Psalmen 78:54 ‘Hij bracht hen naar zijn heilig gebied, de berg die zijn rechterhand had verworven;’
In deze psalm vertelt Asaf de heilsgeschiedenis van Israël. Schrijnend steekt de ongehoorzame houding van ongeloof af tegen de liefde en ontferming van God. Midden in deze psalm over Gods grootheid, die tegelijk ook een aanklacht is tegen Israëls ongeloof, staat in drie zinnen de kern van het evangelie: Hij bracht hen naar zijn heilig gebied, de berg die zijn rechterhand had verworven; Zo zijn wij ook naar Gods heilig gebied gebracht, het koninkrijk van Gods liefde. Zijn Rechterhand – Christus – heeft het verworven. Uit genade zijn we behouden door geloof. De Hebreeën-schrijver roept ons op om niet het ongehoorzame voorbeeld van ongeloof na te volgen, maar de gehoorzaamheid van Christus. Hij is onze Leidsman. Zoals Mozes het volk naar de berg Sinaï leidde om de wet te ontvangen, zo heeft Jezus de gemeente naar de berg Sion geleid om vrijspraak en genade te ontvangen. De berg Sion is onze woonplaats in geestelijke zin. Het is de plaats waar Jezus ons gebracht heeft voor eeuwig.