. Hij heeft je straf gedragen. Nooit meer zal je gedrag de liefde van God in de weg staan. Nooit kun je de trouw van God teniet doen. God is trouw aan zichzelf. Hij heeft een belofte van trouw gegeven en kan zichzelf niet verloochenen. Dus als de vijand je aanvalt, gebruik dan dit schild en pantser. Probeer je niet te verschuilen achter je eigen goedheid of gerechtigheid, maar schuil achter Gods trouw. Spreek uit dat Hij je schild en pantser is, zodat je hart wordt gerustgesteld. Soms zitten er meer ´vijanden´ in je eigen gedachten, doordat je religieus bent geprogrammeerd, dan dat er werkelijk voor je staan.

vrijdag 9 oktober 2009

Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten

Psalm 91:1
“Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen.”

Soms lijkt alles donker in je leven. Je ziet dan alleen maar de dingen die verkeerd gaan. Het heeft een negatieve uitwerking op je hart en je gezondheid. Gelukkig hebben we als christenen een uitweg uit deze somberheid. We moeten de nacht niet zien als een duisternis die ons overvalt, maar als Gods schaduw die ons beschermt. Dat kan alleen wanneer je Gods schuilplaats kent. Wanneer je je veilig en geborgen weet bij Hem. Daarom is dat het eerste wat de Here Jezus ons leert: God is je liefhebbende Vader. Hij is niet tegen je, maar voor je. Hij veroordeelt je niet, maar spreekt je vrij. Het was uit liefde voor jou, dat Hij Zijn Zoon gaf om de straf en schuld van jou te verzoenen. Nu is er geen veroordeling meer. Kom in de schuilplaats en voel je veilig. Je Vader weet wat je nodig hebt. Zonder vragen schenkt Hij je alles overvloedig. Kijk niet naar wat je nodig hebt, kijk naar Hem die voorziet. Laat de duisternis je niet benauwen, maar geruststellen. Als Gods schaduw hier is, dan is Hij er zelf ook. Deze nacht gaat absoluut voorbij.

donderdag 8 oktober 2009

Ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.

Psalm 90:2
“Een gebed van Mozes, de man Gods. HERE, Gij zijt ons een toevlucht geweest van geslacht tot geslacht; eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.”

Dit gebed begint zoals elk gebed zou moeten beginnen: met het uitspreken en verkondigen van de grootheid van God. Hoe meer je Gods glorie gaat zoeken en vereren, des te minder heb je erg in die tijdelijke zorgen. Ze vervagen in het besef van Gods oneindige goedheid en trouw. Voor we God iets zeggen, is Hij al lang op de hoogte van al onze gedachten, gevoelens en omstandigheden. Wat leeft er in je hart? De tijdelijke zorgen van deze dag, of de eeuwige grootheid van Gods liefde? Hij heeft gezegd, dat Hij weet wat we nodig hebben. God komt niet in actie omdat we het zo ernstig of langdurig vragen, nee, Hij houdt van ons. En meer dan een aardse vader, zal Hij als de perfecte Vader geven wat we nodig hebben. Laat zorgen en twijfel niet langer je gebed beheersen, maar vereer God met je gebeden. Maak Hem groot en laat je hart zich vullen met de glorie en luister van Zijn majesteit. Bedenk toch dat Hij de eeuwige, de almachtige, de voorziener en trooster, jouw Vader is. Dat moet toch voldoende zijn.

woensdag 7 oktober 2009

Ja, Ik zal hem tot een eerstgeborene stellen, tot de hoogste van de koningen der aarde.

Psalm 89:27
“Maar mijn trouw en mijn goedertierenheid zullen met hem zijn, en door mijn naam zal zijn hoorn verhoogd worden; ook zal Ik zijn hand leggen op de zee, en zijn rechterhand op de stromen. Hij zal tot Mij zeggen: Gij zijt mijn Vader, mijn God en de rots van mijn heil. Ja, Ik zal hem tot een eerstgeborene stellen, tot de hoogste van de koningen der aarde.”

