Psalmen 17:15 ‘Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwen, en bij het ontwaken mij verzadigen met uw beeld.’
De eerste twee woorden van deze tekst kenmerken een tegenstelling. ‘Zij …, maar ik ..’ In deze psalm wordt David omringd door vijanden, ze wensen zijn ondergang. Maar David weet zich rechtvaardig en wil dat het beeld van God zijn gedachten vult. Zo blijf je staande temidden van boosdoeners. Jezus bleef op God gericht in Zijn leven op aarde. Mensen wilden Hem van de rotsen werpen, maar Hij keerde zich om en ging tussen hen door. Niemand kon Hem raken. Hij was rechtvaardig temidden van onrechtvaardigen. Wij zijn nu ook rechtvaardig, net als Jezus. Door Hem kunnen we ons afkeren van het kwaad en onaangeraakt weglopen. We keren ons dagelijks tot God en zien Zijn aangezicht. Hij kijkt naar ons met vreugde, Hij glimlacht ons toe en zegt: ‘Wees niet bezorgd, Ik ben met je.’ Bij het begin van de dag mogen we ons vullen met dit beeld. Wat er ook zal gebeuren deze dag, ik mag me als rechtvaardige verheugen voor Gods aangezicht en me verzadigen met Zijn beeld. Een betere bescherming is er niet.