2CorintiĆ«rs 1:12 ‘Want dit is onze roem, het getuigenis van ons geweten, dat wij in heiligheid en reinheid Gods, niet in vleselijke wijsheid, maar in de genade Gods, in de wereld verkeerd hebben, in het bijzonder ten opzichte van u.’
Als je oud bent geworden en terugkijkt op je leven, heb je misschien de neiging om jezelf te veroordelen. Je hebt zoveel dingen gedaan, die je niet had willen doen. Of kansen laten liggen, die je achteraf had moeten grijpen. Paulus doet dat niet, hij is niet zo met zichzelf bezig. Zijn focus is Christus en Gods genade in zijn leven. In heiligheid en reinheid Gods, dat zijn de woorden waarmee hij zijn leven kenmerkt. Hij noemt het de genade van God. Paulus heeft geleefd in het volle besef van wie hij was – een vervolger en moordenaar, ondanks zijn religieuze uitmuntendheid - , maar veel meer van wie hij is in Christus. Gods gerechtigheid en heiligheid, Gods reinheid en zuiverheid zijn hem geschonken uit genade. Daaruit leefde en arbeidde hij. Zo heeft hij in de wereld verkeerd. Is dat niet de kern van ons bestaan, dat we Jezus kennen en zijn gerechtigheid, dat Hij ons leven is?