Wat is dit toch een prachtige psalm. Maar je moet wel een profetische bril op zetten. Het gaat over de Here Jezus en de liefde tussen de Vader en de Zoon. God zegt: Ik zal Hem tot een eerstgeborene stellen. Dat gaat niet over de geboorte uit Maria, maar over de geboorte uit de dood. Opnieuw geboren worden is opstaan uit de dood. Jezus heeft dat gedaan, als eersteling, als eerstgeborene. Hij heeft de eerste plaats gekregen en de naam boven alle naam, zodat Hij de hoogste is in de hemel en op de aarde. De hoogste zal Hij zijn van de koningen der aarde. En steeds weer mag je dan bedenken, dat Hij Zijn naam, Zijn macht, Zijn positie deelt met Zijn gemeente, die Zijn lichaam is. Wij zijn in Hem net zo gezegend, net zo geliefd en net zo uitverkoren als Hij. Als je beseft wie Hij is, zul je beseffen wie je bent in Hem.

dinsdag 6 oktober 2009

Geen vijand zal hem overvallen, geen booswicht zal hem verdrukken;

Psalm 89:22
”Ik heb David, mijn knecht, gevonden, met mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd; voor wie mijn hand tot steun zal zijn, ook zal mijn arm hem sterken; geen vijand zal hem overvallen, geen booswicht zal hem verdrukken; ja, Ik zal zijn tegenstanders voor zijn aangezicht verpletteren, wie hem haten, zal Ik verslaan.”

Toen de Here Jezus op aarde was, kreeg Hij te maken met de tegenstand van mensen die door de duivel werden beheerst. Farizeeën en Schriftgeleerden, overpriesters en joden. Er zit heel wat verkeerds in de religieuze systemen. De waarheid stelt de leugen in het licht. Dat is nog steeds zo. Daarom keert de duisternis zich nog steeds tegen het licht. Daarom worden de christenen die uitkomen voor hun geloof nog steeds belasterd, gehaat en verdrukt. Toch is de belofte van God dat geen vijand Hem zal overvallen. Jezus legde vrijwillig Zijn leven af. Hij gaf zich vrijwillig over om te worden gekruisigd. Het was niet de dood die overwon, maar de kracht van liefde. Ook dat is niet veranderd. Er is geen enkele kracht sterker dan de liefde. Daarom is het woord van Christus: overwin het kwade door het goede. Door te beseffen waar de strijd vandaan komt, kun je mensen die tegen je opstaan blijven liefhebben. Maar de kwade machten waardoor ze tegenover je staan mag je haten. Over hen hebben we het gezag van de naam van Jezus. Hij heeft ze overwonnen, ontwapend en tentoongesteld. Wij behoren bij de Gemeente, het Lichaam van Christus en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.

maandag 5 oktober 2009

Ik heb David, mijn knecht, gevonden, met mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;

Psalm 89:20
”Gij hebt weleer in een gezicht gesproken tot uw gunstgenoten en gezegd: Aan een held heb Ik hulp toebedeeld, Ik heb een verkorene uit het volk verheven; Ik heb David, mijn knecht, gevonden, met mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;”

Wat is dat mooi gezegd: ‘Ik heb een verkorene uit het volk verheven.’ Niemand anders dan de Here Jezus kan die ‘verkorene’ zijn. Toen de Heer op aarde was zei Hij: ‘De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden.’ Wat een Koning is Hij. Recht en gerechtigheid gaan voor Hem uit. Voor allen heeft Hij Zijn leven gegeven, welke koning doet dat? Hier in onze wereld moeten de dienaren hun leven geven voor de koning, maar in Gods koninkrijk is het precies anderom. De Koning geeft Zijn leven voor zijn volk. De Heilige Geest noemt Hem hier een held. Daar zijn we het van harte mee eens. Jezus is onze Held, onze Verkorene, onze Gezalfde Koning. Voor Hem is alle lof voor eeuwig.

zondag 4 oktober 2009

Door uw gerechtigheid worden zij verhoogd.

