Spreuken 18:8 ‘De woorden van een lasteraar neemt men gulzig in zich op, als een lekkernij die de buik verzadigt.’
Roddel en achterklap zijn lekkere hapjes voor ons vlees, maar de Geest gruwt ervan. Met roddel en kwaadsprekerij haal je een ander naar beneden en dat is niet wat God wil. God wil mensen opheffen en vertellen hoe mooi ze zijn. Het is een list van de boze om mensen aan te zetten tot roddel. We moeten dat afleren. God roept ons op om alles te bedenken wat lieflijk en welluidend is, wat lof heet en eer verdient. Als we op Jezus willen lijken, zal ons hart met liefde gevuld moeten zijn. Jezus kwam niet om te veroordelen maar om te redden. Hij deed nooit mee aan roddel en geklets, integendeel, Hij ging eten met mensen over wie werd geroddeld. Hij ging het huis binnen van mensen waarover men kwaad sprak. Hij zegende de vervloekten en ontfermde zich over de ontheemden. Zo liet Hij Gods hart zien en zo werd aan de wereld getoond hoe het hoort te zijn. De houding van Jezus raakte mensen in hun hart op een positieve manier. Ze werden geraakt en veranderd door Gods liefde.