1 Timotheüs 6:8 ‘Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn.’
Een huis en een inkomen is het minimale wat een mens nodig heeft. Is God zo krenterig dat Hij zegt: ‘Wees daar maar tevreden mee. Dat is alles wat je nodig hebt?’ Nee, zeker niet. Het gaat in deze brief aan Timotheüs over mensen die geleid worden door geldzucht, hebzucht, begeerte. Tegen deze mensen moet Timotheüs vertellen dat God voor hen zorgt. Een plek om te wonen en iets om van te leven is al voldoende. God geeft daar bovenop alles wat je nodig hebt en veel meer. Het is Gods eer dat Zijn kinderen onbezorgd kunnen leven. We hoeven nergens over in de war te zitten. Vader weet wie we zijn, waar we zijn en wat we nodig hebben. Hij is genadig en goed voor ieder kind. Wanneer je hart niet op God is gericht, maar op geld, doe je jezelf en God tekort. Je overlaadt jezelf met allerlei smarten leert de Bijbel en je kan niet genieten, omdat je steeds in angst leeft je bezit te verliezen. De Geest van God is niet de geest van de wereld om steeds te vrezen. De Geest van God toont je wie de Vader is en je kan je verheugen onder alle omstandigheden.