Psalm 89:16
“Welzalig het volk dat de jubelroep kent, zij wandelen, HERE, in het licht van uw aanschijn; in uw naam juichen zij de ganse dag, en door uw gerechtigheid worden zij verhoogd.”

Wandelen in het licht van Gods aanschijn betekent dat je in Zijn nabijheid bent. Dat je de genade kent, want anders durf je niet eens in Zijn nabijheid te komen. Maar het is door Zijn gerechtigheid dat we worden verhoogd. Het is door Zijn armoede dat we rijk zijn geworden. Het is door Zijn naam dat we de hele dag kunnen juichen. Daarom moeten we onze blik voortdurend op Hem gericht houden, anders glijden we terug in het zichtbare aardse tijdelijke. Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn, want uw leven is verborgen met Christus in God. Je bent zalig als je onder alle omstandigheden kan jubelen, omdat je weet wie je bent voor God in Christus. Hij zal ons staande houden en zegenen, wanneer we blijven in Hem.

zaterdag 3 oktober 2009

Met mijn uitverkorene heb Ik een verbond gesloten

Psalm 89:3
“Van de gunstbewijzen des HEREN wil ik altoos zingen, van geslacht tot geslacht zal ik uw trouw met mijn mond verkondigen. Want ik zeide: Voor eeuwig wordt de goedertierenheid gebouwd; in de hemel bevestigt Gij uw trouw. Met mijn uitverkorene heb Ik een verbond gesloten, aan mijn knecht David heb Ik gezworen: Voor altoos zal Ik uw nakroost bevestigen, en uw troon bouwen van geslacht tot geslacht.”

David was een man naar Gods hart. Met hem sloot God een verbond: zijn koningschap zou voor eeuwig zijn. Geestelijk gezien is dat verbond gesloten met Christus. Hij is Davids zoon die voor God een eeuwig huis bouwt. De gelovigen zijn het nageslacht van Christus. Zij worden door God voor altijd bevestigd. God bouwt door ons heen een troon voor Zijn geliefde Koning. In de hemel wordt dit verbond bevestigd en wij rusten in Zijn trouw. Daarom zingen we van Gods gunstbewijzen. Hij heeft het verbond gesloten en bevestigd. Het is door Zijn genade dat we leven en gezegend worden.

vrijdag 2 oktober 2009

Maar Gij, Here, zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid en trouw.

Psalm 86:15
“O God, overmoedigen maken zich tegen mij op, een bende van geweldenaars staat mij naar het leven, zij stellen U niet voor hun ogen. Maar Gij, Here, zijt een barmhartig en genadig God, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid en trouw.”

Maar, echter en nochtans, zijn vaak woorden van geloof. Ik zie dit, maar geloof dat. Ik ervaar zus, echter geloof zo. Ik neem afbraak waar, nochtans geloof ik in zegen. Er zijn in de bijbel vele voorbeelden te vinden van mensen die ondanks alles hun vertrouwen uitspraken in God. Dat houdt je hart op God gericht. Spreek waarheid uit, zodat het goede zaad in je hart valt. Wanneer je steeds je ongeluk verkondigt, zaai je zaad wat in je hart je geloof vernietigt. Bij de Here Jezus stond een bende boosdoeners tegen Hem op, Hij werd zelfs door hen gemarteld, bespot en gehoond. Nochtans bad hij voor zijn vijanden. Hij hield Zijn oog op God gericht. Hij bleef ondanks alles Gods barmhartigheid en genade verkondigen. God is ook vandaag rijk aan goedertierenheid en trouw. Hij heeft Zijn oog op jou gericht, want je bent Zijn geliefde zoon of dochter. Zorg ervoor dat jouw oog ook op Hem is en laat je daar niet van afbrengen.

donderdag 1 oktober 2009

Gij toch hebt mijn ziel gered uit het zeer diepe dodenrijk.

