Psalmen 66:20 ‘Geprezen zij God, die mijn gebed niet afwees, noch mij zijn goedertierenheid onthield.’
Welk gebed heeft God niet afgewezen? Het was een luid gebed van David, waarop Hij reageerde met goedertierenheid. Zulke gebeden zijn er veel geweest en telkens opnieuw reageert God met ontferming en goedertierenheid. Hij is een Vader die Zijn kinderen hoort. Hij geeft geen steen als ze vragen om brood. Meer dan een aardse vader is God bewogen met en betrokken bij Zijn kinderen. David kende God zo, maar de Here Jezus maakte Hem zo bekend. ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien, Ik en de Vader zijn een’, sprak Hij. Ook de Heer is gered uit zijn angsten en luide smekingen. Ook Hij kent Gods Vaderlijke liefde en ontferming. Hoe meer en hoe vaker iemand Gods genade ontmoet, hoe meer en hoe vaker hij of zij zal willen vertellen van wat God gedaan heeft. God is een goede God, een uitmuntende Vader. Vertel het aan wie het horen wil. Maar vertel het ook steeds tegen jezelf, juist als het eens tegen zit.