2Petrus 3:9 ‘De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.’
We zijn zo gewend om te spreken over wat we er zelf van vinden, dat de werkelijkheid ons totaal kan ontgaan. God heeft iets beloofd en het gebeurt nog niet, dat is hier het probleem. Meteen komt er een etiket aan: God talmt, Hij aarzelt of treuzelt. Daarmee maakt de mens zich rechter over God. Het is veroordeling en dat toont altijd aan, dat iemand niet op God is gericht maar op zichzelf, het is vlees. Petrus reageert met Gods hart te tonen: Nee, God talmt niet, wij talmen. Wij moeten tot geloof komen om gered te kunnen worden. Wij moeten leren vertrouwen op Gods woord, op wat Hij voor ons heeft gedaan en doet. Wij moeten vertrouwen op wie Hij is. Hij is de Goede Herder die niet wil dat er schapen verloren gaan. Natuurlijk had de herder verder willen trekken met de kudde, maar er zijn nog schapen zoek. Zie je het verschil tussen Gods hart en dat van de klagers? Zie je hoe het hart van Petrus al is veranderd en is gaan lijken op Gods hart? Dat is Gods verlangen, dat iedereen Gods hart leert kennen en laat zien. Daarna trekken we verder bij Zijn wederkomst.