Psalm 86:13
“Ik zal U loven, Here, mijn God, met mijn ganse hart, en uw naam eren voor altoos; want uw goedertierenheid is groot jegens mij, Gij toch hebt mijn ziel gered uit het zeer diepe dodenrijk.”

Als je bedenkt dat David dit schreef, dan kun je je afvragen of hij een besef heeft gehad waarover hij profeteerde. Ongetwijfeld heeft God David uit veel hachelijke situaties gered, maar niet uit het diepe dodenrijk. Daaruit is alleen Christus gered. Hij heeft de dood en het dodenrijk overwonnen en de sleutels meegenomen als bewijs. God heeft Hem uit al Zijn smarten verlost. Tot zonde gemaakt, stierf Hij aan het kruis, gedood onder Gods oordeel. Maar als overwinnaar stond Hij op, door God rechtvaardig verklaard. Hij kreeg de naam boven alle naam en een plaats aan de rechterhand van de Vader. Na Hem hoeft niemand meer het dodenrijk in als gelovige. Hij was daar voor ons, eens voor altijd. ‘Wie in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven’, zei de Here Jezus. Wij zijn overgegaan uit de dood in het leven. Ons lichaam zal sterven, maar onze ziel nooit meer. Wat een genade om te kunnen zeggen: Gij toch hebt mijn ziel gered uit het zeer diepe dodenrijk.

woensdag 30 september 2009

Leer mij, HERE, uw weg, opdat ik in uw waarheid wandele;

Psalm 86:11
“Leer mij, HERE, uw weg, opdat ik in uw waarheid wandele; verenig mijn hart om uw naam te vrezen. Ik zal U loven, Here, mijn God, met mijn ganse hart, en uw naam eren voor altoos;”

De weg en de waarheid, zo noemde de Here Jezus zichzelf. Daarom is deze tekst een gebed om Jezus te leren kennen en Zijn genade. Onze harten zijn verdeeld tussen het zichtbare en het onzichtbare, tussen het tijdelijke en het eeuwige, de waarheid en de leugen. Ons geloof moet zich richten op de waarheid die Jezus heeft gebracht. Hij zei dat alles volbracht is en dat we nu rein zijn. Maar de duivel komt met de leugen en gebruikt daarvoor het zichtbare. Je bent niet rein en je moet er hard aan werken. Zo worden mensen verscheurd. Zolang je hart verdeeld is, heb je geen vrede. ‘Leer mij uw weg’ is daarom een goed gebed. Leer mij in de waarheid te wandelen. Leer mij te vertrouwen op het volbrachte werk van Christus. Dan zullen we Uw naam loven onder alle omstandigheden en met ons hele hart, dat is een hart dat niet langer verdeeld is.

dinsdag 29 september 2009

Want Gij zijt groot en doet wonderen, Gij, o God, alleen.

Psalm 86:10
“Onder de goden is niemand U gelijk, o Here, en niets is als uw werken. Alle volken, die Gij gemaakt hebt, zullen komen en zich voor U nederbuigen, o Here, en uw naam eren; want Gij zijt groot en doet wonderen, Gij, o God, alleen.”

God is met niets en niemand te vergelijken. Niemand kan in zijn schaduw staan. Hij is uniek. Er zijn vele godsdiensten in de wereld, maar er is slechts één God die genadig en rechtvaardig is. Een God die uit liefde schenkt wat Hem zelf toebehoort. Een God die zelf het oordeel draagt en de schuldigen vrijspreekt. Een God die wonderen doet en uitredding geeft. Alle volken en alle godsdiensten zullen moeten buigen en erkennen dat er maar één God de ware is: de Here die is God! Jezus heeft de naam boven alle namen gekregen, Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. En Hij deelt die naam en die macht met de Gemeente van gelovigen, die Zijn Lichaam is. Tegen zijn discipelen zei Hij: ‘Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen.’ Dat woord is nog steeds even krachtig. Laat je niet bang maken of afschrikken door je omstandigheden, maar treedt ze tegemoet in de naam van Jezus, met je oog en je hart gericht op de God die wonderen doet.