Spreuken 22:6 ‘Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is.’
Ik plak nog steeds een band zoals mijn vader het me geleerd heeft. En ik zou nog veel meer gewoontes kunnen noemen, die ik van huis uit heb meegekregen. Zo gaat dat, je leert van je ouders en je neemt hun gewoontes en waarden over. Je krijgt kinderen, leeft met ze onder een dak en ongemerkt ben je ze aan het vormen. Soms doe je dat ook bewust, dan ga je ze opvoeden met het oog op later. Niet alle kinderen zijn even makkelijk, sommigen zijn zelfs dwars en vervelend. Het opvoeden kan dan een hele toer zijn, om moedeloos van te worden. Gelukkig sta je er als ouders niet alleen voor. Je deelt de opvoeding met God zelf. Hij is nog veel meer bewogen met je kind dan jij. Hij heeft voor je kind een hoopvolle toekomst op het oog. De mooiste les die je aan je kind kan meegeven is je leven met Jezus. Als mens kun je falen, maar je vindt je rust bij Hem. Dat mogen je kinderen ervaren. In tijden van nood leren ze hoe God voorziet. Ze mogen delen in je vreugde en verdriet. Ze mogen ontvangen wat je als ouders zelf hebt ontvangen, Gods genade en liefde, Zijn vergeving en zegen. Opvoeden gaat vanzelf wanneer je op Jezus bent gericht. Wanneer het hart van de ouder vastheid vindt in genade, zal het kind erdoor gezegend worden. Laat opvoeden geen taak worden, geen last die op je drukt. Het is gewoon je leven met Jezus delen met je kinderen. En Hij helpt ongezien mee. Hij bereidt in het hart van je kind de weg naar de Vader. Want uiteindelijk zijn onze kinderen niet van ons maar van Hem.